In de VS deed de Scientology-documentaire Going Clear veel stof opwaaien. Hoe dat zo?
De documentaire Going Clear: Scientology and the Prison of Belief zorgde in Amerika voor een mediarel, of nou ja – Scientology, de beweging die het hoofdonderwerp is van de documentaire van Alex Gibney, was het bij voorbaat al niet eens met de inhoud en begon in de maanden voorafgaand aan de release een campagne met gesponsorde twitterberichten, reclamecampagnes op Google en toen de film in januari in première ging op het Sundance Festival mailden ze zelfs filmjournalisten – of eigenlijk hun hoofdredacteuren – die het hadden gewaagd een recensie te plaatsen waarin de film positief werd besproken: hoe het mogelijk was dat dit zomaar kon, zonder een weerwoord te vragen aan de organisatie zelf?
Gibneys film, gebaseerd op het gelijknamige boek van de Pulitzerprijs winnende onderzoeksjournalist Lawrence Wright, is onthullend, maar het is niet zo dat je er als kijker nou achterover van je stoel van valt: Scientology is eerlijk gezegd al zo besmet door alle verhalen die er de ronde over doen; het zou pas een verrassing zijn geweest als de documentaire een positief geluid had laten horen. Nu doet deze opmerking de film ernstig tekort natuurlijk, want Gibney die eerder onder meer documentaires maakten over energiebedrijf Enron, over de Wikileaks en over Lance Armstrong is een autoriteit op het gebied van het doorgronden van zeer complexe instituten en systemen, en de juiste man op de juiste plaats om de Scientology kerk documentair door te lichten. Hij gebruikte de bestseller van Wright, die de film mede produceerde en zelf ook aan het woord komt. Wright deed uitputtend research naar de organisatie, sprak met meer dan 200 voormalig en huidige scientology-aanhangers en probeert te begrijpen hoe de organisatie werkt. Dat probeert Gibney ook.
Inventief gecomponeerd begint hij bij het begin, bij de geestelijk vader van de organisatie, oprichter L. Ron Hubbard, een sf-schrijver die eind jaren 40 zijn geld verdiende als schrijver van sf-boekjes, maar in de jaren 50 een boek schreef dat nog altijd als basis dient voor het gedachtengoed van Scientology: Dianetics. The modern science of mental health , waarin hij het concept van ‘auditing’ introduceerde, een proces waarbij – we citeren de officiële Nederlandse site Scientology ‘men zich ontdoet van pijnlijke ervaringen van het leven en verbetert men het vermogen te confronteren en om te gaan met alle zaken van het leven.’ Tot de dag van vandaag nog steeds de belangrijkste pijler van Scientologie.
Anders dan het boek, kan de film zich bogen op een grote hoeveelheid archiefmateriaal. En dat is niet te versmaden. Met name de beelden van Hubbard – met een fascinerend slecht gebit, zijn de moeite waard. Maar Gibney heeft ook materiaal weten te verzamelen van Scientology’s Sea Org, de elitegroep binnen de organisatie, waarvoor Hubbard in de jaren 70 een schip op de kop tikte. Op dat schip dat destijds de verschillende Canarische eilanden aandeed (tot ze niet meer welkom waren) zijn ‘uitverkoren’ jonge mensen de hele dag in de weer met tandenborstels om het roestige schip te schuren. Hubbard zelf is ook te zien, gekleed in kapiteinsoutfit, breed lachend (slecht gebit!), terwijl de commentaarstem vertelt over de geruchten dat criticasters overboord werden gegooid.
Naast het archiefmateriaal voert Gibney veel talking heads op die al in het boek van White zaten. Zoals Paul Haggis, de Hollywood-scenarist die onder meer Crash schreef en die als zoekende jongeman begin jaren 80 bij de kerk kwam, omdat ze, zegt hij, hem geluk en voorspoed beloofden. Het duurde 25 jaar voordat hij zich los wist te maken en zich uit durfde te spreken tegen de kerk. Hoe het kan dat het zo lang duurt, leren we ook uit de documentaire: al de audits worden opgenomen en dat is een van de redenen dat mensen niet weg durven: er is zo veel belastend materiaal aanwezig, als dat openbaar wordt gemaakt, is voor velen het einde zoek. Zo wordt er gespeculeerd dat John Travolta ooit op het punt heeft gestaan om zijn lidmaatschap aan de wilgen te hangen, maar dat er rolkoffers vol geluidsopnamen zijn die zijn carrière zullen ruïneren. Nu is het gekke bij Travolta natuurlijk dat hij carrièretechnisch eind jaren 80 op sterven na dood was, en dat waarschijnlijk was gebleven als Quentin Tarantino hem niet had gereanimeerd voor zijn Pulp Fiction in 1994. Er is zo’n tien jaar geweest dat Travolta zonder veel kleerscheuren weg had kunnen gaan. Toch bleef hij. En je kunt over Travolta nog wel grapjes maken, net als over Tom Cruise, een uitstekende acteur maar als mens een vreemd figuur waarbij je je af en toe zorgen maakt over zijn geestelijke gezondheid. Maar neem een Elisabeth Moss, de gelauwerde actrice uit series als Mad men en Top of the Lake , die ook een scientologist is. Of Haggis, die zeer intelligent en integer over komt en toch meer dan twintig jaar lid was van Scientology. Net als veel anderen die aan het woord komen in de film, had hij ooit in zijn leven behoefte aan een klankbord en kwam hier terecht, bij die organisatie van wie de geestelijk vader niet anders wordt afgeschilderd dan als een charlatan. Een met charisma, dat dan wel. Hartverscheurend is het relaas van Sara Goldberg die meer dan dertig jaar bij de kerk zat, de staat van verlichting had bereikt (‘Operating Thetan, level VIII’), haar kinderen zag opgroeien in de kerk, maar Scientology in 2013 verliet. U moet de film maar kijken om te zien waarom (en hoe ongelooflijk moeilijk het is om weg te komen). Fascinerend zijn ook de vermeende verdwijningen, onder meer van de vrouw van de nieuwe leider van de organisatie David Miscavige. Zit ze opgesloten in een van de strafkampen van scientology? Of is het erger? Niemand die het weet, er zijn enkel speculaties.
In The Master speelde de vorig jaar overleden Philip Seymour Hoffman – wat een gelijkenis! – een op Ron L. Hubbard gebaseerd personage. Toen die film uitkwam, zat Scientology er ook bovenop. ‘Losjes gebaseerd,’ zei maker P.T. Anderson toen. Want de armen van Scientology zijn lang. Intimiderend lang. Zoveel is duidelijk na het zien van Going Clear.