Pride? Trots? Weet je waar ik trots op ben? IK BEN TROTS OP DE BOER!
Dit statement vraagt misschien wat toelichting.
Een van mijn lievelingsfilms heet Pride (maandag 27 juli, NPO 3, 21.15 uur, red.). Het is een schitterende, waargebeurde vertelling die zich afspeelt in de zomer van 1984. Margaret Thatcher is aan de macht in Groot-Britannië en houdt de Britse mijnwerkers in een houdgreep. Zij staken, maar Thatcher is onvermurwbaar en honger dreigt voor de gezinnen in de mijnwerkersdorpen. Intussen probeert Thatcher een wet door te voeren die het onmogelijk maakt op scholen les te geven over homoseksualiteit en het verbiedt om ‘de toelaatbaarheid van homoseksualiteit als een zogenaamde familierelatie te onderwijzen’. Tijdens de Gay Pride in Londen begint een groep jonge homoseksuelen met het ophalen van geld voor de families van de mijnwerkers. Het idee is: we worden allemaal oneerlijk behandeld door Thatcher, of we nou mijnwerkers zijn of homoseksuelen, laten we elkaar steunen. De mijnwerkersbond is zó homofoob dat ze in eerste instantie het geld niet eens durft aan te nemen, maar zonder de film heel erg te spoileren kan ik verklappen dat er veel toenadering tussen de beide groepen is; zodanig zelfs dat de anti-homowet er, dankzij de mijnwerkersbond, niet komt.
Vechten voor je eigen kliek is makkelijk. Zo wéét ik hoe het is om te staan voor ‘homoseksualiteit als zogenaamde familierelatie’, ik vóel afgrijzen en woede als ik de LHBTI-vrije zones in Polen zie. Ik ken het, ik ben het, ik voel hoe oneerlijk het is.Je verplaatsen in het gevecht van een ander is veel lastiger. Die boeren, met hun intimiderende trekkers en geheven vuisten, en hun spandoeken over Trots op de Boer, wat moet ik met die types? Waarom zijn ze zo kwaad, zo miskend?
Als ik me nu eens, zoals de Londense homo’s uit de jaren 80 deden voor de mijnwerkers, verdiep in de boeren. Als ik eens vanuit mijn stadse huis lees over hoe je als boer eerst decennialang wordt gestimuleerd om meer, meer, meer te produceren, niet alleen Nederland te voeden maar de tweede voedselproducent van de wereld te worden, en dan, na oneerlijke trucjes van de regering waardoor je veel te veel stikstof uit mag stoten ineens van diezelfde regering te horen dat jíj dat probleem moet gaan oplossen. Jij moet je koeien anders gaan voederen, want dan kan de bouw weer door. Dat is oneerlijk, althans, ik zou het zo voelen als ik boer was. Het zou geweldig zijn als boeren écht biologischer werden, het kan niet anders in de toekomst dan dat voedsel echt in harmonie met de natuur wordt geproduceerd in plaats van in megastallen en op grote groene industrieterreinen die we naïef nog ‘weilanden’ noemen, maar dit is symboolpolitiek en de boeren zijn niet achterlijk. Dit kabinet werkt niet écht aan het reduceren van stikstof, er zit geen hart in deze maatregelen. Het is schuiven met verantwoordelijkheid, om geld. Altijd om geld. Niet écht om de natuur.
Beste minister Schouten, pak door, wees eerlijk. Dat bent u volgens mij, aan u ligt het niet, maar aan het hypocriete halve bak-klimaatgepraat van dit kabinet. Kies écht voor een nieuwe manier, en neem de boeren er in alle eerlijkheid in mee.
Zo. Alsjeblieft, boeren! Versieren jullie je trekker dan, in plaats van met de vlag van de Zuidelijke Staten van Amerika, de volgende keer met een regenboogvlag? Dankjewel.
Meer Claudia de Breij? Lees iedere week haar column in de VARAgids!