Logo VARAgids
Alles over tv, series, films en podcasts

Interview met Hanna Bervoets

24-05-2021
leestijd 5 minuten
2478 keer bekeken
interview
Door Jessica van Geel
Hanna Bervoets is dit jaar schrijver van het Boekenweekgeschenk. ‘Ik raak onrustig als dingen niet kloppen. Dan maar iets dat honderd procent verzonnen is.’
Vorig jaar 7 maart. Op de ernstige toon die we later veelvuldig van wetenschappers als Jaap van Dissel zouden horen, legde Hanna Bervoets (37) haar tafelgenoten uit dat het coronavirus ‘echt veel erger dan een simpel griepje’ is. De schrijvers en redacteuren van uitgeverij Pluim zaten in hun feestelijkste kledij aan het diner in een Amsterdams restaurant – Bervoets in pak –, klaar voor het Boekenbal dat later die avond zou zijn. ‘Voor Covid-19 zijn we veel vatbaarder dan voor de griep’, zei ze en rekende boven haar bord de cijfers voor. ‘Als er zoveel mensen tegelijk ziek zijn, komt de samenleving tot stilstand. Je krijgt een sociaal infarct.’

Bervoets keek er bloedserieus bij, haar disgenoten ook steeds meer. Om vervolgens alsnog vrolijk gearmd richting de Schouwburg te wandelen en de mensenmassa in het Bal der Ballen te omhelzen. ‘Het was mijn laatste feestje,’ vertelt Hanna Bervoets nu, op een zonnige middag op het terras van de Tolhuistuin, een paar minuten wandelen van haar woonhuis in Amsterdam. ‘Ik weet dat ik handgel bij me had. Er hingen ook al van die handen-wastutorials bij de spiegels van de wc’s, maar we gingen wel gewoon lekker feesten.’ Ze wilde graag op dit terras afspreken. Bouwvakkers zijn de huizen tegenover haar woning aan het renoveren. ‘Te veel herrie.’

Hanna Bervoets (37), schrijver van het Boekenweekgeschenk, heeft er een handje van om te weten wat belangrijk nieuws wordt. Je kunt ook zeggen: ze weet haar vinger op de pijn van de huidige tijd te leggen. Tijdens de lockdown (her-)lazen mensen haar roman Alles wat er was, waarin een groep mensen, opgesloten in een schoolgebouw, moet zien te overleven terwijl de wereld buiten door een ramp is getroffen. Haar roman deed denken aan de coronadreiging en quarantaine. Long covid is recent wel vergeleken met het vermoeidheidssyndroom als gevolg van Q-koorts: een onderwerp dat zij beschrijft in Welkom in het rijk der zieken.

Eigenlijk had ons gesprek in februari moeten plaatsvinden maar de Boekenweek – zonder Bal – werd vanwege corona uitgesteld. Jouw geschenk 
was in februari al gedrukt, de 650.000 exemplaren van Wat wij zagen liggen in een loods te wachten. Hoe vervelend was dat uitstel voor jou? Balen. Het werd heel laat uitgesteld, ik had al interviews gedaan, tv gedaan, mijn portret was gemaakt. Maar de winkels gingen niet open, dus ik snapte het ook wel. Ik had in december 2019 te horen gekregen dat ik het geschenk mocht schrijven, dan ga je daarnaartoe leven. Maart 2021 gebeurt het. Niet dus. Maar we hebben allemáál dingen uit onze handen moeten laten vallen – al is het een vakantie. Na 15 maart dacht ik: oh, wat fijn dat er nog iets is om naar uit te kijken.

Was het een droom om het Boekenweekgeschenk te schrijven? Niet een heel actieve, want het voelde niet alsof ik al aan de beurt was, al leek het me leuk om ooit te doen. Ik kan me voorstellen dat er andere schrijvers waren die het meer verwachtten. Ik ben de jongste sinds Arnon, en die was dan ook meteen 27.

En de jongste vrouw sinds Hella Haasse in 1948. Er zijn überhaupt maar heel weinig vrouwen die het geschenk geschreven hebben.

Je boek gaat over moderators van een onlineplatform die moeten beslissen welke gruwelijke filmpjes verwijderd moeten worden. Wist je meteen dat je over dit onderwerp wilde schrijven?De avond dat ik hoorde dat ik het geschenk mocht schrijven, ben ik meteen ideeën gaan uitwerken. Ik heb thuis op mijn keukentafel opschrijfboekjes liggen en als ik kranten lees en ik kom op ideeën, dan schrijf ik die op. Content moderator stond er in. Daar lees ik al een tijd alles over, moderators van social media, van Facebook, TikTok, Twitter.

Vanwaar die fascinatie? Aanvankelijk was het gewoon de ramptoeristische vraag: wat zien ze dan? Dat wil je toch weten. Toen ik me erin ging verdiepen fascineerden een aantal andere dingen mij. Het sociale systeem op de werkvloer. Vaak krijgen die mensen een heel sterke band omdat ze een beetje in hun eigen werkelijkheid gaan leven. En ik las op een dag ergens dat een moderator ineens flat earther was geworden, dat zit ook in het boek. Dat je gelooft dat de aarde plat is, aangevuld met andere complottheorieën. Het is ook weer een gemeenschap en ik vind gemeenschappen interessant. Waarom gaan mensen daar bij? Geloven ze daar echt in?

Hoe koppel je die losse ideeën aan elkaar? Ineens ging het leven voor mij. Ik dacht, de content moderators krijgen de hele dag beelden over zich heen, zij moeten handelen naar een moraal die is bedacht door een techbedrijf: wat moet weg, wat mag blijven staan. Het is een moraal gebaseerd op commercie, op angst voor imagoschade. Dat is een totaal willekeurige moraal, maar ze hebben natuurlijk ook nog een eigen moraal. En dan krijgen ze ook de hele tijd die verschrikkelijke beelden te zien. Hoe creëer je dan nog een werkelijkheid? Hoe geven wij onze werkelijkheid vorm in de cultuur en politieke arena waarin we leven? Het is vaak een thema in mijn werk, terwijl dat niet eens een bewuste keuze is. Ik zie dat pas achteraf.

In je verantwoording schrijf je: ‘Deze novelle is fictie, de personages en hun belevenissen zijn verzonnen. Overeenkomsten met de werkelijkheid zijn echter geen toeval.’ Je gaat uit van de wereld die we kennen en je zet daar druk op. Ja, maar het verschil met dit boek is dat het meer documentair is dan sommige andere werken van me. Die wereld van de content moderators bestaat echt. Zij zitten eigenlijk in onze wereld in een snelkookpan. Jij en ik krijgen ook de hele tijd beelden te zien, niet alleen op de socials, maar ook in de krant, het journaal, de trein, wat een vriendin je vertelt. Ook wij zijn de hele tijd aan het schiften en een werkelijkheid aan op het opdoen. Maar bij hen gebeurt dat in extreme mate. Bij de vraag ‘wat wil je later worden?’ schreef Hanna Bervoets als kind in de klassenboekjes: kinderboekenschrijver. Maar op haar elfde wilde ze filmregisseur worden. ‘Ik was helemaal in de ban van Steven Spielberg. Van mijn moeder had ik een videocamera gekregen en dan ging ik in mijn kamer filmen en vertellen dat ik ooit naar de Oscaruitreiking wilde. Ik moest naar Hollywood. Achteraf denk ik: ik wilde gewoon verhalen vertellen.’ Tijdens haar studie was ze filmrecensent voor NL20 en de ‘partyreviewer’ voor dat stadsmagazine. ‘Ik ging naar feesten en clubs, moest drie mensen op de dansvloer aantikken en vragen of ze op de foto wilden. De hel vond ik dat, never again. Ik heb het vier jaar gedaan.’ Later maakte ze reportages voor de Volkskrant waarin ze literaire technieken gebruikte, waarop twee uitgeverijen haar benaderden om een boek te schrijven. ‘Die kans pak ik, dacht ik. Ik heb al mijn opdrachten afgezegd en in zes maanden mijn debuutroman geschreven. Toen was ik er.’

Lees verder in VARAgids 22 vanaf pagina 8.

Meer over:

artikelen
Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief

Al 100 jaar voor