Oninteressante actiefilm waarin Will Smith en zijn jongere kloon elkaar achterna zitten is vooral een showcase voor twee nieuwe filmtechnieken.
Regisseur Ang Lee (Sense and Sensibility, Brokeback Mountain) was ooit gespecialiseerd in menselijk drama, maar heeft sinds Hulk (2003) en Life of Pi (2012) ook de technieken van digitale cinema omarmd, en alleen dat maakt Gemini Man boeiend.
Als actiefilm is het een flop: een oninteressant en onsamenhangend verhaal over een overheidsprogramma dat niets ontziende moordenaars opleidt en kloont, op zoek naar de ideale soldaat/huurmoordenaar. Henry Brogan (Will Smith) is hun eerste rekruut, zijn jongere kloon Junior (wederom Will Smith, digitaal verjongd) hun meeste recente. Het script, dat al zo’n twintig jaar in Hollywood rondhing omdat het digitaal verjongen van een acteur technisch steeds ongeloofwaardig bleek, is totaal ingehaald door veel intelligentere films over strak getrainde moordmachines in gewetensnood, zie vooral de Bourne-trilogie.
De trailer van Gemini Man verraadt één en ander al goeddeels: Henry wil met pensioen, Junior wordt achter hem aangestuurd om hem om te leggen, de twee blijken aan elkaar gewaagd en verbroederen uiteindelijk om zich tegen hun werkgever Clay Verris (Clive Owen) te keren, die tevens hun beider vaderfiguur is. Ze worden geholpen door twee bordkartonnen sidekicks: een totaal verspilde Mary Elizabeth Winstead ( Fargo S03 , 10 Cloverfield Lane ) en Benedict Wong (die Wong speelt in de Marvel-films ). Psychologisch heeft het de diepgang van een vogelbadje en de actiescènes zijn soms wel adequaat en soms behoorlijk belegen, en leggen het per saldo geheel af tegen moderne actie à la John Wick.
Technisch gezien is het een ander verhaal. De film wordt in sommige theaters (de marketing-term is 3D+, de technische term is HFR oftewel high frame rate) getoond met een frame rate van 60 of zelfs 120 beeldjes per seconde in plaats van de standaard 24. Gevolg is een angstwekkende beeldscherpte en de afwezigheid van ‘motion blur’, wat inhoudt dat alles in beeld zonder haperingen en vervagingen zichtbaar blijft, ook bij heftige en snel bewegende shots. Het effect is behoorlijk wennen, maar in sommige shots zorgt HFR voor een ‘you are there’-gevoel dat indrukwekkend is. Vooral in het zonovergoten begin van de film en tijdens een lange achtervolging op motoren voegt HFR iets toe, hoewel onmogelijk precies is te omschrijven wat, temeer doordat het vooral afhangt van jouw individuele perceptie en voorkeuren. Ook close-ups van acteurs zijn bevreemdend echt; HFR plus 3D maakt dat je de neiging krijgt om door hun haar te woelen om te controleren of ze nou echt voor je staan of niet. Het is voor de geïnteresseerden in bioscooptechniek zeker een reden om Gemini Man te gaan zien.
Wat de creatieve mogelijkheden zijn zal de toekomst uitwijzen, maar nadelen zijn er ook. Het hyperrealisme zorgt ervoor dat intiemere en donkere scènes een moeilijk te definiëren gevoel van nepheid oproepen. Het is alsof je staat toe te kijken tijdens de repetities en alsof de magie van film wordt verpest. Dit effect wordt vaak omschreven als ‘video look’ of ‘soap opera look’ en daar is het wel aan verwant, maar het is toch subtiel anders. De voortdurende beeldscherpte heeft als nadeel dat je oog voortdurend blijft hangen bij details - de climax van Gemini Man speelt zich af in een soort ijzerwarenwinkel, en dat je alle etiketten van alle producten op de schappen kunt lezen leidt nogal af van het slaan en schieten waar de scène om zou moeten draaien - en na twee uur raakt je brein ook uitgeput door zoveel visuele input.
Ook doet HFR regelmatig iets storends met de scherptediepte en de film oogt daardoor soms juist platter dan gewone 3D, doordat een soort Viewmaster-effect optreedt waarbij je naar slechts twee beeldlagen lijkt te kijken: voorgrond en achtergrond. Niet de bedoeling van 3D natuurlijk. Een paar regisseurs zijn enorm pro-HFR, vooral Peter Jackson van de Tolkien-films en James Cameron van de komende Avatar-films. Veel anderen moeten er niets van hebben en vergelijken het effect met de gehate ‘motion smoothing’ op moderne televisies. Of andere makers en het publiek HFR zullen omarmen moeten we dus nog zien. Een combinatie van frame rates lijkt artistiek in elk geval boeiender en effectiever dan een hele film in HFR.
De 'de-aging' van Will Smith is de tweede innovatie en ook daarbij hangt het succes af van het brein en de ogen van de kijker. Persoonlijk vond ondergetekende de jonge Will Smith meestal erg creepy, duidelijk nep en zwaar aan de digitale botox. Een duidelijk geval van de griezelvallei (uncanny valley). Het doet het ergste vrezen voor Indiana Jones 5, waarin Harrison Ford eenzelfde lot wacht (bekijk voor een ander goed voorbeeld van 'de-aging' ook de trailer voor Martin Scorsese's The Irishman , red.). Maar andere kijkers ervoeren de jonge Will Smith juist als volkomen natuurlijk.
Deze twee innovaties zijn de reden om Gemini Man te gaan zien. Ze staan nog in de kinderschoenen, maar boeiend zijn ze zeker en op hun best ook hoogst indrukwekkend.