Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

JA21 is schadelijk voor de mensenrechten

  •  
22-04-2023
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
6741 keer bekeken
  •  
ANP-465073076

Ze streven naar een witte suprematie en Westerse werelddominantie.

JA21 schrijft in het concept voor hun grondbeginselen het volgende:

De grondrechten hebben in de afgelopen decennia steeds meer een andere duiding gekregen; zij worden nu ook en vooral horizontaal uitgelegd als rechten die gelden tegenover ieder ander mens. Dit geldt bovenal voor het zogenaamde gelijkheidsbeginsel, ook wel non-discriminatiebeginsel genoemd. Oorspronkelijk was dit een verbod voor de staat. De staat mocht geen gelijke gevallen ongelijk behandelen. Dit beginsel wordt nu echter ook uitgelegd als grondrecht dat geldt tegenover ieder mens.

Daarom vindt JA21 het gewenst terug te keren naar de oorspronkelijke uitleg van de grondrechten als rechten tegenover de staat en niemand anders.”

En verderop, vindt JA21 dat rechters te machtig zijn door:

Het ontstaan en de uitbouw van de toetsing van wet- en regelgeving aan internationale verdragen, bovenal grondrechtenverdragen als het EVRM en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het aantal verdragen neemt bovendien steeds meer toe en de bepalingen ervan worden tegenwoordig (horizontaal) uitgelegd als ook en vooral van toepassing tussen mensen onderling. In de verhouding tussen verdragsrecht en nationaal recht dient het laatste echter altijd als hoger recht te gelden en niet het eerste. Dat betekent dat verdragen nationaal recht worden als en zolang de volksvertegenwoordiging ze aanneemt als nationale wet. Bovendien geldt dat een latere wet een eerdere wet opheft (derogeert), ook als de eerdere wet een verdrag is. De grondrechten zoals neergelegd in grondrechtenverdragen, net als die de grondwettelijke grondrechten, dienen daarnaast niet tussen mensen, maar uitsluitend tegenover de staat te gelden.”

Wat wil JA21 eigenlijk?
Ten eerste stelt JA21 dat enkel de overheid verplicht zou moeten zijn om mensenrechten te respecteren. Volgens hen zouden privépersonen en bedrijven echter wel in staat moeten zijn om mensenrechten te schenden. En JA21 wil vooral kunnen discrimineren.

Waarom dan? Annabel Nanninga vertelde in een interview:

Ik ken heel veel ondernemers die er vanwege slechte ervaringen moeite mee hebben [Marokkanen] aan te nemen… [omdat Marokkanen] afspraken niet nakomen, stelen, onberekenbaar en snel gepikeerd zijn en werkgevers van racisme beschuldigen als die ook maar een beetje kritiek uiten.

Daarom pleit ze ervoor dat bedrijven en burgers mogen discrimineren, zodat autochtonen alle banen kunnen bemachtigen.

Maar stel je voor welke gevolgen het zou hebben als privépersonen en bedrijven zouden mogen discrimineren. Een particulier ziekenhuis zou bijvoorbeeld zwarte patiënten op de spoedeisende hulp kunnen weigeren. Turkse supermarkten zouden een bord bij de deur kunnen plaatsen met ‘verboden voor Joden’. Restaurants zouden mogelijk weigeren zalen te verhuren aan homoseksuelen. De NS zou rolstoelen mogen verbieden. Nederlandse privé-universiteiten en -scholen zouden een quotum voor Joden, Marokkanen, zwarte mensen kunnen invoeren, zoals de Amerikaanse universiteiten dat met Joden deden. Verzekeringsmaatschappijen zouden ziekteverzekeringen aan bepaalde ‘rassen’ kunnen weigeren. Een nieuwe chef bij De Telegraaf - met nazisympathieën - zou alle Joden, zwarte mensen, Roma, homo’s en socialisten kunnen ontslaan.

Horizontale versus verticale mensenrechten
Vroeger dacht men inderdaad dat alleen de staten verplicht waren om mensenrechten te respecteren. Dit heet de ‘verticale werking van de mensenrechten.’ Na verloop van tijd ontdekte men echter dat staten steeds minder machtig werden, en dat andere private entiteiten (niet-statelijke actoren) ook mensenrechten konden schenden. Hieronder vallen bijvoorbeeld multinationals, terroristische organisaties, (internationale) organisaties en zelfs gewone burgers. Toen rees de vraag of er ook een horizontale verplichting bestaat voor private entiteiten om mensenrechten te respecteren. De plichten en rechten met betrekking tot private entiteiten worden de ‘horizontale werking van de mensenrechten’ genoemd.

Hoe kunnen we de horizontale werking van mensenrechten in de praktijk voorstellen? Een voorbeeld is de zaak waarin vrouwen de SGP voor de rechter daagden om zich verkiesbaar te kunnen stellen, gebaseerd op het verdrag inzake vrouwenrechten. In zo'n geval zou de SGP een directe plicht hebben om mensenrechten te respecteren. Een ander voorbeeld is de rechtszaak die het CIDI aanspande tegen Baudet, omdat hij het COVID-beleid met de Holocaust vergeleek. Men stelde dat Baudet de rechten van Joden op identiteit, privéleven en hun recht op bescherming van persoonlijke integriteit en menselijke waardigheid had geschonden.

