Logo VARAgids
Alles over tv, series, films en podcasts

Interview met Carola Schouten

04-10-2021
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
622 keer bekeken
  •  
Carola Schouten Prepr
Door Menno Bentveld

Menno Bentveld in gesprek met demissionair minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. ‘Natuur was echt weggeorganiseerd uit Den Haag, hè? Maar we moeten nu wél doorpakken.’

Op weg naar uw kamer op het ministerie liepen we door een lange gang met kamers waar heel groot ‘stikstof’ op was geschreven. Wat is dat voor gang? Daar zit het Team Stikstof, dat is best een groot team geworden. In het begin waren er maar een paar mensen die zich met het onderwerp bezighielden. Nu zijn dat een man of zestig, zeventig. Dat geeft ook wel aan hoe groot het thema is – en hoe belangrijk.

Wordt u er ’s nachts weleens wakker van? Dat u plots terugdenkt aan de dag dat dat hele thema de kop opstak, toen de Raad van State de stikstofuitspraak deed? Dat was mei 2019. Die uitspraak heb ik live zitten volgen. En toen dacht ik: oké, dit is…

…een keerpunt. Is er een ‘voor en na’ die uitspraak, zoals mensen vaker hebben bij een grootse gebeurtenis? Ja, het heeft veel impact gehad op mijn ministerschap, maar ook in hoe mensen in het algemeen denken over de combinatie landbouw en natuur. Al toen ik aantrad, heb ik gezegd dat we tegen alle grenzen van milieu, biodiversiteit en klimaat aanlopen. Zoals we het doen, lukt het gewoon niet meer. We moeten echt een omslag gaan maken. Stikstof heeft die urgentie benadrukt. Na die uitspraak heb ik mijn mensen direct de vraag gesteld of dit nou een zegen of vloek voor de natuur is.

En? Je kunt zeggen dat die uitspraak een zegen is voor de natuur; eindelijk wordt er centraal gesteld dat de natuur het waard is om beschermd te worden is en dat daar meer moet gebeuren. Maar maatschappelijk gezien ontstond ook het sentiment dat de natuur ons belemmert bij alles waar we mee bezig zijn. Ik heb willen voorkomen dat het negatieve sentiment de overhand kreeg. Als we de natuur centraal stellen, zullen mensen de waarde er ook van inzien. En dat moet dan bij wonen en bij landbouw natuurlijk, maar ook breder, op allerlei maatschappelijke vlakken. Dan zien mensen hopelijk ook dat natuur van levensbelang is.

We hebben beiden talloze experts gesproken die de noodklok luiden over biodiversiteit, bodemdaling, verdroging, weidevogels, insecten. U als minister van LNV, ik als presentator van Vroege vogels. Zelf ben ik bang dat onze generatie over twintig, dertig jaar in de spiegel kijkt en denkt: we hebben het zien gebeuren, we hadden meer moeten doen. Ik vraag me altijd af: had ik meer moeten doen? Ik denk dat het antwoord ja is, op heel veel terreinen. Maar als minister moet ik zorgen dat er meerderheden komen voor plannen die ik heb. En ook voor het besef van urgentie van wat er gaande is. Natuur was echt weggeorganiseerd uit Den Haag, hè? Zo van: laat het maar daar, bij de provincies. Je moet van ver komen om dat dan weer op de agenda te krijgen. Ik geloof niet dat alles wat ik heb gedaan voor niets is geweest, maar we moeten nu wel doorpakken.

Is het twee over twaalf? In bepaalde gebieden is er inderdaad nauwelijks nog tijd om de maatregelen te nemen om het goed te krijgen. Maar ik geloof niet dat het te laat is, alleen we hebben niet veel tijd meer. Geld voor natuur was best lang een ingewikkeld onderwerp in Den Haag. Natuur werd niet als van levensbelang gezien. Nu trekken we driemiljard euro uit om de natuur te versterken.

Meer dan de helft van ons land bestaat uit boerenland. Dat is in bezit van nog geen 55.000 boeren. Land waar wij, gewone burgers, nooit mogen komen. Maar de bijdrage van landbouwproducten aan het Bruto Binnenlands Product is slechts een paar procent. En dan zo’n enorme impact op onze natuur en ons milieu – hoe valt dat uit te leggen? Ik verzet me tegen het idee van boeren als mensen die alleen maar blind aan het produceren zijn en geen oog hebben voor het landschap. De afgelopen jaren is er veel gebeurd om het boerenland toegankelijk te maken, bijvoorbeeld in de vorm van klompenpaden en fietspaden. Er zijn boeren die hun bedrijf hebben opengesteld voor allerhande maatschappelijke nevenactiviteiten.

Onze maatschappij heeft de boeren na de Tweede Wereldoorlog, vooral onder minister Sicco Mansholt, opgedragen om superproductie te leveren. Om wereldkampioen voedsel te worden. Dat is gelukt, deels ten koste van natuur en milieu. Zeker. Toen ik begon, heb ik ook gezegd dat dat model eindig is. Boeren hebben lang gedaan wat wij ze opgedragen hebben: zoveel mogelijk produceren voor een lage prijs. Ze zijn daarbij in een systeem terechtgekomen waarin ze ook nog concurreren met de wereldmarkt, waar de prijzen steeds verder omlaag gaan. Je kunt dat niet op deze manier blijven doen. Er zijn natuurlijk nu al boeren die stoppen, bijvoorbeeld omdat ze geen opvolger hebben.

Maar tot nu toe allemaal op basis van vrijwilligheid. Ja, en daar wordt door boeren gebruik van gemaakt. En er zijn er ook die de slag maken naar een duurzamer en toekomstgerichter bedrijf. Als je dat niet doet, red je het uiteindelijk niet, daar ben ik van overtuigd. In veenweidegebieden bijvoorbeeld is het niet meer houdbaar om op dezelfde manier door te gaan. Maar voor veel boeren is het lastig om de stap te maken van gangbare landbouw naar biologisch. Gedurende die overstap maken ze twee jaar lang hogere kosten, maar krijgen nog niet de bijbehorende hogere vergoeding. Voor veel boeren is dat een enorme drempel. Wij merkten dat veel banken die overstap niet goed wilden financieren, dus hebben wij een omschakel-programma gemaakt waardoor boeren makkelijker kunnen overstappen.

Lees verder in VARAgids 41 vanaf bladzijde 8.

Meer over:

artikelen
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief

BNNVARA LogoWij zijn voor