In de tweede reeks van deze Netflix-documentaireserie staat wederom de opkomst en ondergang van drugsimperia centraal, waaronder die van ‘onze’ Klaas Bruinsma.
Nadat in de eerste serie van Drug Lords Pablo Escobar (ook te zien in de eerste twee seizoenen van Narcos), het Cali-kartel van de gebroeders Rodriguez Orejuela (te zien in het derde seizoen van Narcos), de Amerikaan Frank Lucas (gespeeld door Denzel Washington in de film American Gangster) en de Australische ‘godmother’ Kath Pettingill aan bod waren gekomen, wordt het zoeklicht in het vervolg van deze Netflix-documentaireserie opnieuw op vier internationale drugskoningen- en koninginnen gericht.
De tweede serie kent hetzelfde stramien als de eerste reeks: het is een snel gemonteerde mix van archiefbeelden, geënsceneerde scenes, dramatische muziek, een trailer-achtige voice-over, en de verhalen van nauw betrokkenen aan beide kanten van de wet, waarbij de sprekers recht in de camera kijken. De Nederlandse kijker zal ongetwijfeld het meest nieuwsgierig zijn naar de laatste aflevering, waarin Klaas Bruinsma (‘Europe’s Hash King’) centraal staat.
Terwijl archiefbeelden een heerlijk tijdsbeeld geven van Amsterdam in de jaren vijftig tot en met de jaren tachtig, wordt het verhaal verteld van de zoon van een keiharde frisdrankengigant, die op weet te klimmen tot hasjkoning van Nederland. Zijn voormalige zakenpartner Thea Moear speelt in de documentaire een sleutelrol, samen met onder anderen auteur en journalist Bart Middelburg (biograaf van zowel Bruinsma als Moear), hasjhandelaar Steve Brown, en misdaadverslaggever Bert Voskuil (foto boven). Het is vooral ook het verhaal van een steeds harder wordende Nederlandse onderwereld, waar zo nu en dan bizarre gebeurtenissen plaatsvinden. Zoals de keer dat Bruinsma in het ootje werd genomen met een polaroid waarop zogenaamd een geliquideerde tegenstander te zien was, maar in werkelijkheid het bloed uit een flesje ketchup kwam.
Het verhaal van ‘De Lange’ mag bij het Nederlandse publiek in grote lijnen bekend zijn, en hetzelfde geldt voor dat van Joaquín Guzmán, die bekend werd onder zijn bijnaam El Chapo ('De Kleine'). Hij heeft het – net als Pablo Escobar – geschopt tot een eigen serie op Netflix ( El Chapo ). De Mexicaan werd niet alleen bekend door zijn drugshandel en brute optreden, maar vooral ook door zijn spectaculaire ontsnappingen uit de gevangenis, met name die via een enorm lange tunnel.
Minder bekend zijn de hoofdrolspelers uit de overige twee afleveringen: Jemeker Thompson en Christopher Coke (foto boven). De Amerikaanse Thompson (bijnaam ‘Queen Pin’) was een talentvolle sprintster die opklom tot een grote cokedealer. Zij heeft inmiddels haar straf uitgezeten en is de enige van het viertal die hier zelf aan het woord komt. Christopher Coke (nomen est omen!) beheerste samen met zijn zogenoemde Shower Posse vanuit Kingston de drughandel van Zuid-Amerika naar de VS. De manier waarop hij een complete wijk in de Jamaicaanse hoofdstad beheerste, als een soort staat in de staat, doet je verbazen. Maar dat gebeurt wel vaker bij het zien van deze serie schetsen van opmerkelijke drugwerelden.