Curaçao heeft zwaar geleden onder de coronacrisis, zo zien we in Rauw Curaçao. Programmamaker Wensly Francisco, geboren op het eiland, kijkt echter vol optimisme vooruit.
Het is een ‘ontzettend persoonlijke’ serie geworden, zegt Wensly Francisco. Voor Rauw Curaçao, de nieuwe reeks van BNNVARA die hij maakte met Kees Schaap, bezocht Francisco viermaal het Caribische eiland waar hij in 1980 werd geboren. Op zijn zevende vertrok hij met zijn moeder van Curaçao naar Nederland. ‘De zee kwam ertussen,’ zo omschrijft hij de emotionele afstand die daarmee ontstond. ‘Ik droeg de identiteit wel, maar die voelde ik nooit. Alles wat ik doe en hoe ik naar de wereld kijk, is bepaald door de manier waarop het in Nederland gaat. Tijdens het filmen voelde Curaçao als een thuis voor mij, maar ik was toch ook een toerist in eigen land geworden.’ Dat veranderde gaandeweg. ‘Naarmate ik er vaker was, ontdekte ik het eiland op een manier die ik niet eerder had gekend. Ik dook er steeds dieper in. Dat heeft me goed gedaan.’
En de serie ook, zo blijkt. Het vijfdelige Rauw Curaçao belicht het eiland aan de hand van de verhalen van vijftien Curaçaoënaars, verteld vanuit hun eigen perspectief. Dankzij presentator Francisco krijgen we het gevoel hen te mogen ontmoeten – al is het maar omdat hij Papiaments met ze spreekt. Het zijn mensen die ons anders waren ontgaan, want dit is allesbehalve het Curaçao van de toeristen of de stagiairs, die voor hoogstens een week of een half jaar overkomen en aan de vrolijk-zonnige oppervlakte blijven. Zo is er Lourdes Sofia, die net haar baan is kwijtgeraakt en op haar kleinkinderen past omdat haar dochter een sociale-angststoornis heeft. Of Rosalien Sabat, een vrouw die voedselpakketten rondbrengt omdat de eilandbewoners voor wie ze bestemd zijn zich te zeer schamen om ze op te komen halen. Curaçao telt 160.000 inwoners, vertelt Francisco in het commentaar, en daarvan is 52 procent werkeloos.
De oorzaak ligt bij het coronavirus. Dat heeft er op het eiland, zo afhankelijk van toerisme, hard ingehakt. Hoewel de pandemie een hoofdrol speelt in Rauw Curaçao, zag het daar aanvankelijk niet naar uit. Francisco en Schaap wilden de minder bekende kanten laten zien en dachten als ‘haakje’ aan het tienjarig bestaan van Curaçao als autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden – sinds 10 oktober 2010, toen de Nederlandse Antillen als bestuurlijke eenheid werden opgeheven. Ze deden hun eerste onderzoek ter plaatse met carnaval 2019, concludeerden dat er genoeg inhoudelijk materiaal voor handen was en zagen na terugkomst op Schiphol dat de halve wereld in lockdown ging. Ook Curaçao sloot de deuren, drie maanden lang. De programmamakers zaten aan de buis gekluisterd. Francisco: ‘Voor ondernemers in Nederland werd een vangnet opgetuigd. Dat hadden ze op Curaçao niet.’ Ook zag hij verschillende vormen van coronanieuws de revue passeren, zoals het BNNVARA-programma Frontberichten, waarin zorgverleners in vlogs verslag deden vanaf hun werkplek. Waarom bestond zoiets niet voor andere delen van het koninkrijk? Laten wij het maar doen, zeiden Francisco en Schaap tegen elkaar.
Meteen na opheffing van de lockdown, in juli 2020, keerden ze terug naar Curaçao.
Francisco trof een verlaten eiland aan: geen toeristen, geen geld. Duizenden banen waren verloren gegaan, vierhonderd medewerkers van de bekende Islaraffinaderij zouden worden ontslagen. Bovendien speelde er een zware politieke crisis. Er moest fors worden bezuinigd om honderden miljoenen euro’s aan steun uit Nederland te kunnen ontvangen, maar Curaçaose ministers gingen er financieel juist op vooruit. Eind juni, na besparingen bij de vuilophaaldienst, hadden betogers het regeringscentrum in de hoofdstad Willemstad bestormd en het vertrek van toenmalig premier Eugene Rhuggenaath geëist. Francisco: ‘Iedereen struggelde, zocht naar manieren om met de nieuwe situatie om te gaan. Dat was pijnlijk om te zien.’ Zo goed en zo kwaad als het ging, togen de documentairemakers aan het werk. Ze hadden contacten gelegd, konden met de camera op pad – vooral buiten, op de voorgeschreven twee meter afstand, of desnoods met een mondkapje op. Viermaal filmden ze op Curaçao – in juli en december 2020 en in maart en augustus 2021 – en uit die vier delen is elke aflevering opgebouwd, waardoor de kijker een prettig doorlopend verhaal krijgt voorgeschoteld rond elke gevolgde persoon.
Lees verder in VARAgids 45 vanaf bladzijde 18.
Meer over:
artikelenOntvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief