In de zomer van 2016 maakte ik met regisseur Thomas Blom een documentaire in Afghanistan. Het was mijn derde bezoek aan het land, maar ik was nog niet eerder in Uruzgan geweest. Ik kende het vooral van verhalen van collega’s die er zaten tijdens de Nederlandse missie. Nadat we geland waren reisden we meteen door naar deze zwaarbeveiligde compound in provinciehoofdstad Tarin Kowt. Daar zat een jonge man van rond de dertig jaar oud achter een groot, kapot bureau. Achter hem twee enorme Afghaanse vlaggen en een grote foto van president Ashraf Gani. We waren net aangekomen in de provincie Uruzgan, de plek waar we met onze missie zaten. De jonge man liep naar ons toe en stak zijn hand uit: ‘Mijn naam is Jamal en ik ben de plaatsvervangend gouverneur van Uruzgan’, zei hij in perfect Engels. ‘Welkom en wat kan ik voor jullie doen?’
Het werden acht spannende dagen, met tal van incidenten waaronder een hinderlaag waar we in terechtkwamen. Dat wij toen heelhuids terug zijn gekomen hebben we te danken aan Jamal, die zich maximaal inzette voor onze veiligheid. Hij hielp ons ook bij het vinden van mensen die we konden interviewen. Mensen als Jamal zijn goud waard in dit soort gebieden, zonder hen kun je niet werken. Dat hij ons hielp werd hem niet in dank afgenomen. Er werd gezegd dat hij geld had gekregen van ons en dat hij voor westerlingen spioneerde et cetera. Niet veel later is Jamal tot zijn grote opluchting overgeplaatst naar een andere provincie.
De afgelopen vijf jaar heb ik contact met hem gehouden. Toen afgelopen zomer de taliban de macht overnam in Afghanistan, appte hij me dat ze bij zijn ouders waren geweest en dat hij met zijn gezin ondergedoken zat in Kabul. Ik heb collega’s van Free Press Unlimited benaderd met de vraag of het mogelijk was om hem weg te krijgen uit Afghanistan. Een aantal weken geleden is het Jamal gelukt om een Pakistaans visum te bemachtigen en het land uit te komen. Hij wacht al ruim een maand in Islamabad en hoopt dat hij naar Nederland kan. Er is echter niemand die hem wil helpen.
Ook de Nederlandse autoriteiten niet. Dit is dus hoe we met mensen omgaan die ons hebben geholpen: we laten ze in de steek. Hoe Jamals toekomst eruitziet? Ik weet het niet. Maar ik schaam me diep.
Meer Sinan Can? Lees iedere week zijn column in de VARAgids!
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief