De hitte is in de zomer van 2017 ondraaglijk in Bagdad. De thermometer tikt de 52 graden Celsius aan. We rijden naar een wijk die tegen het centrum aan ligt. We stoppen voor een gebouw dat er voor Iraakse begrippen goed uitziet, maar binnen blijkt het totaal verloederd te zijn. We lopen naar de tweede verdieping, waar de redactie van de Iraakse krant Almada is gehuisvest. In een kantoortje, ik schat twee bij twee meter, zit een wat oudere man driftig te tikken op de computer. Hij tikt zo hard op het toetsenbord dat ik er om moet lachen. Het lijkt of hij een typemachine bedient, iets wat hij waarschijnlijk lang heeft gedaan. Hij draait zich om en glimlacht.
Het is de Iraakse journalist Ali Hussein. We zijn hier om te praten over de Maastrichtse jongen Sultan Berzel die zichzelf heeft opgeblazen bij het politiebureau op het Nisourplein in Bagdad. De toen 19-jarige Berzel heeft ervoor gezorgd dat meer dan 20 mensen zijn omgekomen en velen gewond zijn geraakt. Het idee was dat ik Ali Hussein zou interviewen, maar precies het omgekeerde gebeurde. Hij vroeg mij of ík het kon uitleggen, want hij snapte het niet. Hoe kon het dat een 19-jarige jongen uit het fantastische Nederland – het land van Van Gogh, Rembrandt, Cruijff, Gullit, Spinoza, van Philips met zijn gloeilampen – voor duisternis heeft gezorgd in Bagdad? In een stad, een land, met bewoners die hij niet eens kent, en voor een oorlog die niet de zijne is. Wat hebben jullie met hem gedaan, Sinan? Waar is het mis gegaan? Bij de opvoeding? Komt het door vervreemding, wrok, haat en discriminatie? Kun je het me uitleggen? ‘Ik weet het niet,’ zei ik. Hussein ging verder. ‘Hoe kan het dat in een vrij en vreedzaam land als Nederland, dit jihadistische gedachtegoed voet aan de grond heeft gekregen? Wij zitten hier in Irak middenin de chaos, hier is er een voedingsbodem voor dit soort gedachtengoed. Maar wat is de voedingsbodem bij jullie?’
Later op de dag ben ik naar de plek gegaan waar Sultan zichzelf had opgeblazen. Bizar en onbegrijpelijk. En de vragen van Hussein bleven maar in mijn hoofd echoën.
Meer Sinan Can? Lees iedere week zijn column in de VARAgids!