Nicolaas Veul blikt terug op zijn documentaire Pisnicht
20-07-2020
•
leestijd 2 minuten
•
193 keer bekeken
•
DOOR ROGER ABRAHAMS
Nicolaas Veul, maker van Pisnicht – de documentaire over de invloed van homofoob taalgebruik – voelt zich verwant met de Black Lives Matter-beweging. ‘Over de pijn werd nooit gepraat, nu wel.’
‘Na de première van mijn documentaire Pisnicht in 2019 heb ik enorm veel berichten gekregen. Van oude en jonge mensen, van homo’s die in de kast zaten of eruit waren gekomen, die me bedankten of om raad vroegen. In de documentaire onderzoek ik welke invloed woorden als pisnicht, homo of flikker hebben op jonge homo’s. Daarin ben ik best voorzichtig geweest, me steeds afvragend wat de juiste toon was. Er wordt al snel gezegd dat je een zeikerd bent als je zoiets aan de kaak stelt. Toch is in de kast zitten niet zomaar iets: je zet jezelf uit, het is een psychische overlevingsstrategie. Ik had vroeger niet door wat mijn homoseksualiteit betekende voor de manier waarop ik opgroeide. Pas na mijn coming-out kwam ik erachter welke invloed die periode heeft gehad op mijn zelfbeeld. Als je er met die ogen naar kijkt, snap je hoezeer jonge mensen beïnvloed kunnen worden door woorden.
Met Tim den Besten heb ik eind vorig jaar een aantal maanden lesgegeven op een middelbare school in Lelystad, voor het programma 100 dagen voor de klas. “Homo” was voor de leerlingen het normaalste woord dat er bestond. Het werd gebruikt van onschuldig grapje tot regelrecht scheldwoord: voor iemand die te laat kwam, die niet goed kon voetballen of een jongen die zich niet als een typische man gedroeg. Als je opgroeit en anderen zo over jou hoort praten, dan heeft dat consequenties. “Ik bedoel het niet verkeerd,” zeggen mensen vaak. Maar als je doorvraagt, kom je niet zelden de vooroordelen tegen. Er schuilt een cultuur achter waarin homo’s als minder worden gezien: de anti-mannen, onderaan de apenrots. Dat maakt “homo” tot zo’n populair scheldwoord. Als kind voel je dat feilloos aan, en dat is ontzettend beangstigend. Ik vind dat wij als maatschappij best soft op dit soort gedrag reageren. Pesten vinden we niet oké, maar iemand een homo noemen maakt gewoon onderdeel uit van de cultuur? We kunnen ook zeggen: dit willen we niet meer.