Romkom bedacht en gespeeld door Ali Wong en Randall Park.
Wat als je een romantische komedie maakt, maar dan met een bijna gehele cast van Aziatisch-Amerikaanse acteurs? Dan krijg je, net als in het baanbrekende Crazy Rich Asians, een film waarin de Aziatische personages eens niet alleen ‘die Aziaat’ zijn, maar gewoon mensen.
Always Be My Maybe werd geschreven door Ali Wong ( Tuca & Bertie , Hard Knock Wife en Baby Cobra), Randall Park (Fresh Off the Boat) en Michael Golamco (Grimm). En geregisseerd door de Iraans-Amerikaanse Nahnatchka Khan (Fresh Off the Boat). Zelden zien we een Aziatische man die de held - of de 'ware' - van de film is en Aziatische koppels die seks met elkaar hebben, ruzie maken en grappig zijn, maar daar brengt Always Be My Maybe nu ( langverwachte ) verandering in. Natuurlijk zijn er de nodige romkom-elementen – soms cliché en voorspelbaar – maar die zijn prima in het verhaal verwerkt. Dat er een divers team achter de film zit is goed voelbaar door de culturele sensitiviteit.
In de film komen jeugdvrienden Sasha Tran (Ali Wong) en Marcus Kim (Randall Park) na jaren weer met elkaar in contact, en komen ze (zoals je kan raden) tot de realisatie dat ze bij elkaar horen. De twee groeiden op als buren in San Francisco, en deden alles samen totdat ze op een dag hun vriendschap naar een ander 'level' namen (lees: ze hadden seks in Marcus’ auto, een scène geïnspireerd door Parks eigen leven). Na dit amoureuze avontuurtje volgde een ruzie, waardoor de twee achttien jaar geen contact meer hadden.
Nu is Sasha een beroemde kok en ‘onze eigen Aziatische Oprah’, aldus meneer Kim. Marcus werkt met zijn vader, woont nog thuis en speelt nog altijd kleine podia met zijn bandje. Door de opening van een nieuw restaurant komt Sasha weer in San Francisco, en haar hoogzwangere beste vriendin en zakenpartner Veronica (Michelle Buteau) brengt de twee weer met elkaar in contact. Wong en Park spelen met de kwetsbaarheden van hun personages, en hun chemie op het scherm is altijd warm en geloofwaardig, zelfs wanneer ze ruzie hebben komt het binnen.
Always Be My Maybe geeft op een lichte en ongedwongen manier verwijzingen naar de Aziatisch-Amerikaanse cultuur: van Sasha die als kind witte rijst met Spam klaarmaakt en Marcus’ moeder die zegt dat ‘wij Koreanen voor alles een schaar gebruiken’, tot de notie dat eten je een thuisgevoel kan geven en dat wanneer je Kantonees spreekt in een Chinees restaurant je betere service krijgt en soms gratis shumai.
De film beweegt steeds tussen humor en scherpe observaties – hij geeft bijvoorbeeld ook kritiek op de groei van hipster pop-up-tentjes in San Francisco. De film doorbreekt het ‘strenge Aziatische ouder’ stereotype en viert de liefde tussen Aziatische personages. Er wordt zelfs verwezen naar ' code switching '. En er is een kleine rol voor Keanu Reeves, die tevens een Chinees-Hawaiiaanse achtergrond heeft.
De film geeft de positieve representatie van Aziatische personages waar veel mensen, inclusief ondergetekende, lang op hebben gewacht. En dat er behoefte is aan meer van dit soort films blijkt bijvoorbeeld ook uit het fotoproject van fotografe Rozette Rago (ze maakte ook prachtige foto’s van Wong en Park en andere acteurs) waarin zij haar favoriete films 'reimagined' met mensen die op haar lijken.
Always Be My Maybe heeft niet een heel erg origineel verhaal. Het heeft aspecten van When Harry Met Sally... en Notting Hill, maar de culturele referenties en de grotendeels Aziatische cast in de film maken het vernieuwend.