De allereerste woorden die ooit op de Nederlandse televisie werden gewijd aan de oorlog in Korea, dateren van dinsdag 30 oktober 1951. Het was die avond de KRO die aan de beurt was om de zendtijd te vullen. Op het programma stonden onder meer een filmpje over de wederopbouw van het casino van Monte Carlo, een gesprekje met de uitvinder van een nieuw brandblusapparaat, een weerbericht, een kort toneelstukje van Anton Tsjechov en een interview met de aalmoezenier Louis van de Vrade en de journalist Wim Dussel die zojuist teruggekeerd waren van een jaar in Korea. ‘Het gaf in woord en beeld wel een impressie van het moeilijke leven der soldaten daar,’ oordeelde de tv-recensent van De Telegraaf. Maar wel werd in diverse kranten kritiek geleverd op het feit dat de tijdens dit gesprek vertoonde foto’s niet allemaal even scherp waren.
De oorlog in Korea was al ruim een jaar gaande toen de Nederlandse televisie er voor het eerst melding van maakte. Niet uit luiheid of desinteresse, maar om de eenvoudige reden dat er eerder in dit land nog geen officiële televisie bestond. Het nieuwe medium maakte immers pas op 2 oktober 1951 zijn entree – met drie tv- avonden per week. De strijd in Korea tussen het communistische noorden en het prowesterse zuiden was al in juni 1950 begonnen. En voor de laatste berichten van het slagveld was het Nederlandse publiek voornamelijk aangewezen op de kranten en de radio. Die trouwens hun uiterste best deden. ‘In deze tijd kost het waarlijk weinig moeite om op de hoogte te blijven van het dagelijkse nieuws,’ schreef Algemeen Handelsblad al kort nadat het conflict was uitgebroken. ‘Radio en krant volgen de gebeurtenissen op de voet en zo ge beide mocht hebben afgezworen, dringt de stem van de omroeper uit de radio van uw buren wel in uw huiskamer door, terwijl op straat krantenverkopers en passerende kennissen zich beijveren om u te vertellen wat er zoal in de wereld aan de orde is.’
Van veel vrije nieuwsgaring was echter geen sprake. De kranten waren vooral aangewezen
op het nieuws van de internationale (vooral Amerikaanse) persbureaus. Plus de verhalen van de journalist Wim Dussel, die gerekruteerd was door de Legervoorlichtingsdienst en daartoe de rang luitenant had gekregen. Hij verbleef bij het VN-detachement van Nederlandse vrijwilligers in Korea en kon niets publiceren zonder dat het door de overheidsvoorlichters was goedgekeurd. Hij zond zijn artikelen eerst per post naar de lvd, die ze daarna naar een groot aantal dagbladen door- stuurde. Alles bij elkaar kostte het dus heel wat tijd voordat zo’n arti- kel de krantenlezers bereikte. Eén voorbeeld: op 14 februari 1951 schreef Dussel een verslag over de dood van een Nederlandse commandant – en dat verscheen op 3 maart 1951 in de kranten. Met een slotregel als een bede: ‘Hier geven de besten onzer besten hun leven, opdat de wereld wakker worde, geve God dat het niet tevergeefs zij.’
Lees verder op blz. 31 van VARAgids 24.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief