Logo VARAgids
Alles over tv, series, films en podcasts

Interview met Astrid Sy

07-09-2020
leestijd 3 minuten
468 keer bekeken
astrid sy preppr
DOOR ROGER ABRAHAMS
Sinds begin dit jaar presenteert Astrid Sy (32) geschiedenisprogramma Andere tijden. Wie is de historica met de Nederlands-Fins- Zweeds-Senegalese wortels? ‘Ik heb lang niet geweten waar ik thuishoorde.’
Het grote publiek kent je nog niet. Laten we je dan maar introduceren op een manier die bij een historica past: chronologisch. Waar en hoe ben je opgegroeid? 
In Leiden. De eerste paar jaar van mijn leven heb ik in Senegal gewoond, waar mijn moeder op de Nederlandse ambassade werkte. Mijn vader is Senegalees. Daarna ben ik teruggegaan, met mijn moeder. Zij ging in Den Haag werken onder Jan Pronk, die toen minister voor Ontwikkelingssamenwerking was. Later heeft ze voor het ministerie van Buitenlandse Zaken veel voor het milieu gedaan, bij de Verenigde Naties bijvoorbeeld, en voor het Kyoto- protocol. Ze was vaak op reis. Dat vond ik als kind heel lastig, maar ik ben er trots op dat zij zo’n carrière heeft weten te maken. Ik ging trouwens vaak mee: Oekraïne, Oezbekistan, Syrië, Koeweit, Amerika.

Onderhield je contact met je biologische vader? 
Ik ben pas met hem in contact gekomen op mijn 21ste. Hij woont in Dakar, de hoofdstad van Senegal. Toen hij hertrouwde, ging ik er voor het eerst naartoe. Met zijn kinderen uit dat huwelijk, een jongetje en twee meisjes, klikt het goed. Die drie wonen in Parijs. Mijn oudste zusje is mijn beste vriendin, we zien elkaar regelmatig.

Had je als kind al een fascinatie voor geschiedenis? 
Een van mijn eerste werkstukken op de basisschool ging over Nicolaas II, de laatste tsaar van Rusland. Ik was helemaal bezeten van het Russische hof. Thuis speelde ik met poppen, waarvoor ik historische verhalen verzon. Er was een speciale My fair lady-Barbie van Audrey Hepburn, die ik extra armoedig maakte door haar rokje aan te branden en met houtskool maakte ik vegen op haar armen. Ik las Jules Verne. Ook was ik gek op musea. Dat alles wat ik deed iets historisch in zich had, realiseerde ik me pas later.

En toen besloot je geschiedenis te gaan studeren. 
Eerst dacht ik dat ik rechten zou gaan studeren, zoals mijn Nederlandse vader. Maar geschiedenis vond ik het interessantste vak op school. Op een dag vroeg de geschiedenisleraar, die ook mijn mentor was, of ik had nagedacht over een studie na mijn eindexamen. ‘Rechten,’ antwoordde ik. ‘Waarom geen geschiedenis?’ vroeg hij. Ik wist niet eens dat dat kon! Het was alsof er een wereld voor me openging.

Je bent gaan studeren in Amsterdam, omdat je uit Leiden weg wilde. Hoe kan het dat je je nooit een Leidenaar hebt gevoeld, zoals je eens in een interview zei? 
Geen idee. Ik heb lang niet geweten waar ik thuishoorde. Ik voelde me niet echt Nederlands. Ik ging vaak met mijn ouders naar het buitenland, vanwege hun werk. En elke zomer gingen we naar Finland, waar mijn oma vandaan kwam, en via mijn opa had ik
een connectie met Zweden. Ik heb lang gehoopt dat ik me in de rode aarde van Afrika eindelijk thuis zou voelen, maar toen ik in Senegal arriveerde, kreeg ik dat gevoel helemaal niet. Nul. Tegenwoordig vind ik dat mijn thuis gewoon is waar ik mijn leven heb opgebouwd: met mijn vriend en zoontje, waar mijn vrienden wonen, waar ik werk. En dat is toevallig hier.

Lees verder in VARAgids 37 vanaf pagina 8.

Meer over:

artikelen
Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief

Al 100 jaar voor