Onderhoudende actiefilm voegt weinig toe aan het discours over de Tweede Wereldoorlog.
In Captain Phillips (2013) bewees Tom Hanks al dat hij moeiteloos de kapitein van een schip kan spelen. In Greyhound doet hij dit dunnetjes over. Het verhaal – Hanks bewerkte het boek The Good Shepherd (1955) tot een compact scenario – speelt zich af in 1942. De Verenigde Staten hebben zich in de Tweede Wereldoorlog gemengd, en de gezagvoerder van een torpedobootjager, Ernest Krause (Hanks), moet een konvooi van 37 geallieerde schepen door de Atlantische Oceaan gidsen. Gevechtsvliegtuigen kunnen vanwege hun beperkte actieradius slechts tijdens het begin en einde van de reis de colonne escorteren, waardoor Duitse U-boten onderweg hun kans zien.
Dus zien we Hanks voortdurend gebiologeerd staren door een patrijspoort, waarin de regendruppels worden weggeveegd door een heftig bewegende ruitenwisser. De kapitein en zijn gevolg zijn op hun hoede. Hydrofoons en radars zoeken naarstig naar vijandige bewegingen. Waardoor de film zich ontpopt als een soort omgekeerde Das Boot. Maar het is evengoed een beklemmende zoektocht naar een tamelijk onzichtbare vijand in de duisternis. En als de strijd dan uiteindelijk losbarst, dan zien we de zeeslag vanuit een vogelvluchtperspectief; het denkbeeldige perspectief van piloten die ironisch genoeg afwezig zijn. Met een leidsman die dingen als ‘roer hard naar rechts’ naar zijn manschappen schreeuwt.
Hanks doet het met verve. Het is natuurlijk niet zijn eerste rodeo, ook niet als scenarist (zo schreef hij in 2001 een aflevering van Band of Brothers ). Het resultaat is een actiefilm die sterk geworteld is in klassiek Hollywood. Een drieakter die trouw de filmconventies volgt: Krause is een devoot man die graag terug wil keren naar Amerika waar zijn love interest (Elisabeth Shue) op hem wacht. Zodoende is zijn overlevingsdrang sterk. Greyhound draait om Krause’ innerlijke strijd en de dilemma’s waarmee hij kampt zodra blijkt dat het konvooi wordt achternagezeten door een zogeheten wolvenroedel bestaande uit bloeddorstige Duitse onderzeeërs.
De vijand komt – net als in Das Boot – amper aan bod. Waarmee Greyhound zich vooral focust op de bravoure van de Amerikaanse marine. Wat zegt de film in dat licht met zijn patriottisme over de Verenigde Staten? Misschien wel dat de vijand volledig verslagen dient te worden om een wraakpoging te kunnen voorkomen? Of dweept Greyhound iets teveel met de triomfen uit een intussen iets ver verleden? Het is moeilijk om hier harde conclusies uit te trekken, misschien wel omdat de film politieke boodschappen goeddeels uitsluit. In dat opzicht had het weinig innovatieve maar uiterst vermakelijke Greyhound ook dertig jaar geleden gemaakt kunnen worden.