De makers houden het overzichtelijk in deze geslaagde Scandinavische crimi.
Een lijk in de bossen, een doofpot en twintig kilo cocaïne. Grenseland laat zien dat je eigenlijk niet heel veel nodig hebt voor een goede Scandinavische crimi. Dus geen overdreven ingewikkelde moordscenario’s die eigenlijk onmogelijk door één persoon uitgevoerd kunnen worden (zoals Midnight Sun ), of een volgepropt plot dat uit drie aparte detectivemysteries lijkt te bestaan (zoals Monster ). Gewoon, een compact plot, met een handvol centrale spelers en een aantal onverstandige keuzes.
Wanneer we aan het begin van Grenseland (ook bekend onder de titel Borderliner) politieagent Niko (Tobias Santelmann) ontmoeten, heeft hij het recht aan zijn zijde. Omdat hij net een alom gewaardeerde collega van corruptie heeft beschuldigd, raden zijn superieuren hem aan zijn heil maar even ergens anders te zoeken, totdat alle commotie voorbij is. En zo gaat Niko voor een rustig weekendje weg op bezoek bij zijn broertje Lars (Benjamin Helstad) en diens twee kinderen.
Een crimi zou natuurlijk geen crimi zijn zonder een moordmysterie, en dus worden Niko en het dorp al snel geconfronteerd met de moord op een dorpeling, iets waar Lars, tevens politieagent, meer van lijkt te weten. En dan staat de eens zo rechtschapen Niko opeens voor een dramatische keuze: wat is belangrijker? Gerechtigheid? Of familie?
Stapje voor stapje draaien de makers de duimschroeven steeds verder aan. Zo gaan bij rechercheur Anniken (Ellen Dorrit Petersen) al snel alarmbelletjes rinkelen wanneer Niko het sterfgeval opeens nonchalant afdoet als zelfmoord. En ook Lars, toch een beetje de Fredo Corleone van de serie, en de andere 'partners in crime' blijken niet van plan het script te volgen dat Niko zo mooi in gedachte had.
Met als gevolg dat onze brave Hendrik steeds dieper wegzakt in het morele drijfzand waar hij zelf vrijwillig was ingestapt. Maar blijft hij achter de feiten aanrennen, of weet hij de vicieuze cirkel te doorbreken?