Ik heb hem nooit ontmoet, maar wel vaak aan de telefoon gehad. En nu wil ik Frans Willem Verbaas, een doorgewinterde asiel-advocaat, in levenden lijve ontmoeten. Om hem te bedanken of misschien wel om hem aan te moedigen, al heeft hij dat niet nodig, denk ik. Het is vooral bedoeld om hem een groot hart onder de riem te steken. Ik had nog nooit van hem gehoord, totdat een Afghaanse vriend me op hem wees. Snel daarna heb ik mijn Afghaanse fixer en vertaler Jamal Naik met hem in contact gebracht. Jamal liep groot gevaar in Afghanistan en week daarom uit naar buurland Pakistan. Daar verbleef hij totdat ‘Nederland’ hem ophaalde. Dat is een kwestie waar ik wel honderd columns over kan schrijven, maar dat doe ik niet.
Frans Willem, de vriendelijke advocaat uit Alkmaar, werd de advocaat van mijn vriend Jamal. De uren die hij aan Jamal besteedde, haalde hij er nooit uit. Het kostte Frans Willem en zijn kantoor zelfs geld. Maar geld bleek niet heel belangrijk voor hem, ook al heeft Frans Willem een gezin en moest de schoorsteen blijven roken. Alles wat hij doet, doet hij vanuit het hart, gelovend in een betere en rechtvaardige wereld. Naast de drukte van zijn baan speelt op de achtergrond ook het verdriet en de zorg om zijn zieke zoon.
Ik heb niet alleen heel veel ontzag en respect voor Frans Willem, maar voel ook liefde. Liefde, omdat hij net als ik van rechtvaardigheid en gerechtigheid houdt. Maar ook vanwege zijn grote liefde voor de mensheid. Niet zijn portemonnee, maar zijn hart is rijk gevuld. Namens alle Afghanen die hij wil helpen kan ik Frans Willem niet genoeg bedanken. Zodra het kan bezoek ik hem, de man die de strijd aangaat met een onwelwillende en onbetrouwbare overheid.
Meer Sinan Can? Lees iedere week zijn column in de VARAgids!
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief