Zinderende scènes zijn opnieuw uit het leven gegrepen.
De chaos (Fauda betekent chaos in het Arabisch) maakt een comeback in het tweede seizoen. Ex-commando Doron Kavillio (acteur Lior Raz is tevens de showrunner) moet noodgedwongen zijn nieuwe bestaan als schaapherder in de Israëlische woestijn tijdelijk staken omdat zijn leven in gevaar is. En dus voegt hij zich bij zijn oude antiterreureenheid in Jeruzalem. Want de zoon van sjeik Awadalla – de aan Hamas gelieerde terrorist Al Makdasi – wil wraak nemen op de man die zijn vader vermoordde. In de eerste aflevering zien we hoe hij samen met zijn lotgenoot Walid Al Abed de plaats delict bezoekt, waar het lichaam van de sjeik dankzij een door Kavillio opgetuigde bomgordel in duizenden stukjes explodeerde.
Ook vindt er een bomaanslag plaats in Jeruzalem, waarbij vijf doden vallen. Een handlanger van Al Abed verkleedt zich als joodse man door een keppel te dragen, en pleegt een aanslag. Zo’n gedaantewisseling is eveneens exemplarisch voor het werk van agenten van veiligheidsdiensten in Israël, die Arabisch spreken en Arabisch ogen om achter de linies in Palestijnse gebieden hun werk te kunnen doen. Kavillio en consorten doen niets anders dan make-up opdoen, en correct de taal van de vijand leren spreken, waarop ze tijdens missies Palestijnse wijken infiltreren. Op zoek naar terroristen. De voertaal in Fauda is dan ook vooral Arabisch, in plaats van Hebreeuws.
Die zorgvuldigheid – het oog voor detail – vormt de ingewikkelde taak van Lior Raz en zijn co-scenarist Avi Issacharoff (net als Raz ook een ex-militair). Veel zinderende scènes zijn ook in het tweede seizoen uit het - of hun - leven gegrepen. Hoewel Fauda natuurlijk onderhevig is aan dramatisatie: niet alles is even waarheidsgetrouw. Veel personages – zoals Kavillio en Al Makdasi – worden gedreven door wraakzucht, en zijn psychopathisch. Het zijn hun irrationele gedragingen die de spanning in de serie genereren. En er zijn natuurlijk de vele agitaties op microniveau; de liefdesrelaties en scheidingen.
Ondanks de vele kritiek op Fauda zit je aflevering na aflevering op het puntje van je stoel. Die kritiek is overigens terecht en hypocriet tegelijk. Het Midden-Oosten ligt onder een vergrootglas. Derhalve vinden critici dat je als scenarist voorzichtig moet zijn met hetgeen dat je verbeeldt. Zie bijvoorbeeld dit artikel uit The New Yorker. Fauda slaat soms de plank mis, als het gaat om de Palestijnse perceptie: criticasters vinden dat daar te weinig aandacht voor is. En dat is spijtig. Niettemin geeft de serie wel een podium aan een half-Israëlische en half-Arabische cast. Waarmee de acteurs bewijzen dat het wel kan. Samenwerken en samenleven.