Gooijer ziet: de bioscoop van de toekomst?
13-09-2016
• leestijd 2 minuten
Op IBC, de jaarlijkse film en tv technologie-beurs in Amsterdam, presenteerde regisseur Ang Lee gisteren een elf minuten lange clip uit zijn film Billy Lynn’s Long Halftime Walk. Het was een bizarre ervaring.
Sinds zijn film Life of Pi stoeit Ang Lee graag met hypermoderne technologie en met Billy Lynn’s Long Halftime Walk streeft hij zelfs regisseurs als Peter Jackson en James Cameron voorbij. De film is de eerste die is geschoten in 4K, 3D en 120 fps per oog. Pardon? Het beeld heeft een erge hoge resolutie (veel beeldpuntjes, veel meer dan blu-ray en HD tv en te vergelijken met UHD televisies), het is in 3D maar dan minder donker dan de 3D waaraan we gewend zijn geraakt en ieder oog van de kijker wordt getrakteerd op 120 beeldjes per seconde waar dat er normaal 24 zijn. Die traditionele 24 beeldjes zorgen voor de vertrouwde film-look, inclusief motion blur en andere gevolgen van de inmiddels honderd jaar oude analoge projector- en cameratechnologie.
De 120 beeldjes van Ang Lee hebben niets vertrouwds. Het bekijken van de clip was iets totaal anders dan de normale bioscoop-ervaring en ook anders dan de verguisde 'video-look' van Peter Jacksons Hobbit -films die werden opgenomen met 48 beeldjes per seconde. In de trailer van Billy Lynn’s Long Halftime Walk is te zien waar de film over gaat: Amerikaanse soldaten die even uit de oorlog in Irak worden gehaald om te figureren in een show met Destiny's Child tijdens de rust in een sportwedstrijd:
Wat niet is te zien, is hoe de perfecte helderheid, scherpte, de geweldige 3D en de heftige gevechtsscènes tezamen een belevenis genereerden die voor sommige kijkers meer op een soort visuele aanranding leek dan op een bioscoopervaring. Het cliché dat iedereen bleef herhalen en dat ook de beste omschrijving is, is dat je niet naar een scherm maar door een raam kijkt. De horror van de man-tot-man gevechten kwam zo duidelijk over dat je niet het gevoel had in een bioscoop te zitten maar in een gevecht. Een ongelofelijke technologische en artistieke prestatie waaraan we, zo benadrukte Ang Lee een paar keer, gewoon aan moeten wennen. ‘Geef het wat tijd’, zei hij steeds. Nou is er letterlijk nog geen bioscoop op aarde die de film zo kan projecteren als gisteren in de RAI, zo cutting edge was de voorstelling. Maar 4K, 3D en 60 beeldjes per seconde kunnen veel theaters aan en in dat format gaat de film in november draaien. En dat is ongetwijfeld al erg genoeg voor de meeste kijkers.
Als dit de toekomst van film is, staat ons een omwenteling te wachten. Het beeld is echter dan echt. Behalve gaaf en spectaculair was de ervaring ook verontrustend. Digitale cinema heeft natuurlijk de toekomst, maar dat analoge heeft een schoonheid die aan dit 120 fps hyperrealisme op het eerste gezicht ontbreekt. Maar waarschijnlijk heeft Lee gelijk en moeten we het gewoon wat tijd geven.