Het vervolg op The Karate Kid-films blijft net wat te veel hangen in machogedrag en nostalgie.
De komische dramaserie Cobra Kai is het vervolg op de iconische films van The Karate Kid. Want, wie wil nou niet weten wat er na het All Valley Karate Tournament is geworden van de twee witte mannen van inmiddels in de 50? Vierendertig jaar later is, geheel voorspelbaar, de karate kid Daniel LaRusso (Ralph Macchio) succesvol en Johnny Lawrence (William Zabka) niet zo erg.
Lawrence is net zijn baan kwijt, leeft in een treurig appartement, is vervreemd van zijn tienerzoon, drinkt en wordt er constant aan herinnerd dat zijn rivaal Daniel LaRusso succesvoller is. Maar wanneer hij zijn nieuwe buurjongen Miguel (Xolo Maridueña, Parenthood) in het nauw gedreven ziet worden door een groepje leeftijdsgenoten besluit hij het roer om te draaien.
Hij wil de filosofie van Cobra Kai - ‘sla als eerste, sla hard, toon geen genade’ - doorgeven en besluit daarom een dojo te openen. De buitenbeentjes van Miguels middelbare school sluiten zich al snel aan wanneer Miguel in een kantinegevecht de populaire jongens op hun plek zet. Miguel is verliefd op de dochter van Daniel, Sam (Mary Mouser). En Johnny's zoon Robby (Tanner Buchanan) besluit om in Daniel's autozaak te gaan werken om zijn vader te treiteren. Daniel ziet echter een manier om de jongen op klassieke Miyagi-wijze lessen mee te geven en zichzelf weer een doel te geven. En omdat de Cobra Kai meer geweld leert, besluit Daniel ook een dojo te openen waar het anders gaat.
Nostalgische jaren 80-muziek, een nieuwe generatie die de doordachte Miyagi-manier van karate leert naast een groep die de meer gewelddadige Cobra Kai-manier leert, en grote gevechten: het is precies wat je verwacht en krijgt van de serie. Helaas blijven de personages en dialogen soms te veel hangen in de machocultuur van dat tijdperk. Hierdoor is er onnodig veel giftige mannelijkheid, bodyshaming, misogynie en seksisme. De tieners nemen hier gelukkig geen genoegen mee en lijken soms met opmerkingen zoals 'ben je niet te veel aan het genderen?' op een sensei voor Johnny.
Net als met karate duurt het een tijdje voordat Cobra Kai haar balans heeft gevonden, maar de focus blijft in beide seizoenen vooral op de rivaliteit tussen Daniel en Johnny en diens dojo’s. Erg innovatief is het verhaal zelf ook niet. De serie zit vol clichés in verhaal en personages, zoals een driehoeksverhouding, rivaliserende tienermeisjes en iemand die een buitenbeentje was en door een uiterlijke transformatie een powertrip krijgt.
Hoewel er redelijk veel etnische diversiteit in de serie zit, is het in het tweede seizoen nog steeds niet duidelijk hoe sommige van deze personages heten. De makers lijken meer interesse te hebben in het uitrekken van de voortkabbelende rivaliteit tussen de twee dojo’s. Wel wordt vluchtig benoemd dat er wellicht sprake is van culturele toe-eigening, maar het gaat verder niet de diepte in – eveneens niet wat betreft het seksistische taalgebruik van Lawrence.
Cobra Kai is eigenlijk een lange zoektocht van Johnny Lawrence naar hoe hij ‘al dat geen genade-gelul’ in zichzelf en in Cobra Kai kan veranderen. Het leukste van de serie zijn natuurlijk de karatemoves, de gevechten (alhoewel kinderen die elkaar slaan nu toch wel wat vreemd is), de manieren waarop de nieuwe sensei levenslessen aan een nieuwe generatie meegeven op soms innovatieve wijze, en de oude bekenden.
Cobra Kai S01-02, vanaf 28 augustus 2020 op Netflix