Aan de rand van de Brusselse wijk Molenbeek staat sportcomplex de Stippelberg; twee sportvelden en wat gebouwen eromheen. Het ligt in de wijk Molenbeek die al jaren worstelt met haar imago, tot grote verdriet van de inwoners. De verschillende terreuraanslagen in Europa hadden steeds een lijntje naar Molenbeek en Trump noemde de Brusselse wijk een ‘living hellhole of Europe’. Een groep bewoners is opgestaan om de wijk uit het slop te trekken en om jongeren meer perspectief te bieden. Een van deze mensen is Véronique Legon, een Belgische dame die ik langs het voetbalveld ontmoet waar een grote groep meiden aan het trainen is. Zij heeft in 2013 samen met haar man Ramzi RWD Molenbeek Girls opgericht en was lange tijd voorzitter van de voetbalclub. De club waar nu 350 meiden/vrouwen voetballen is de grootste in België en een regelrecht succesverhaal. Ondanks de beperkte middelen heeft de club een grote groep meiden aan zich weten te binden. Met ruim zestig verschillende nationaliteiten is het een kleurrijke club die de meiden niet alleen helpt met sporten, maar ook met huiswerk en problemen thuis.
Terwijl ik met Véronique aan het praten ben, komt Ramzi aangelopen. Hij vertelt me hoe ze, ondanks de tegenwerking van de gemeente, er iets van proberen te maken. Ramzi legt uit dat ze maar één veld hebben en dat op donderdagen 140 meiden op dat ene veld aan het trainen zijn. Hij legt uit dat er geen mogelijkheden zijn om uit te breiden, dat ze geen kantine hebben, dat het kunstgrasveld waar ze op trainen en spelen min of meer kapot is, met grote scheuren erin. Ramzi en Véronique zijn een mooi stel en hebben drie kinderen samen; de club is hun leven en passie. Véronique zegt terwijl ze Ramzi glimlachend aankijkt dat ondanks de beperkte middelen het geluk en plezier van de meiden alles goed maakt. We hebben ook niet veel nodig: liefde, aandacht en plezier zijn voldoende.
Meer Sinan Can? Lees iedere week zijn column in de VARAgids!
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief