De 70ste Primetime Emmy Awards: een wat gezapige avond vol verrassingen
• 18-09-2018
• leestijd 4 minuten
Maandagavond stond de uitreiking van de Emmy’s in het teken van diversiteit.
Foto credit: Robyn Beck/AFP/Getty Images
De zeventigste primetime Emmy Awards stond gisteren volledig in het teken van de omarming van diversiteit. De avond werd geopend door komieken Tituss Burgess en Kate McKinnon, die vergezeld door een trits aan collega’s, op quasi-geestige wijze de vooruitgang op televisie bezongen. De Aziatisch-Amerikaanse actrice Sandra Oh, genomineerd voor een award voor beste actrice in een dramaserie voor
Killing Eve , werd lof toegedicht, terwijl
Roseanne Barr , wier sitcom het afgelopen voorjaar prompt werd geannuleerd, er flink van langs kreeg.
Ook in de openingsmonoloog die volgde op dit cabareteske dansnummer was de actrice het lijdend voorwerp. Aldus gastheren Colin Jost en
Michael Che (de mannen van Saturday Night Live’s Weekend Update): ‘Ze heeft het aan zichzelf te danken dat haar serie is geannuleerd… en vervolgens opgepikt door witte nationalisten.’ De twee komieken, die een aardige tandem vormen, begonnen hun grappenreeks met een aantal verwijzingen naar MeToo, zoals deze van Che: ‘Ik deel hier vanavond vanaf het podium mijn talent met al die mensen in Hollywood die nog niet zijn gepakt.’
Jost besloot eens terug te blikken op de awards, die vanaf 1949 worden georganiseerd: ‘Toen kostte gas nog zeventien cent per gallon; een huis zevenduizend dollar en waren we het allemaal met elkaar eens dat nazi’s slecht waren.’ Jost preekt hier natuurlijk voor eigen parochie: het optreden van Jost en Che was dan ook niet – zoals
Ricky Gervais dat bijvoorbeeld wel doet – een confrontatie met de beroemdheden in de zaal, maar een bijkans gezapige roep om harmonie – laten we vooral met z’n allen om die domme republikeinen in de buitenwereld lachen.
De avond kende niettemin wel een aantal hoogtepunten, zoals het bliksembezoek van comédienne
Hannah Gadsby wier stand-up show bij Netflix afgelopen zomer insloeg als een bom. Ze mocht de award voor beste regie van een dramaserie uitdelen, en vertelde onderwijl dat ze deze aandacht allemaal heeft verdiend ‘omdat ik niet van mannen houd’. En ook zei ze: ‘Niemand weet wat goede grappen zijn, vooral mannen.’ Waarmee ze haar critici –
Norm Macdonald en (notabene!) Michael Che vinden haar voorstelling geen vorm van stand-up comedy – de mond snoerde. Daarnaast was er ergens halverwege nog een huwelijksaanzoek te ontwaren, de regisseur van de Oscars, Glen Weiss, vroeg zijn vriendin ten huwelijk.
En dan waren er in dit betrekkelijk kleurloze jaar, mét
Game of Thrones ditmaal present (de serie ontbrak vorig jaar), toch nog een aantal verrassingen te bespeuren in het winnaarsveld. Hieronder de belangrijkste categorieën.
Beste KomedieserieGewonnen door
The Marvelous Mrs. Maisel. Dat is opzienbarend, aangezien veel filmjournalisten ferm van mening waren dat het tweede seizoen van Donald Glovers
Atlanta – een groots televisie-experiment – één van de grootste revelaties van het seizoen was.
Beste sketchsshowGewonnen door Saturday Night Live (SNL). SNL is al enige tijd niet meer wat het geweest is, en hier had Portlandia – voor het
laatste seizoen – misschien wel moeten worden onderscheiden.
Beste acteur in een komedieserieGewonnen door Bill Hader uit
Barry. Ook hier had Donald Glover moeten winnen voor zijn idiosyncratische personage uit Atlanta.
Beste acteur in een dramaserieGewonnen door Matthew Rhys uit The Americans. Eindelijk gerechtigheid voor
The Americans , een dramaserie die jarenlang werd genegeerd door The Academy.
Beste acteur in een miniserie of televisiefilm
Gewonnen door Darren Criss uit The Assassination of Gianni Versace. Criss speelt met verve seriemoordenaar Andrew Cunanan, maar de prijs had ook naar Benedict Cumberbatch gemogen voor zijn vertolking van Patrick Melrose.
Beste actrice in een komedieserieRachel Brosnahan uit The Marvelous Mrs. Maisel. Veel critici hoopten hier op Pamela Adlon uit
Better Things. Issa Rae uit
Insecure was ook terecht geweest.
Beste actrice in een dramaserieClaire Foy uit
The Crown. Foy speelt de koningin en domineert ook haar eigen categorie. Hoewel hoofdrollen van Elisabeth Moss (
The Handmaid’s Tale ), Sandra Oh (Killing Eve) en bovenal Keri Russell (The Americans) minstens zo sterk zijn.
Beste actrice in een miniserie of televisiefilmRegina King uit
Seven Seconds. Dit is een beetje een prutcategorie, maar Laura Dern had misschien wel moeten winnen voor haar werk in
The Tale.
Dan nog andere opvallende categorieën.
Peter Dinklage won nogmaals de trofee voor beste bijrol in Game of Thrones en versloeg daarmee zijn naaste collega Nikolaj Coster-Waldau die voor zijn rol als Jaime Lannister allicht erkenning had verdiend.
Thandie Newton won voor beste vrouwelijke bijrol, voor haar optreden in
Westworld. Best verrassend, veel critici hadden Millie Bobby Brown uit
Stranger Things voorspeld.
In de categorie schrijfwerk voor een variety – of comedy – special won John Mulaney verrassend genoeg met zijn
Kid Gorgeous at Radio City. Patton Oswalts veel ingenieuzere
Annihilation had hier moeten worden bekroond.