Paul de Leeuw in gesprek met de Nederlandse Songfestival-finalist, onder meer over nonbinaire aanduidingen van ‘hij’ en ‘zij’. Paul: ‘Ik ben dus die oude homo.’
We zitten binnen nadat we een fotosessie hebben gehad van twintig minuten in de striemende wind en regen, natte sneeuw. De wind kwam echt gewoon op m’n glazuur terecht. Het deed pijn. Is het ooit zo koud in Suriname, waar je vandaan komt? Nee, nooit! Als ik vroeger naar school fietste met een jacket aan en een hoody en we vonden het koud, was het 23 graden. Kan je je de eerste keer sneeuw en kou nog herinneren? Dat was toen ik voor ’t eerst in Nederland was, zeven jaar geleden. Ik kende sneeuw alleen maar uit films. Heel bizar dat het dan gewoon overal op straat ligt.
Genoeg over die sneeuw. Heb je zin in het Songfestival? Heel veel zin dat het nu echt gaat gebeuren. Ik merk dat de spanning echt opbouwt, maar ook het enthousiasme. Het wordt natuurlijk anders dan gewoon. Maar ik ben wel heel blij dat het doorgaat en dat ik daar mag staan straks.
Weet je nog waar je was vorig jaar, toen je hoorde dat het Songfestival niet doorging? Ik was thuis en we hadden een ingelaste, digitale vergadering waarin het werd medegedeeld. Ik dacht toen nog: oh, misschien gaan ze het verplaatsen naar later dat jaar, naar december of zo, maar een jaar verschuiven, ja, dat was wel teleurstellend. Tegelijkertijd kreeg ik gelukkig ook te horen dat ik het alsnog zou mogen gaan doen, het jaar daarop, dus dat was een troost. Het was wel een teleurstelling dat ik een nieuw nummer moest zingen. Maar ik heb er veel mensen mee bereikt, het is nog steeds één van mijn best beluisterde nummers. En ik heb het op heel veel mooie plekken mogen spelen. Ik zing het nog steeds. Maar daarna verdween langzaam de teleurstelling en dacht ik ook: ik mag gewoon twee keer achter elkaar een nieuw nummer aan de wereld presenteren.
Werkte de coronatijd niet heel verlammend? Meestal haal ik mijn inspiratie uit andere culturen, uit theater, uit concerten en musea. Dat was allemaal zeer beperkt afgelopen jaar. Ik moest een nieuwe manier vinden, het vooral uit mezelf halen. Tegen het eind van de zomer zijn we gewoon aan de slag gegaan – zo kon ik ook even ontsnappen aan dat corona-gebeuren.
Black Lives Matter speelde natuurlijk ook. Ja, dat heeft ook enorme impact op mij gehad.
Kan je begrijpen dat ik het nummer ‘Birth of a new age’ niet kan loskoppelen van Black Lives Matter? Dat is zeker een van de zaadjes geweest… een van de zaken die mij zo erg heeft geraakt dat het zich in dit nummer heeft geuit. Het nummer gaat over mensen die opkomen voor zichzelf, en hun eigen kracht kennen. Je kent je eigen waarde en je neemt een plekje in dat je verdient, en je eist het respect dat je verdient. We leven in een tijd waarin mensen dingen niet meer wegslikken, en de moed en kracht hebben gevonden om voor zichzelf op te komen, en te zeggen: ik ben er, ik mag er zijn. Ik hoef me niet te conformeren aan de norm. Dat inspireert mij heel erg. Dat generatiegenoten hun stem gebruiken om op te komen voor zichzelf en anderen. Dat is ook wat mij uiteindelijk hoopvol stemt over de toekomst.
Ik ben een enorme fan van je, ook omdat het nummer zo ontzettend krachtig is, echt een power-ballad. Ik hoop het, het is een viering van je eigen kracht. En ik wil dat ook gewoon overbrengen straks. Het is misschien wel een strijdvaardig nummer, want het gaat over iets overwinnen, maar het gaat ook om een viering van wie je bent. Van onafhankelijkheid.
Je staat niet hoog in de polls en je kunt het maar een keer doen: in de finale. Is dat een nadeel? Ik ben blij als het moment daar is en ik ervan kan genieten en dat ook kan overbrengen op de mensen. Ik heb de clip gemaakt met een regisseur van Curaçao, Kevin Osepa, hij gebruikt heel sterk de Caribische identiteit in zijn werk. Dat raakte me, omdat ik daar zelf ook mee ben opgegroeid. Het gaat over identiteit en spiritualiteit, ook over het loskoppelen van datgene wat is opgelegd, en daar de bevrijding vinden. Hij heeft voor de videoclip een heel mooie symboliek bedacht over emancipatie, maar ook over spiritualiteit, bescherming, een nieuw begin, er zit een doopritueel in. Het eindigt ook met die viering, die je aan het eind van het nummer echt voelt.
We schelen 32 jaar. Ik kan de jonge generatie soms niet volgen. De ontwikkeling dat het bijna geen hij of zij meer is, maar ‘het’, vind ik best moeilijk. Vind jij dat wij, witte oude mannen, de queer-wereld van nu voldoende begrijpen? Dat is een moeilijke vraag. Dat is dan wel even een ding waarvan ik denk: eh, ik vind het een beetje gek dat het vanuit de community niet wordt begrepen. Dan lees ik een stuk van een journalist, die ook homo is, en die schrijft dan over Sam Smith die non-binair is en wil worden aangeduid met ‘they’ of ‘hen’. Later in het stuk schrijft hij dan alsnog ‘hij’. We hebben gevochten voor het feit dat we gay zijn, ook al zeiden andere mensen: het is een keuze. Ik vind die genderidentiteit… Er zijn mensen die het uitleggen hoe het zit voor hen en ik vind dat je dat moet respecteren.