Bioscooppremière: Kingsman: The Golden Circle
• 21-09-2017
• leestijd 2 minuten
De tweede aflevering van de spy-spoof Kingsman bewijst dat je van flauwekul, mits de dosis hoog genoeg is, vanzelf gaat giechelen. Het blijft wel flauwekul.
Het recept voor spionage-films is vrij simpel: viriele mannen, fatale vrouwen en een vleugje geo-politiek. Je kunt dat gerecht bloedserieus opdienen (Bourne), met de nodige zelfspot (Bond) of volkomen over the top (The spy who shagged me). Kingsman valt honderd procent in die laatste categorie: nul geloofwaardigheid en veel gedol met de stereotypen die het genre te bieden heeft.
Vooral Britse stereotypen in dit geval. Kingsman is een ultra-geheime en opvallend rijke particuliere organisatie die de strijd aanbindt met super-villains die uit zijn op wereldheerschappij. Het is een soort anti-Spectre en wordt gerund door extreem bekakte Britse snobs die allemaal naar Eton zijn geweest. Hun kleermakerszaak op Saville Row - het Londense maatpakken walhalla - fungeert als dekmantel. In deel één rekruteerde de Kingsman-kakker Harry Hart (Colin Firth) de volkse jongen Eggsy (Taron Egerton), trainde hem tot superspion en stak hem in een strak pak, waarmee Kingsman tegelijk een soort klassenstrijd-drama werd, maar dat is vooral voor Britse toeschouwers leuk. Harry werd in deel één omgelegd, maar dat blijkt geen probleem, want in dit deel duikt hij gewoon weer op:
Toegevoegd aan de mix zijn Channing Tatum, Jeff Bridges en Hale Berry die de Amerikaanse zusterorganisatie Statesman runnen (dekmantel: een Bourbon distilleerderij) en dat levert af en toe geestige Brits-Amerikaanse contrasten op. Hun gezamenlijke vijand is Poppy (Julianne Moore) die in de jungle van Zuid Amerika een wereldwijde drugsbende leidt en in een verloren Inca-ruïne een Poppy-pretpark aan zichzelf heeft gewijd, compleet met Poppy Diner - een van de mooiste filmsets die we dit jaar in de bioscoop zullen aantreffen: chroom en rood nep-leer zover het oog rijkt. Ze houdt daar Elton John gevangen (de echte ja) die een belangrijke rol in de ontknoping speelt en een 1 voor acteertalent en een 9 voor zelfspot verdient. Het bombardement aan flauwe grappen, seksisme op puber-niveau en eindeloze CGI-actie-scènes (die in de skilift is de enige memorabele maar wel meteen een érg fijne) beuken je als toeschouwer vrij vlot murw, waarna je je overgeeft en gaat giechelen om alle vakbekwaam geserveerde onzin. Als je de biocoop verlaat ben je alles alweer vergeten voordat je het woord 'popcorn' kunt uitspreken. Als je in je lokale multiplex staat te twijfelen naar welke actie-onzinfilm je zult gaan, zijn
Atomic Blonde en Logan Lucky momenteel wel betere keuzes. Onze nieuwsgierigheid naar Kingsman 3 is gering.