Column: Televisie kan je iets leren
• 03-05-2022
• leestijd 3 minuten
Meer representatieve televisie, zoals Workin' Moms, is broodnodig.
Foto credits: CBC Television
Toen
Workin’ Moms - het zesde seizoen is vanaf 10 mei te zien bij Netflix - in februari van 2019 voor het eerst te zien was in Nederland, was m’n vrouw hoogzwanger van onze tweede dochter. De Canadese komediereeks, die draait om werkende moeders die net zijn bevallen, was voor mij een feest der herkenning. Ik had al een bevalling meegemaakt en kende het geklooi met flesjes, de nachtelijke verstoringen en al de andere grillen maar al te goed. Evenals de mooie dingen die gepaard gaan met het krijgen van een kind.
Workin’ Moms behandelt ze allebei: het mooie en het minder mooie, of lelijke. Vooral dat laatste is een welkome afwisseling.
Praten over postnatale depressie of het simpele feit dat je baby veel aandacht opslurpt is niet per se een taboe. Toch houden veel ouders dit soort problemen vaak voor zichzelf in deze wereld waarin je 24/7 perfectie moet uitstralen; waarin je Instagram-account een exponent is van je zogenaamd vlekkeloze leven. Als je dan als jonge ouders ineens andere ouders spreekt, word je weer gerustgesteld: ach, jouw kind is ook weleens strontvervelend. Precies dat soort gesprekken komen telkens terug in Workin’ Moms , een reeks waarin scenarist en hoofdrolspeler Catherine Reitman reflecteert op haar eigen moederschap.
Maar Reitmans serie draait ook om egoïsme, om hoe je als ouder soms voor jezelf kiest. Dat hoeft niet direct ten koste te gaan van je kind, maar is soms juist nodig zodat je weer meer energie krijgt om te zorgen voor je kind. Televisie kan ons in die zin heel veel leren. Ik ga hier niet beweren dat Workin’ Moms een meesterwerk is, maar een zekere didactische kwaliteit kan ongetwijfeld aan de komedie worden toegeschreven. Net zoals veel coming-of-age-series, denk bijvoorbeeld aan Buffy the Vampire Slayer , ook een troostende boodschap verkondigen: leer jezelf omarmen; van jezelf te houden.
Maar in tegenstelling tot coming-of-age staat het genre van de werkende moeders nog min of meer in de kinderschoenen. En ook – ik noem het even oneerbiedig zo – geriatrische televisie is nog niet wijdverbreid. Tuurlijk, in de jaren 80 had je
Golden Girls (nu terug te kijken op Disney+), en vorige week ging het laatste seizoen van
Grace and Frankie bij Netflix in première. Maar televisieproducenten vermoeden dat we liever naar pubers kijken dan naar mensen op leeftijd, als je afgaat op wat er bijvoorbeeld bij Netflix allemaal in première gaat. Daar denkt Omroep MAX gelukkig anders over, met titels als
Maud & Babs ,
Het geheime dagboek van Hendrik Groen en
Tweede Hans.
Dat zijn drama’s die iets vertellen over hoe het is om ouder te worden, om met pensioen te gaan. Zonder per se te vervallen in clichés. Representatieve televisie kan heel belangrijk zijn. Volgende week gaat nog een bijzondere Canadese titel in première:
Sort Of - te zien bij de NPO - draait om de beslommeringen van de non-binaire Sabi (Bilal Baig is tevens scenarist). Knap aan deze reeks is - net als in
Workin’ Moms - dat de makers de kijker deelgenoot maken van hun wereld. Je hoeft in die zin geen moeder te zijn, of een genderfluïde kijker, om dit soort titels te begrijpen. Mens is genoeg.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.