© FX Networks / Hulu
Een paar keer per jaar verschijnen er series die je nooit meer vergeet; die je moet koesteren.
Aan het einde van het jaar is het misschien raadzaam om weer eens te overdenken waarom we naar televisiedrama’s kijken. Je wil vermaakt worden, maar tegelijkertijd is iets leren over jezelf of over de wereld steevast een mooie bijvangst. Ik schreef al vaker dat ik het mooi vind wanneer je na het zien van een serie geraakt wordt door een onbestemd gevoel van melancholie. Een lichte vorm van rouw. Echte seriefanaten kennen die sensatie. Je krijgt de neiging om op zoek te gaan naar een nieuwe televisietitel die diezelfde euforie opwekt. Maar er is een vervelende vuistregel: je weet van tevoren simpelweg niet welk televisiedrama dat verslavende effect sorteert.
© FX Networks / Hulu
Dat maakt het kijken van televisieseries tot een wisselend spannende en saaie exercitie. Laat ik eerlijk zijn: de meeste televisieseries zijn aardig. Niet goed, niet slecht, maar aardig. Ergens tussen de 2,5 en 3,5 sterren. Soms heb je uitzonderingen, vaak series die zijn gemaakt door mensen met durf, zie dit jaar bijvoorbeeld Spy/Master, Justified: City Primeval, Full Circle of Barry. Ik genoot persoonlijk misschien wel het meest van A Murder at the End of the World. Dat zevenluik is geschreven door Brit Marling en Zal Batmanglij, die eerder het transcendentale en wonderlijke The OA (te zien bij Netflix) bedachten.
© JoJo Whilden / Netflix
Net voordat we de zevende aflevering keken, die op 19 december verscheen, appte ik mijn vrouw. 'Hij duurt maar 42 minuten.' Het mooie van streaming (zeker, streaming heeft zonder twijfel voordelen) is dat het niet per se uitmaakt hoelang een aflevering duurt. De langste aflevering van A Murder at the End of the World duurt 76 minuten. Geen minuut te lang. Misschien was ik wel zo nadrukkelijk op die tijdsduur aan het focussen omdat ik aan de ene kant geen minuut wilde missen en omdat ik aan de andere kant onbewust al bezig was met dat het afscheid eraan zat te komen.
© FX Networks / Hulu
De moraal van het verhaal is simpel: als álle televisieseries zo intrigerend zouden zijn, dan zou er aan het kijken van televisiedrama’s geen drol meer aan zijn – dat is het equivalent van elke dag pizza eten. Tegelijkertijd denk ik weleens: we zitten nu in de nadagen van het gouden televisietijdperk waarin het adagium überhaupt less is more zou moeten zijn. Maar met al die streamingdiensten, en er komen er nog elk jaar nieuwe bij, gaat dat de komende tijd niet gebeuren. Dus blijven wij televisiecritici de noemenswaardige titels uit het grote aanbod filteren.
© Merrick Morton / HBO
Toch zouden streamingdiensten hun talenten beter moeten koesteren – en dus minder series moeten maken. De nadruk zou moeten liggen op kwaliteit. Klinkt nogal als een open deur, maar ik zou Marling en Batmanglij, of bijvoorbeeld Bill Hader (Barry), graag carte blanche geven. Die hebben zich al lang en breed bewezen. En ze behandelen boeiende thema’s. A Murder at the End of the World gaat onder meer over de moderne perceptie van vrouw-zijn; Barry is een bijzonder humanistisch drama dat iets zegt over hoe de mens soms andere mensen nodig heeft om te kunnen bestaan. In het nieuwe jaar graag meer van deze diepzinnige televisie.
Omar Larabi en Bregtje Schudel schrijven per toerbeurt wekelijks over wat hen opvalt op het gebied van series en/of films.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief