Liefde, patchouli en stereotypen in kruising Call the Midwife en The Best Exotic Marigold Hotel.
Je kent het wel. Je bent beginnend kinderarts, je relatie loopt stuk, een collega met een superioriteitscomplex loopt aan je hoofd te zeuren én het wc-papier is op. Dan zit er natuurlijk maar één ding op: je neemt de eerste vlucht naar India om daar in een ziekenhuis te gaan werken en jezelf terug te vinden. Althans, dat is de gedachtegang bij de Brits-Indiase Ruby Walker (Amrita Acharia) in de exotische ziekenhuissoap The Good Karma Hospital.
Al snel blijkt het ziekenhuis waar ze terecht komt lang niet zo professioneel en antiseptisch als verwacht. Het Good Karma Hospital is een aanbiddelijk, kleurrijk en krakkemikkig gebouw, aantrekkelijke eigenschappen voor een authentieke Engelse cottage, maar niet direct de beste aanbeveling voor een plek waar je naartoe gaat voor ingrijpende operaties en de behandeling van besmettelijke ziektes.
Het ziekenhuis wordt vol enthousiasme gerund door Britse emigrant Lydia Fonseca (Amanda Redman), een streng maar rechtvaardige dokter op Birkenstocks, die duidelijk niet onder de indruk is van een naïeve en impulsieve kinderarts die haar tijd in India had voorgesteld als een relaxte werkvakantie. Het ziekenhuis mag dan ‘good karma’ heten, hier zit je dienst er pas op wanneer alle patiënten weg zijn.
Wat betreft de prachtige plaatjes – niet opgenomen in India, maar in Sri Lanka – en de sfeervolle muziek is The Good Karma Hospital als een warm bad. Een mix van Call the Midwife en The Best Exotic Marigold Hotel, met in de allereerste aflevering al genoeg drama om één mensenleven te vullen. Ook de personages hebben de juiste mengeling van eigenzinnig en sympathiek. Vooral Amanda Redman zet met duidelijk plezier de tanden in haar rol van taaie tante met een klein hartje.
De verbeelding van India is helaas wat problematischer. Voor een serie die zich afspeelt in hedendaags India hangt The Good Karma Hospital wel heel erg aan de westerse personages. Naast Dokter Fonseca en Ruby (die zichzelf ook voornamelijk als Engelse ziet), volgen we ook de avonturen van lokale caféhouder Greg (Neil Morrissey) en een ouder Brits echtpaar waar de vrouw (Phyllis Logan, Mrs Hughes uit Downton Abbey) niet lang meer te leven heeft. Behalve norse chirurg Gabriel (James Floyd), die nog net geen bordje met de tekst ‘toekomstige romantische partner van Ruby’ draagt, komen de andere Indiase karakters de eerste twee afleveringen niet echt uit de verf.
De Indiase cultuur komt vooral terug in de vorm van narratieve obstakels die net zo makkelijk worden opgeworpen als opgeruimd. Neem het verhaal van de taxichauffeur die in de pilot plots niet met een eerste zoon, maar met een derde dochter wordt geconfronteerd. Dat papa zijn handen aftrekt van de zoveelste dochter, die ook nog eens een hartafwijking heeft, is weinig sympathiek, maar wel pragmatisch: dochters zijn in India kostbaar – elk meisje komt met een bruidsschat. Daarnaast had dokter Fonseca hem – terwijl ze wel degelijk beter wist - bezworen dat de baby een jongetje was. Alle praktische, financiële en ethische dilemma’s verdwijnen echter als sneeuw voor de zon wanneer Ruby hem zijn kersverse dochter in de handen duwt.
Het is zowel een zwakte als de charme van de serie: voor ziektes en slangenbeten is er een medicijn of tegengif – mits de medewerkers niet zijn vergeten deze bij te vullen – voor alle andere kwalen helpt liefde, compassie en zonneschijn.
The Good Karma Hospital. Vanaf 13 augustus te zien bij BBC First