1 op de 20 Nederlanders heeft geen vaste huisarts. In ongeveer 60 procent van de praktijken geldt een patiëntenstop. Henk (79) uit Dordrecht zoekt al maanden naar een huisarts: “Elke praktijk zit vol en ik weet niet waar ik terecht kan”, zegt hij. Voor veel Nederlanders wordt het vinden van een vaste huisarts steeds lastiger en dat heeft directe gevolgen voor de zorg en de gezondheid.
Het tekort aan huisartsen wordt op verschillende manieren zichtbaar. Bernard Leenstra, huisarts & medisch publicist, benadrukt het belang van een vaste huisarts: “Uit onderzoek blijkt dat mensen met een vaste huisarts langer en gezonder leven. Dat is van enorm belang en moet goed worden gefaciliteerd.”
Volgens Leenstra komt de druk op huisartsen uit drie richtingen: de vergrijzing en de toenemende zorgzwaarte doordat ouderen langer thuis wonen, de extra taken die vanuit het ziekenhuis naar de huisarts verschuiven en de groeiende stroom van mensen die met medische zorgen of preventieve scans aankloppen. “Gezonde mensen laten allerlei scans doen uit angst om ziek te worden. Dat levert onnodig extra werk op,” zegt hij.
Ook mensen die nog wél een vaste huisarts hebben, merken de gevolgen: lange wachttijden aan de telefoon, korte consulten en huisartsen die structureel overbelast zijn.
Volgens minister Bruijn, van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ligt het probleem vooral bij de spreiding van huisartsen, niet bij het totale aantal. Er zijn nu meer huisartsen dan tien jaar geleden, maar in sommige regio’s blijft de druk hoog door verhuizingen, het wegvallen van praktijken en de groeiende zorgvraag. Zo’n 100.000 mensen hebben op dit moment geen huisarts; 700.000 anderen zoeken een nieuwe.
Minister Bruijn noemt vier verschillende maatregelen om dit aan te pakken: meer opleidingsplekken voor huisartsen, een landelijk inschrijf- en wisselsysteem om patiënten die verhuizen sneller te helpen, een betere regionale spreiding van huisartsen én het terugdringen van administratietijd zodat huisartsen meer tijd hebben voor patiënten. Niet-medische hulpvragen moeten daarnaast vaker via het sociaal domein worden opgevangen.
Volgens Bernard Leenstra is er meer nodig om de huisartsenzorg toekomstbestendig te maken. Praktijken moeten kunnen groeien, zowel qua huisvesting als capaciteit, en jonge artsen moeten beter worden gefaciliteerd om voor het vak te kiezen. Ook volgens hem is versterking van het sociaal domein nodig: eenzaamheid en gebrek aan ouderenzorg zorgen nu voor extra druk op de huisarts. “Door daarin te investeren, kan zorg efficiënter worden georganiseerd”, zegt hij.
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!