Historisch drama oogt nog steeds flets, opzichtig en gekunsteld.
Een televisieserie die van critici weinig lof krijgt, kan toch colonnen aan kijkers aantrekken. Dat bewees Frontier al met twee seizoenen flets kostuumdrama, met vleugjes bloederige bravoure. Showrunners Rob en Peter Blackie maken graag gebruik van de volgende wapenspreuk: beter goed gejat dan slecht bedacht. Ware het niet dat veel aspecten rondom hun in de achttiende eeuw gesitueerde epos nogal gekunsteld aanvoelen. Zoals de openingsscène van de eerste aflevering van het derde seizoen: de redcoats – de Britten van de Hudon’s Bay Company - hebben een Metis-dorp (een gemeenschap van oorspronkelijke bewoners en nieuwkomers) in vuur en vlam gezet.
Krachtpatser Declan Harp (Jason Momoa) is samen met zijn souffleur Michael Smyth (Landon Liboiron) net te laat om de slachting die hierop volgt te voorkomen. Het geluid van een zeurende viool begeleidt slowmotion beelden van Harp en Smyth die zich met hun bijlen revancheren: rood bloed vloeit over de rode stof van de jassen van de Britse troepen. Sommige onfortuinlijke soldaten worden door Harp gescalpeerd. Het is een opzichtig en olijk tafereel. Hier zeggen de makers: alsjeblieft, houd van onze protagonist, en hekel de kolonisten. Maar omdat het, net als in de eerste twee seizoenen, aan diepgang ontbeert, blijft de liefde absent.
Het staat buiten kijf dat je je niet per se hoeft te kunnen identificeren met de hoofdpersoon uit een verhaal, maar in Frontier had het zonder twijfel geholpen. Momoa weet zijn kleurloze acteerwerk niet te compenseren met zijn spierkracht, als hij voor de zoveelste keer de Black Wolf Company (een verzameling bandieten, die het monopolie van de Britten op de pelsjacht wil doorbreken) wil verenigen. Hij stuurt Smyth eropuit om Sokanon (Jessica Matten), de aanvoerder van de oorspronkelijke bewoners, te overtuigen om zich te voegen bij deze oorlog. Onderwijl zien we in achterkamertjes de Britten hun volgende zet beramen.
Het is nog steeds de Britse verdeel en heers-politiek tegenover verschillende facties die het niet met elkaar eens kunnen worden; meer van hetzelfde gesteggel. Zo blijft de Britse dominantie nog even bestaan. Ironisch genoeg opent de aflevering met een citaat van Margaret Thatcher: ‘Standing in the middle of the road is very dangerous; you get knocked down by traffic on both sides.’ Deze uitspraak geldt niet voor Frontier: hoe vaak de serie door critici ook spreekwoordelijk wordt ‘aangereden’, de kijker vaart steevast zijn eigen koers.