Regisseur Guillermo del Toro over zijn wonderschone film The Shape of Water, binnenkort wellicht de grote winnaar bij de Oscars.
De Mexicaanse filmmaker Guillermo del Toro vult tijdens het interview de Londense hotelkamer, zowel met zijn forse voorkomen als met zijn enorme enthousiasme. Hij heeft met The Shape of Water net de Gouden Leeuw op het filmfestival van Venetië gewonnen. Een paar maanden nadat dit gesprek plaatsvond, won hij in de VS ook twee Golden Globes en het is zeer goed mogelijk dat hij daar begin maart ook de Oscars voor Beste Film en Beste Regisseur mee naar huis neemt. Een glorieuze bekroning van een prachtig maar hoogst onwaarschijnlijk filmproject, dat begon in het hoofd van een Mexicaans jongetje.
‘Toen ik een heel klein kind was, had ik maar één terugkerende droom. Andere kinderen droomden te kunnen vliegen, ik dat ik kon ademen onder water. En toen ik 6 was, zag ik de klassieke monsterfilm Creature from the Black Lagoon. Er zit een scène in die film waarin het monster onder actrice Julie Adams door zwemt. Ze heeft een wit badpak aan en ik werd, net als het monster, meteen dodelijk verliefd op haar. Ik wist toen niet wat ik voelde natuurlijk, maar het wás verliefdheid. En hetzelfde gevoel van liefde had ik voor het monster. Wat een prachtig wezen. Ik stond echt te trillen op mijn beentjes en ik dacht dat die twee samen gelukkig zouden worden en een huis zouden kopen. Deden ze niet natuurlijk. Het monster werd vernietigd, zijn liefde miskend. Sindsdien heb ik vaak gedacht: op een dag maak ik een film waarin het onwaarschijnlijke wel gebeurt, waarin ze samen zijn. Een absoluut onverkoopbaar idee natuurlijk.'
Maar Guillermo del Toro, de regisseur die al tien films maakte waarin hij vooral zijn obsessie met de verhouding tussen monsters en kinderen in beeld bracht, financierde de start van zijn eerste volwassen filmproject gewoon zelf met zijn verdiensten uit grote publieksfilms als Pacific Rim en Crimson Peak. Vervolgens kreeg hij via zijn Mexicaanse collega Alejandro Iñárritu de avontuurlijk ingestelde filmmaatschappij Fox Searchlight mee, die eerder diens eveneens onwaarschijnlijke Oscarwinnaar Birdman had gefinancierd.
The Shape of Water kreeg zodoende steeds vastere vorm. Het monster werd ontworpen en doet nu in veel opzichten terugdenken aan dat wezen uit Creature from the Black Lagoon uit 1954: een onrustbarende kruising tussen een grote man, een amfibie en een vis. De clichématige mooie vrouw in het witte badpak werd vervangen door een ander, echter personage: een schoonmaakster in een ultrageheim overheidslaboratorium waarin het monster wordt onderzocht, gespeeld door de Britse actrice Sally Hawkins (Maudie, Blue Jasmine). Ze kan, net als het monster zelf, niet spreken en dat vormt, zodra ze elkaar illegaal ontmoeten aan de rand van het stalen bassin waarin hij gevangen wordt gehouden, hun eerste band. Die ze verder opbouwen via gebarentaal, de door haar meegebrachte koffergrammofoon en veel, heel veel gekookte eieren.
