Soulzangeres Giovanca (1977) presenteert sinds kort Vrije geluiden. Ook daar legt ze de lat weer hoog. ‘Ik ben niet iemand die heel makkelijk blij is met wat-ie gedaan heeft.’
Van tevoren was ze er heel huiverig voor geweest, maar het bleef afgelopen zondag opmerkelijk rustig op Twitter. Haar eerste optreden als nieuwe presentator van het VPRO-muziekprogramma Vrije geluiden ging tamelijk geruisloos voorbij. Misschien gewoon omdat Giovanca het hartstikke goed deed. ‘Toen Melchior (Huurdeman, red.) na zes jaar aankondigde te stoppen, waren veel kijkers ontstemd. Toen bekend werd dat ik het zou overnemen, waren de reacties soms wat bezorgd: zou de nadruk niet op mijn uiterlijk komen te liggen, of op mijn kleren? Zelf durfde ze niet te kijken op Twitter, maar via Whatsapp kreeg ze af en toe een berichtje binnen. Claudia de Breij liet haar weten dat het ‘prima’ ging, no worries. Zelf had ze zondagochtend bij haar moeder gekeken, samen met haar vriend en haar negen maanden oude dochtertje. ‘Ver-schrik-kelijk’ natuurlijk om zichzelf te zien. En als je het technisch zou analyseren valt er nog heel wat te verbeteren. Maar, helemaal ontevreden was ze ook niet. ‘Voor mij was het belangrijk om de overgang voor de vaste kijkers zo soepel mogelijk te maken, zonder daarin mezelf te verliezen. Ik wilde aanwezig zijn, maar ook op een bepaalde manier afwezig – het gaat niet om mij, maar om de muziek en de mensen die komen musiceren. Zo keek ik ook naar mezelf. Niet technisch, want natuurlijk zei ik te vaak ‘uh’ en uiteraard heb ik gekke trekjes. Mijn uiterlijk liet ik ook buiten beschouwing, want of mijn haar los of juist vast moet, of dat ik hakken aan moet of juist platte schoenen moet dragen, daar zal ik gaandeweg wel achter komen. Inhoudelijk was ik goed voorbereid. Het belangrijkste voor mij was dat ik er was, maar ook weer niet te veel. Ik geloof dat me dat redelijk gelukt is.’
Je stond daar niet als bekende zangeres?? Nee.
Wat deed je om ‘aanwezig-afwezig’ te zijn?? Ik heb me verdiept in de musici. Zij zijn het belangrijkste. Ik ben een soort doorgeefluik. Ik heb nooit eerder tv gemaakt, wel radio, NPO Soul& Jazz en op SublimeFM. Met dat laatste programma stonden we elk jaar op North Sea Jazz. We hadden dan een hoekje en daar stond een bank. Na de optredens kwamen de artiesten dan even op onze bank zitten. Dat waren echte grootheden die daar aanschoven. Ik herinner me Ahmad Jamal, een absolute jazzlegende. Dik in de tachtig en die komt daar dan gewoon met mij praten. Het volgende moment schoof er een soulmeisje aan dat net een van haar eerste optredens had gedaan. Ik leerde dat wanneer je oprecht geïnteresseerd bent, er veel kan ontstaan. Daarbij helpt het natuurlijk dat ik zelf muziek maak. Dat schept een band.
Is muziek de grootste van de kunsten, zoals vaak wordt beweerd?? Wat zo mooi is aan muziek, is dat je eerst iets bedenkt, vaak in je eentje op een zolderkamer – en vervolgens wordt dat van iedereen. Met een concert komt daar nog een laag bovenop. Of je nu muziek maakt voor 50 mensen of voor 50.000. Er gebeurt iets waardoor het eigenlijk out of your hands is. Eigenlijk maak je iets, dat gaat op reis, en jij reist mee. Het is in dat opzicht misschien anders dan een boek, of een schilderij dat je maakt en dat iemand dan ergens anders leest of ziet. Muziek verbindt heel letterlijk. Ik weet dat ik zelf een keer op een festival was, en per ongeluk het ‘verkeerde’ zaaltje in liep. Ik stond nog in de deuropening en werd letterlijk aan de grond genageld. Er was een zangeres, een cajón en een piano. Ik had geen idee wie het was, geen idee wat voor soort muziek ze maakte – ik kon het niet thuisbrengen, maar het was zoiets moois. Ik ging zitten en werd er helemaal ingezogen. Het raakte me tot op het bot, terwijl: er was niets voorgevallen, ik was niet verdrietig die dag, er was niets met me aan de hand. Toen ik na afloop om me heen keek, zag ik dat iedereen in de zaal een soortgelijke reactie had. Van de boomlange vent naast me, tot de vrouwen voor me. Later leerde ik dat ze Concha Lika Buika heette, een Afrikaanse in Spanje geboren zangeres die flamnco mixt met jazz, gypsy en funk. Als muzikant heb je een bepaalde verantwoordelijkheid en die voel je elke keer opnieuw. In elke zaal probeer je dat zo goed mogelijk over te brengen. Niet per se om mensen tot tranen te roeren, maar wel om iets teweeg te brengen. Dat voel ik ook bij mensen die ik spreek. En je weet het van elkaar.
