De schilderkunst van Francis Bacon (Dublin, 1909 - Madrid, 1992) bezit een bijna ongrijpbare kracht; zijn levensverhaal is al even grotesk.
Voor het programma Man en kunst mag ik mij, nu al voor het vijfde seizoen op rij, verdiepen in het leven en werk van vijf beroemde kunstenaars. Dit jaar hebben we gekozen voor de zeventiende-eeuwse oorlogsverslaggevers Willem van de Velde (zowel de vader als de zoon, ik kon niet kiezen tussen die twee) de Frans-Amerikaanse kunstenaar Niki de Saint Phalle, de Frans-Wit Russische beeldhouder Ossip Zadkine, de Utrechtse surrealist J.H. Moesman en de Iers- Britse schilder Francis Bacon.
Al deze kunstenaars maakten prachtig werk en hadden inspirerende levens maar degene die mij het meeste raakte op beide fronten was Bacon.
Zijn leven was een rollercoaster. Hij wordt geboren in Ierland in een gezin met twee broers, een zus, een teruggetrokken en stille moeder en een gewelddadige, autoritaire vader. Zijn beide broers overlijden wanneer ze nog kind zijn en Bacon vangt alle klappen. Wanneer zijn vader hem betrapt staand voor de spiegel in het ondergoed van zijn moeder wordt de dan 14-jarige Francis op straat gezet. ‘Hier is geen plaats voor homo’s – de deur sloeg dicht en ging nooit meer open.