De strijd tussen de 'haves' en de 'have nots' op een Spaanse eliteschool is buitengewoon verslavend.
Wanneer een middelbare school in een arme Spaanse wijk wordt verwoest door een aardbeving, mogen drie uitverkoren studenten verhuizen naar Las Encinas: een prestigieus instituut voor de elite. Voor Christian (Miguel Herrán), Nadia (Mina El Hammani) en Samuel (Itzan Escamilla) is als goedmakertje een beurs geregeld, in tegenstelling tot de rest van de leerlingen. Saillant is dat de architect die verantwoordelijk is voor het schandaal - hij gebruikte goedkope bouwmaterialen - zijn kinderen ook heeft ondergebracht op de academie. Zo verschijnen drie pubers van eenvoudige komaf op een instituut waar ‘de leiders van morgen’ worden opgeleid. En die leiders zijn geen lieverdjes.
Vanaf de eerste les breekt de strijd tussen de 'haves' en de 'have nots' los. De gespierde vrouwenversierder Christian wordt beschimpt vanwege zijn ogenschijnlijke gebrek aan tact en intelligentie; Samuel wordt gekleineerd vanwege zijn defaitistische houding (hij wil de rijkeluiskinderen niet dwarszitten); moslima Nadia wordt verzocht op het schoolterrein haar hijab af te doen. In hun chique uniforms lopen ze door de verraderlijke wandelgangen, die rieken naar machtswellust. Zo is er de zoon van de architect, Guzmán (Miguel Bernardeau), een korpsbal die erop los manipuleert, en zijn seks-buddy Lucrecia (Danna Paola): een onvervalste, venijnige feeks.
Vooral de welgestelde scholieren zijn stuk voor stuk onuitstaanbaar, hoewel er in het degelijke script van de ervaren scenaristen Darío Madrona en Carlos Montera wel volop ruimte is voor kruisbestuiving. Dat wil zeggen: de armen die relaties cultiveren met de rijken en vice versa. Zo raakt Samuel verliefd op de dochter van de architect, Marina (María Pedraza), en heeft zij op haar beurt een oogje op Samuels criminele broer Nano (Jaime Lorente). Ook zijn er affaires die een meer kunstmatig karakter hebben: Clara (Ester Expósito) laat haar vriendje graag toekijken terwijl ze vrijt met Christian; Guzmán wil de kuise Nadia voor het blok zetten door haar te verleiden.
En dan is er per slot van rekening nog de moord, waarnaar in elke aflevering wordt verwezen via verhoorscènes in flashforwards. We zien Samuel, met bloederige handen, terwijl een forensische dienst een lijk onderzoekt. Het zijn allemaal verhaallijntjes die niet zouden misstaan in een nieuwe opvoering van Cruel Intentions : de sensuele cultfilm over incest, en andere seksuele transgressies in een decadent milieu. Een ander in het oog springend element zijn de rollen van drie acteurs uit La Casa de Papel : Pedraza, Lorente én Herrán. Vooral de laatste valt op: in La Casa de Papel is hij een bedeesd jonkie; in Elite is hij de stoere bink. Hoewel je je niet aan de indruk kan onttrekken dat hij al lang geen puber meer is. Dat geldt ook voor de rest van de cast: twintigers spelen tieners.
Dat kan evenwel de pret niet drukken. Elite is net als La Casa de Papel melodramatisch en soapy. Maar op een goede manier. Ja, het zijn allemaal knappe koppen; en dat is echt geen representatie van de werkelijkheid. Niettemin wíl je weten wie de moordenaar is, en wie met wie gaat. Dat ligt ook aan het regiewerk van Ramón Salazar, een regisseur met een behoorlijke staat van dienst. Je kan zien dat hij zonder problemen met jongere acteurs kan werken. Zijn samenwerking met het schrijversduo Madrona en Montera is dan ook – net als La Casa de Papel, overigens – geen diepzinnig relaas, maar wel buitengewoon verslavend.