Kun je de spanning die je nu voelde tijdens het presenteren, vergelijken met de spanning die je voelde toen je voor het eerst optrad?? De eerste keer dat ik optrad was ik vier. Dat was toch anders.
Wel spannend?? O ja! Ik weet het nog als de dag van gisteren. Het was op school. De juffrouw zat op haar knieën naast me. Ik speelde fluit. Ik ging ook zingen, mijn vader had dat fonetisch uitgeschreven. Ik herinner me zelfs nog mijn outfit.
De drang was er altijd al?? Ik denk dat als je ouders van musici gaat vragen of dat zo is, je allemaal soortgelijke verhalen, foto’s en video’s krijgt, waarbij hun kinderen de eerste schreden op het podium zetten. Bij mij is dat niet anders. Ik weet nog dat ik ooit een hele middag bezig ben geweest met het tekenen van een vuurrode knop. Drie stiften gingen er aan op. Eronder schreef ik: Stilte Opnamen. En die plakte ik op de deur van mijn kamer. Ik was toen zes ofzo.
En je eerste echte optreden?? Toen was ik ook nog jong. Of nou ja, 18. Eind jaren 90 was dat jong, maar als je nu kijkt, valt dat wel mee. Als je die Voice -deelnemers ziet. Of de dingen die op YouTube worden geplaatst door vaak heel jonge mensen. Er zijn nu zoveel meer kanalen om jezelf te laten zien. Maar goed, ik was 18, zat in een band. Het was Bevrijdingspop, op de Dam. Er stonden 10.000 mensen. Het was heel speciaal. Ik weet dat ik meteen een grote verantwoordelijkheid voelde. En dat is altijd zo gebleven. Op het moment dat je op gaat en je ziet de mensen staan, dan ga je 'aan'. Als je biografieën leest van artiesten dan zie je dat dat een universeel gevoel is. Je gaat aan en blíjft aan. Veel artiesten gaan echt tot de laatste snik door. Celia Cruz die helemaal op was maar nog wel de adrenaline of de passie ergens vandaan wist te halen op het podium, om daarna in elkaar te storten. Miriam Makeba, ook zo’n grote muzikante. Tot op het einde. Het is zo’n kracht.
Wat dat betreft is het iets anders dan presenteren? Ja. Maar dat vind ik ook te gek om te doen. Ik moest tijdens de opnamen denken aan mijn oude schoolmeester, Bert. Vroeger op school al vond ik op het podium staan net zo leuk als het presenteren van de weeksluiting, met van die kaartjes en aantekeningen. Ik kon dan ontzettend genieten van mijn klasgenootjes. Had op zo’n moment ook helemaal niet: dat wil ik ook. In mijn rapport had meester Bert toen geschreven dat het bijzonder was dat ik zo makkelijk kon switchen tussen performen en presenteren en dat ik zo vriendelijk was voor de kinderen die optraden. Maar er stond ook – mind you , ik was negen hè! – dat ik zo hard was voor mezelf. Dat was ook zo. Als ik een naam verkeerd had uitgesproken, kon ik mezelf wel wat aandoen in de coulissen.
Waar komt dat vandaan? Dat zit in me. Ik ben heel perfectionistisch en dat klopt helemaal met hoe ik de muziek zie, en de verantwoordelijkheid die ik voel. Er zijn ook muzikanten die denken: nee joh, het moet gewoon goed voelen, of gezellig zijn of knallen. Dat vind ik ook te gek, maar alles wat ik aangrijp, doe ik met twee handen. En het moet goed, heel goed.