Dit totaal onwaarschijnlijke scenario werkt op het gemoed. En hoe. De ochtend vóór het gesprek met Del Toro barstte, toen de eindtitels van The Shape of Water op het doek verschenen, op de bioscoopstoel naast mij iemand in snikken uit. Terwijl hij werd getroost door een vriend kon hij alleen maar uitbrengen: ‘This is an incredible film.’ Hoewel ik het droog hield, begreep ik wel wat hij bedoelde. We hadden zojuist twee uur naar een hartverscheurend romantische én duistere film zitten kijken over de diepe, inderdaad ontroerende liefde tussen een stomme vrouw en een hoogst verontrustend amfibisch monster. Ze hadden net seks gehad, die twee, in een ondergelopen badkamer, en ze hadden gevaren getrotseerd in de vorm van vervolging door een meedogenloze overheidsfunctionaris (een geweldige rol van Michael Shannon) en hulp gekregen uit onverwachte hoeken: een homoseksuele illustrator (Richard Jenkins), een zwarte collega (Octavia Spencer) en een gedesillusioneerde Russische spion (Michael Stuhlbarg).
The Shape of Water draait in de eerste plaats om de merkwaardig geloofwaardige en woordeloze liefde tussen mens en monster, maar die wordt door Guillermo del Toro ingebed in de door intolerantie, racisme, angst en haat verteerde Verenigde Staten anno het Koude Oorlogsjaar 1962, kort voor de moord op president Kennedy. Amerika op weg naar een dieptepunt, met net onder de oppervlakte van de film duidelijke verwijzingen naar wat deze Mexicaanse regisseur beschouwt als het moderne Amerikaanse dieptepunt: de regering Trump. Die, volgens Del Toro, hetzelfde openlijke racisme predikt, dezelfde homohaat en dezelfde focus legt op de veronderstelde wensen van witte protestantse mannen als we in de film te zien krijgen.
Maar tegelijkertijd is The Shape of Water een vrolijke film, vol van zwarte humor, hoop en menselijke solidariteit en goedheid, geserveerd temidden van waanzinnig mooi vormgegeven decors. Inderdaad een ‘incredible film’ die, eveneens ongeloofijk voor zo’n vreemde eend in de bijt, dit jaar meer Oscar-nominaties bijeenharkte dan alle andere films: dertien stuks. Maar dat wist Del Toro nog niet tijdens het gesprek.
Deze vreemde film maken, was urgent voor mij. Omdat ik nu 53 ben en negen van de tien films die ik heb gemaakt, parafrases zijn van mijn kindertijd. Hij mag dan voortkomen uit mijn 6-jarige zelf, toch is dit de eerste film die ik als volwassene maak. Hij gaat over volwassen onderwerpen, over wat liefde is, dat liefde de acceptatie is van de ander zoals die is, zonder dat verandering wordt geëist. Zonder dat een monster monsterlijk wordt gevonden en in ogenschijnlijk keurige mannen in nette pakken die zelfhulpboeken lezen, tegelijkertijd wel het ware monster wordt gezien. En hij gaat over het huidige politieke klimaat. Ik heb het verhaal gesitueerd in 1962 omdat dat het geïdealiseerde Amerikaanse verleden is waarnaar onze tijd terugverlangt als wordt gezegd ‘let’s make America great again’. Die tijd wás niet geweldig, niet voor de meeste mensen, en de onze ook niet. Maar als ik The Shape of Water in onze tijd had laten spelen, had ik de film totaal politiek gemaakt en was ik het sprookje verloren. Het sprookje van ‘er was eens in 1962 een Amerika dat nooit bestaan heeft en er was een monster en een vrouw die in stilte wc’s schoonmaakte voor anderen en volledig van het monster leerde houden’. Dat had ik niet nú kunnen laten spelen, een realistische hedendaagse setting had de betovering verbroken.’
Die betovering die is er nu wel, tot het bitterzoete eind aan toe. Tranen liggen voor sommigen op de loer, maar Del Toro’s volwassen sprookje doet vooral ook grimmig glimlachen en weet zelfs mededogen op te wekken voor het echte monster in de film, de verdwaasde overheidsfunctionaris. Die vergeefs probeert de onmogelijke, maar geslaagde liefde in het hart van The Shape of Water te doen kapseizen.
The Shape of Water draait nu in de bioscoop. In onze podcast meer over de film.