Lara Croft is ge-update, ge-reboot en ge-recast. Ge-slaagd? Voor een game-verfilming valt het nog mee.
Wat maakt een geslaagde game-verfilming? Onbekend, want het is nog nooit gelukt. Maar wat opvalt aan deze nieuwe Tomb Raider is dat veel scènes heel erg veel doen denken aan de gameplay die we zagen in de vele incarnaties van het spel die sinds 1996 op de diverse consoles verschenen. Dat is een goede keuze van de Noorse regisseur Roar Uthaug (The Wave, op Netflix), die de geweldige 71-jarige editor Stuart Baird (Skyfall en nog talloze andere films) inhuurde om alles tot een vloeiend, verrassend overzichtelijk en toch extreem dynamisch geheel te snijden. Dat werkt erg goed: we hangen voortdurend tussen de schouderbladen van actrice Alicia Vikander die met dat eeuwig wippende staartje van Lara net als in de games vlak voor ons uit rent, springt, valt en vliegt door straatjes, wouden, bergen, tombes en diverse gammele constructies.
In die zin is dit dus een 'echte' en geslaagde game-verfilming, maar ja, het verhaal gaat weer eens nergens over. Het is losjes gebaseerd op de re-boot van het spel uit 2013 van gameproducent Crystal Dynamics, waarin we Lara ontmoetten voordat ze een kick-ass tombe-plunderaar was. De film start ook helemaal bij het begin: Lara is een uber-coole fietskoerier in de hippe Londense wijk Shoreditch, die haar eigen centen verdient omdat ze weigert haar vermiste vader juridisch dood te laten verklaren en dus diens gigantische erfenis nog niet in het bezit heeft. Als ze een geheime kamer in de familietombe ontdekt, vermoedt ze waar haar vader zou kunnen uithangen en vertrekt ze, net als in de game, met een boot naar een Japans eiland waar een enge heks in een vervloekte tombe dood ligt te wezen, maar niet dood genoeg natuurlijk.
Vervolgens komt er een schamel verhaaltje op gang met een opzichtig van Raiders of the Lost Ark gejatte finale, waarin alle verwachte elementen (eeuwenoude boobytraps, instortende tempels, massa's skeletten, afgronden met wiebelplanken, geheime deuren, kisten die je beter dicht had kunnen laten, etcetera) braaf opduiken. Het is wel entertainend, maar we've been there before. Meerdere keren.
Lara zelf is wel nieuw, ten opzichte van de Lara van begin deze eeuw. Die was - vooral in de marketing en de films, minder in de games - een soort puberjongensdroom: een bloedmooi maar benaderbaar, stoer en steenrijk kakmeisje met hotpants, een tanktop en twee enorme guns én boobs; een totaal clichématige jongensfantasie waaraan eigenlijk alleen een krat bier ontbrak.
Lara Croft anno 2018 is een in alle opzichten normaler, kwetsbaarder en veel minder seksistisch verzinsel dan die oude onoverwinnelijke Lara, hoewel de scènes waarin ze steeds opnieuw in elkaar wordt gerost in haar strakke T-shirtje wel iets vagelijk pornografisch blijven houden. Actrice Alicia Vikander ondergaat het allemaal stoïcijns en hoewel ze geweldig kan acteren ( zie Ex Machina ) heeft ze die skills in deze film niet nodig. Haar teksten passen op een paar A4-tjes en soms gaan minuten voorbij met louter die gameplay-achtige actie, zonder enige dialoog. Als er wel dialoog is, is dat vaak nogal wee gepruttel over de daddy issues van Lara.
Deze franchise gaat Vikander dus geen acteerprijzen opleveren (wel een gaaf penthouse waarschijnlijk en een Oscar had ze toch al, voor The Danish Girl ) en behalve een kolossale hoeveelheid conditietraining (waaraan ze als ballerina ook al gewend was) hoeft ze weinig mee te brengen. Alle andere personages zijn van bordkarton. Aziatisch bordkarton, want de Aziatische markt is de enige markt waarop nog echt goed geld wordt verdiend aan game-verfilmingen. Maar als opvolgster overtuigt deze Lara Croft beslist en daar werd vooraf aan getwijfeld op de diverse internetfora. Nu nog scripts die echt ergens over gaan, maar dat lijkt teveel gevraagd in het genre der game-verfilmingen. Tomb Raider is wel een verademing vergeleken met verfilmingen als Assassin's Creed, maar ja, die lat ligt dan ook erg laag…