Hashmet was een jonge kerel met een prachtige glimlach. Toen ik hem voor het eerst ontmoette, tijdens opnames voor Onze missie in Afghanistan, was hij 28 jaar oud. Het was 2012, we waren op het vliegveld van Kabul. Hashmet en zijn broer Naijb zouden me door het gebied begeleiden. Er waren – net als nu – vele aanslagen in Afghanistan, dus brachten de broers me naar een safehouse in een kleine wijk in de stad. Daar stond een bataljon aan mannen met wapens voor de deur. Hier zou ik de komende week slapen en eten.
Hashmet vertelde me dat hij een broer had die in Nederland woonde, in een stad waarvan hij de naam moeilijk kon uitspreken. Naymee? Najirmegen? Hij liet het adres zien: tot mijn grote vreugde bedoelde hij Nijmegen, de stad waar ik geboren ben en waar ik nog steeds woon. We werden vrienden en hielden via social media contact. Hij stuurde mij met trots in de winter van 2016 een foto van zijn pasgeboren dochter en ik vertelde hem dat ik in dat najaar naar Afghanistan zou komen voor opnames. We zouden elkaar weer zien en gingen weer samenwerken: kinderlijke blijdschap van twee volwassen mannen.
Een paar maanden voor die reis kwam er nieuws vanuit Kabul: grote aanslagen in de stad, veel mensen waren omgekomen. Ik stuurde die dag een berichtje naar Hashmet: ‘Gaat alles goed, is iedereen gezond en wel?’ Ik kreeg niks terug. Niet veel later stond op de Facebookpagina van zijn broer dat Hashmet was omgekomen; 31 jaar oud, vader van een dochter. Ik zag de foto’s van de aanslag met een foto van een dode, bebloede Hashmet. Afghanistan zonder mijn vriend Hashmet is incompleet.
Nog niet zo lang geleden zag ik de Talibanvoormannen met een grote glimlach aan tafel zitten met de Amerikanen – vredesbesprekingen. Ik ben altijd voor de vrede als dat mensenlevens redt, in een land dat al decennialang wordt verscheurd door geweld. Zelfs een wankele vrede is dan winst. Maar toch, toen ik die mannen van de Taliban aan tafel zag grijnzen, moest ik aan Hashmet denken, en aan zijn dochter. En aan al die mensen die waren omgekomen in dit hopeloze land.
Meer Sinan Can? Lees iedere week zijn column in de VARAgids.