Praten met Josse de Voogd is praten over zandgrond, en veen, en klei. Over de Tachtigjarige Oorlog. Over Etten-Leur. En tegelijkertijd óók over hedendaagse politiek. Dat zit zo: De Voogd is electoraal geograaf. Hij onderzoekt hoe eeuwenoude scheidslijnen (denk: de grens tussen zand en veen, of tussen katholiek en protestant) nu nog doorwerkt in het stemgedrag van Nederlanders. In het vierluik Aangehaakt (een knip- oog naar zijn boek Atlas van afgehaakt Nederland’, dat hij schreef met columnist René Cuperus) vertelt hij erover. In de serie reist hij langs vier verschillende gemeentes om te tonen hoe de bevolkingssamenstelling is – en waar deze samenstelling uit voortkomt. Hij legt verbanden die voor een politieke leek vergezocht lijken, maar zonder meer een veelzeggende samenhang hebben.
Neem nou die grondsoort. Deze heeft echt invloed op een samenleving, en daarmee op stemgedrag, stelt De Voogd.
‘Op zandgrond kon je in het verleden overal bouwen, anders dan bijvoorbeeld op veen; die bodemsoort moest klaargemaakt worden voor bebouwing. Steden op zandgronden, zoals in Brabant, zijn vaak wat minder planmatig opgezet dan op veen. Ze zijn wat chaotischer gegroeid, ze ontstonden langs landwegen; later zijn tussen die bebouwde wegen nieuwe woningen gebouwd. Hierdoor zijn scheidslijnen minder hard. Dat zie je nog steeds terug in de samenleving en in het stemgedrag.’
Lees verder op blz. 18 van VARAgids 10.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief