In de vorige eeuw trokken talloze mensen met dwerggroei naar Hollywood, op zoek naar werk in de filmindustrie. Velen van hen bleven, vormden een gemeenschap en zelfs een basketbalteam: de Hollywood Shorties.
De langste speler was 1.45 meter, de kleinste iets minder dan een meter. Uitgerekend basketbal, het domein voor lange mensen, was de sport die de Hollywood Shorties in de jaren 70 met enige zelfspot, maar vooral de nodige bravoure hadden uitgekozen. Wie kon hen wat vertellen?
Op 5 december van 1981 betrad het team, samengesteld uit spelers met dwerggroei, de parketvloer van het LA Forum, thuishaven van de Los Angeles Lakers. Onder de nieuwe eigenaar, Jerry Buss, had de club het fenomeen Showtime omarmd. Winnen moest voortaan gepaard gaan met entertainment. Cheerleaders, de Laker Girls, wapperden met hun pompoms, op dode spelmomenten galmde muziek door het stadion. Ook in de rust, wanneer de lange mannen hun heil zochten in de kleedkamer, moest het volk worden vermaakt. ‘Ladies and gentlemen, the Hollywood Shorties.’
Voor het eerst was het team geboekt door een profclub uit de Amerikaanse basketbalcompetitie, de NBA. Tot op dat moment speelde het team demonstratiewedstrijden op scholen, waar kinderen een mengsel van sport en komedie kregen voorgeschoteld. Tegenstanders bestonden uit leraren of bestuurders, die behalve verslagen, door de benen wer- den gedribbeld of aan hun broek werden getrokken. Leerlingen wezen gierend naar hun favoriete slachtoffers in het machteloze docentenkorps.
Op de decemberavond in Los Angeles namen de Shorties het op tegen de danseressen van de Laker Girls. (Onder hen een jonge Paula Abdul.) De gym- zalen waarin het team gewend was te spelen, verbleekten bij de basketbaltempel in Los Angeles: een kleine 17.000 toeschouwers zagen hoe de Shorties grappend en grollend naar de overwinning dribbelden. Tony Cox, de kleinste van het stel, mikte een driepunter raak, Kareem Abdul-Jabbar, ster- speler van de Lakers, poseerde na afloop met het team dat zijn naam op die avond had gevestigd. In de nasleep van de primeur volgden meerdere aanvragen van clubs uit de profcompetitie.
Het was geen toeval dat de Shorties in Los Angeles hun oorsprong kenden. Veel van de spelers hadden een achtergrond in de entertainmentindustrie, de lucratiefste voor mensen met dwerggroei. In de gouden jaren van Hollywood trokken veel kleine mensen naar Californië. Nog altijd is de populatie van ‘little people’ er oververtegenwoordigd: één op de vijf kleine Amerikanen woont in de westelijke staat.
Jerry Maren, de man die de Hollywood Shorties kort na de Tweede Wereldoorlog oprichtte (oorspronkelijk als een softbalteam), had van zijn teamgenoten de meeste ervaring in de film- en televisiewereld. De acteur speelde meer dan zestig rollen, hoewel vaak zonder vermelding in de aftiteling, en deed stuntwerk voor kindacteurs als Jody Foster en Ron Howard.
In 1938 nam Maren de bus naar Culver City, een voorstad van Los Angeles waar de opnamen voorThe wizard of Oz waren begon- nen. De producenten hadden 124 kleine mensen verzameld om een specifieke scène uit de fantasiefilm te schieten: de groep vertolkte de ‘muchkins’, die hoofdrolspeelster Judy Garland in haar droomwereld treft. Maren kreeg de rol waarin hij Dorothy, het personage van Garland, als leider van de ‘Lollipop Guild’ zingend een veelkleurige lolly aanbiedt.
Anderen met zijn aandoening had Maren voor zijn komst naar Hollywood nog nooit getroffen. ‘Mijn ogen gingen open,’ zou de acteur later in zijn biografie schrijven. ‘Ik vroeg me af of ze net zoals mij zouden lopen. Of ze dezelfde hoge stem hadden. Zouden ze dezelfde dingen eten?’