Column: bingen versus gespreid kijken
• 22-04-2020
• leestijd 3 minuten
Is bingen een zaligmakend fenomeen geworden? Of beleeft gespreid kijken – elke week een nieuwe aflevering – een wederopstanding?
Toen ik nog een puber was ontdekte ik met mijn vader
The Sopranos. Het eerste seizoen was ergens weggestopt op de late avond, op Nederland 3. Het was 1999 of 2000. Ik zou bij Net5 in latere jaren nog een aantal afleveringen meepakken, voordat ik in mijn studietijd weer opnieuw zou beginnen. Toen ik in 2005 naar Groningen verhuisde om geschiedenis te studeren had de lokale videotheek de eerste vijf seizoenen van The Sopranos te huur. Mijn toenmalige vriendin – nu mijn vrouw – en ik bekeken ze in een recordtempo.
© HBO
Dit was bingen avant la lettre. Dat kon – in 2005 was lineaire televisie nog springlevend – alleen als een televisieserie al was uitgezonden. Maar de dvd-verkoop heeft vast bijgedragen aan het ontstaan van het fenomeen. Sterker nog: David Simon, de maker van
The Wire , vertelde me recent dat er destijds (2002-2008) niemand naar zijn serie keek op zondagavond. Het drama moest het hebben van de liefhebbers die achteraf de dvd-box bestelden. Kijkers die hun eigen kijktempo wilden bepalen. Ironisch genoeg werkt kabelzender HBO (de thuishaven van The Wire en The Sopranos) nog steeds op dezelfde wijze: series gaan eerst wekelijks in première voordat je ze kan bingen.
Bij Netflix en Amazon is het devies van meet af aan daarentegen ‘geef het volk brood en spelen’. Oftewel: bingen, bingen en nog eens bingen. Dat betekent evenwel dat de collectieve kijkervaring is veranderd. We zijn niet allemaal bij dezelfde aflevering. Waardoor we het op maandagochtend bij het koffiezetapparaat (of tegenwoordig op Skype) voorafgaande aan een vergadering niet – zoals bij Game of Thrones of Boer Zoekt Vrouw – kunnen hebben over de perikelen van gisteren. Je zou kunnen zeggen dat sommige televisieseries hierdoor maar een klein momentum hebben.
Maar die vlag gaat ook weer niet op. Neem bijvoorbeeld
La Casa de Papel : de Spaanse heist-thriller is naar verluidt wereldwijd ontzaglijk populair en elk seizoen wordt integraal op Netflix gedumpt. Opdat je meteen kan bingen. Misschien moeten we het fenomeen bingen dan ook eens gaan bekijken vanuit de perceptie van de kijker: die wordt op zijn wenken bediend. Het is het verlangen van de kijker dat prevaleert boven alles. Soms mag je de kijker evenwel best (her)opvoeden; bij de hand nemen. En dat gebeurt óók bij Netflix.
Van het recent bij Netflix verschenen
The Last Dance , een documentairereeks over Michael Jordan, zal wekelijks een nieuwe aflevering verschijnen. Een treffender voorbeeld is
Better Call Saul , waarvan de laatste aflevering van het vijfde seizoen afgelopen week verscheen. Elke aflevering wordt na verschijning op sociale media uitgebreid geanalyseerd. Er is aandacht voor de mise-en-scène en voor het acteerwerk. Dat wil showrunner Vince Gilligan ook. Want een televisieserie ontstaat niet ineens, om te bingen. Het is een krachtsinspanning van een grote groep mensen. Door een serie gespreid te kijken realiseer je je weer dat elke aflevering wordt geschreven door een andere scenarist, en geregisseerd door een andere regisseur. Dat wordt bij bingen weleens vergeten. Het ambacht van televisiemaken.