Foodporn is visueel interessant, maar net als bij haar erotische naamgever schort het soms aan de rest.
Feed the Beast vertelt het verhaal van Tommy Moran (David Schwimmer) en Dion Patras (Jim Sturgess). De heren startten ooit samen een restaurant, maar het noodlot zorgde ervoor dat deze droom in rook opging, letterlijk. Dion werd gepakt voor brandstichting in zijn eigen keuken en draaide de bak in. Tommy’s vrouw kwam om bij een auto-ongeluk en liet hem met zijn zoon achter. De daarop volgende depressie wordt door hem in toom gehouden door een nieuwe relatie, met de fles. Dion wordt uiteindelijk door de maffia uit de gevangenis gehaald om te zorgen dat hij zijn schuld van 6 ton inlost. De belofte van een nieuw restaurant, Thirio genaamd (Grieks voor beest), lijkt de twee heren weer van nieuwe energie te voorzien. Dion als chefkok en Tommy als sommelier. Helaas zorgt Dion status van ex-gevangene voor nogal wat addertjes onder het gras: Tommy heeft geen idee dat ze eigenlijk samen een witwasserij voor de maffia beginnen.
AMC’s zomerserie is ook een lesje in stadssociologie. Gentrificatie en haar invloed op verschuivende demografie van een stad neemt een belangrijke plaats in het verhaal in. ‘Wat heeft de Bronx niet?’ vraagt Tommy, in een poging een investeerder over te halen. ‘ White people ’ antwoordt de norse man. De Bronx is het laatste frontier in New York, hier zijn de oorspronkelijke inwoners nog niet verjaagd en de huur nog niet opgejaagd. Maar als ze komen, de welvarende stedelingen, dan is Thirio daar om hun monden te voeden.
De cast en crew van Feed the Beast smeden met veel pijn en moeite een authentieke keuken. Figuranten kregen kooklessen, David Schwimmer leerde wijn decanteren als een pro en Jim Sturgess sneed zijn halve vinger er af. De set is van boven tot onder een echt restaurant, tot op de millimeter ingericht door professionals. Top Chef winnaars en sommeliers van NoHo werden aangetrokken om de boel echt te laten draaien. Tommy’s geneuzel over wijn klinkt pedant, en dus natuurgetrouw. De ‘ drugs of choic e’ van beide heren – coke voor de chef en alcohol voor de sommelier – lijken ook uit het leven gegrepen. De gerechten die Dion maakt zijn watertandend mooi. Close-ups van kooktechnieken worden afgewisseld met prachtig opgemaakte borden. Het eten in de show lijkt heerlijk en geeft de huidige pretentieloze trend (alles draait om het ingrediënt) in het Amerikaanse koken weer.
De visuele aspecten van Feed the Beast zijn zonder meer in orde. De dialogen en ondersteunende personages daarentegen zijn af en toe vervreemdend. Als Tommy wil aangeven hoeveel pijn het afscheid van zijn vrouw hem kostte, vertelt hij over de keer dat hij haar gebitsbeschermer moest weggooien. De anekdotes die hij over haar dood vertelt bij zijn rouwgroep zijn uitgekauwd en ongeïnspireerd. De tandentrekkende maffiabaas genaamd de ‘Tandenfee’ lijkt nodeloos theatraal. Tommy’s racistische vader, in rolstoel, met doofstomme lakei in beige overal evenzo. De leader van de show, waarin we aan de hand van computeranimatie gedekte tafels zien, is kenmerkend voor de vreemde keuzes die het productieteam af en toe lijkt te maken.
Er schuilt een degelijke serie onder alle kwalen van deze start-up. Vooralsnog lijkt het alsof de show nog in haar huid moet groeien. Schwimmer en Sturgess creëren een geloofwaardig vriendschap. Hun verhaallijn is boeiend. Dat, gecombineerd met de interessante manier waarop de serie de gentrificatie in de Bronx erbij betrekt, is genoeg om de aandacht vast te houden. Al is het maar om dan volledig geïnformeerd aan een (ongetwijfeld meer gepolijst) tweede seizoen te kunnen beginnen.