Ben je ook zo streng voor je bandleden?? Haha, uhm, nee… Of misschien een beetje. Ik leg de lat hoog en dat doe ik ook voor mijn omgeving. Mensen die met mij werken, weten dat. Ik weet niet eens of dat streng is, of dat ik alles heel goed wil doen. Ik denk dat iedereen dat in zich heeft. Anders gezegd: ik kan me niet voorstellen dat anderen het niet hebben. Ik zie wel dat sommige mensen dingen wat beter kunnen loslaten. Daar valt nog wat winst te halen. To cut myself some slack … Dat is elk jaar op 1 januari mijn voornemen.
Het is nu 23 januari. Hoe staat het er mee?? Het is een leerproces. Ik ben niet iemand die heel makkelijk blij is met wat-ie gedaan heeft. Ik ben een vrolijk persoon, mensen noemen mij goedlachs, maar ik ben ook gedreven. En ik kan mezelf daarmee in de weg zitten. Als iemand tegen mij zegt – en daar ben ik superjaloers op – ‘dat moet je gewoon parkeren’. Dan denk ik: parkeren – pfff, kon ik dat maar.
Maar je leert, zeg je.? Als ik met een album bezig ben, is mijn wereld niet zo groot. Ik kan dan eindeloos kritisch zijn en mezelf helemaal gek maken. De bevrijding komt zodra ik ga optreden. Ik denk dat het presenteren ook iets kan brengen. Het werken in een team en dat het niet om míj en mijn muziek gaat. Dan krijg je niet de kans om zo bovenop jezelf te zitten.
Erger je je niet wanneer anderen steken laten vallen?? Nog niet hoor. Nogmaals, met je band, dat gaat zo over iets dat uit jouw hoofd is voortgekomen. Dat moet een bepaald gevoel vertalen, een gevoel dat jij zo goed kent. Maar dit is een programma dat al bestond, met een redactie die in beton gebeiteld is, een visionair van een regisseur en Melchior nog steeds als eindredacteur.
Ben je ook nog bezig met een nieuw album? Dat doe ik er nu echt even naast. Ik ben vooral bezig met het opstarten van Vrije Geluiden. Het komt ook op het perfecte moment: ik heb net een baby.Dit programma is wat dat betreft een life saver hoor. In het verleden zou ik tien dingen tegelijk aangenomen hebben. Gewoon omdat ik tien vingers heb. Maar mijn kind gaat nu boven alles. Vijf jaar geleden zat ik het ene weekend in Japan, het andere op de Antillen.
Leefde je in die jaren het leven van een rockster?? Neeeee. Er was altijd die verantwoordelijkheid. Hoe leuk en verleidelijk het ook is om een nacht te verdwijnen in een gekke karaoke bar in Japan met whisky en nieuwe vrienden, ik voelde altijd die verantwoordelijkheid: morgen sta ik in The Billboard Live. Dan was het: gaan jullie maar naar die karaokebar, doe gek, doe wild, kom heel thuis – en dan zie ik jullie morgen bij het ontbijt.
Denk je nooit: sprong ik maar eens uit de band? Of is dat weleens gebeurd?
Niet zoals mensen zich dat voorstellen. Maar het is niet dat ik een saai leven leid of heb geleid. Ik ben bijvoorbeeld ambassadeur van Plan Nederland en Amref Flying Doctors. Voor hem ben ik op plekken geweest waaraan zeker risico’s kleven, ook dat zijn loslaat-dingen geweest. Angst loslaten in een land waar oorlog is, bijvoorbeeld.
Ik heb nooit de behoefte gehad om een wild bestaan te leiden met heftige feesten met drank en drugs – en dat hoeft ook niet. Heb je dan minder hard geleefd? Wat ik me soms heb afgevraagd, maar dat komt meer vanuit een romantisch idee, is of je nou een heel andere plaat maakt vanuit de goot. Zo iemand die helemaal naar de gallemiezen gaat met drank en daardoor een bepaald boek kan schrijven. Je ziet dat natuurlijk ook bij muzikanten. De conclusie is: ongetwijfeld wordt dat een ander album, maar die rol heb ik niet.
Je bent een keurige vrouw die soulmuziek maakt.? Je kunt heel veel bagger meemaken of zien zonder zelf aan de drank te hoeven zijn. Er gebeuren in het leven genoeg lelijke dingen waarover je kunt schrijven. Maar wie wil je zijn in de muziek. Hoe klink je? Hoe ik mijn stem ook gebruik, ik heb geen boze, rauwe stem, hij is niet hard, niet scherp. Er zit een bepaalde zachtheid in mij als persoon. Ik denk dat muziek een reflectie is van wie je bent. Wat ik beoog met mijn muziek moet ook kloppen met wat ik beoog als mens. In mijn beleving ben ik kleurrijk. Niet braaf, maar breed.