De mensenrechten kunnen echter ook indirect horizontaal werken wanneer de staat verplicht is om wetten in te voeren die ervoor zorgen dat privé-entiteiten de mensenrechten van burgers niet schenden. Jouw recht op leven zou bijvoorbeeld weinig betekenen als de staat moord zou legaliseren.

Voorbeelden van horizontale indirecte werking
Staten zijn verplicht om wetten aan te nemen om te voorkomen dat privé-entiteiten mensenrechten schenden. Een paar voorbeelden.

X and Y v. the Netherlands
Een meisje verbleef in een privé-instelling voor kinderen met een verstandelijke beperking. Een dag voordat ze zestien werd, verkrachte de schoonzoon van de directeur haar. Het OM besloot om hem niet te vervolgen en haar vader stapte naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het hof besloot dat Nederland de mensenrechten van het meisje schond omdat de Nederlandse wetgeving haar niet goed beschermde.

Het recht op veiligheid
Het EHRM heeft herhaaldelijk benadrukt dat het recht op veiligheid inhoudt dat de staat verantwoordelijk is voor het beschermen van de veiligheid van burgers tegen andere privé-entiteiten. Dit geldt bijvoorbeeld in situaties waarin de staat vrouwen onvoldoende beschermt tegen huiselijk geweld. In sommige gevallen oordeelt het Hof dat de staat het recht op leven schendt wanneer een man zijn vrouw vermoordt nadat zij eerder klachten over huiselijk geweld heeft ingediend.

Dink v. Turkey
In deze zaak was Hrant Dink, een Turks-Armeense journalist, het slachtoffer van haatdragende uitingen en doodsbedreigingen vanwege zijn geschriften over de Armeense genocide. De Turkse autoriteiten beschermden hem niet en hij werd in 2007 vermoord. Het EHRM oordeelde dat Turkije het recht op leven van Dink had moeten beschermen, evenals zijn recht op vrijheid van meningsuiting. Het Hof stelde dat staten “naast het invoeren van een effectief systeem ter bescherming van auteurs en journalisten, een klimaat moeten creëren dat de deelname van alle betrokkenen aan het publieke debat bevordert. Hierdoor kunnen zij zonder angst hun meningen en ideeën uiten, zelfs als deze ingaan tegen die van de officiële autoriteiten, een aanzienlijk deel van de publieke opinie, of als ze zelfs irritant of beledigend zijn voor laatstgenoemden.”

Vejdeland v. Sweden
In deze zaak werden vier personen veroordeeld voor het verspreiden van pamfletten met haatzaaiende uitingen tegen homoseksuelen op een Zweedse school. Het EHRM accepteerde het argument van het Zweedse Hooggerechtshof dat vrijheden en rechten gepaard gaan met verplichtingen; een daarvan is “het zoveel mogelijk vermijden van uitlatingen die anderen op ongerechtvaardigde wijze kwetsen en een inbreuk vormen op hun rechten.” Dit is een argument dat duidelijk aangeeft dat burgers horizontale plichten hebben om de mensenrechten van anderen te respecteren.

López Ostra v. Spain
Een bedrijf verwerkte afvalstoffen op 12 meter afstand van het huis van een Spanjaard, waarbij giftige stoffen vrijkwamen. Het hof oordeelde dat een staat verplicht is om redelijke en passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat ernstige milieuverontreiniging door een afvalverwerkingsinstallatie nadelige gevolgen heeft voor het privé- en gezinsleven van gezinnen die in de nabijheid wonen.

Sommige mensenrechtenverdragen verplichten staten om wetten aan te nemen om mensenrechten tegen privé-entiteiten te beschermen. Bijvoorbeeld het verdrag voor kinderrechten verplicht Nederland om “misbruik of verwaarlozing van het kind door de ouders” te voorkomen. Het anti-rassendiscriminatieverdrag verplicht landen om maatregelen te nemen tegen rassendiscriminatie “door personen, groepen of organisaties.” Het vrouwenrechtenverdrag verplicht staten om “alle passende maatregelen te nemen om discriminatie van vrouwen door personen, organisaties of ondernemingen uit te bannen.”

Sommige verdragen hebben een mechanisme voor klachten en controle op staten. Bijvoorbeeld het anti-rassendiscriminatieverdrag:

L.K. v. The Netherlands
Dit betrof een klacht bij het Comité voor de Uitbanning van Rassendiscriminatie. Een Marokkaanse man bezocht een woning in Utrecht waarvoor hem een huurcontract was aangeboden. Bij aankomst hadden zich ongeveer twintig mensen buiten het huis verzameld. Sommigen riepen: “Geen buitenlanders meer.” Anderen dreigden het huis in brand te steken en zijn auto te beschadigen. Achtentwintig mensen tekenden een petitie tegen zijn komst. De politie ondernam geen actie en het OM startte geen rechtszaak. De Marokkaanse man procedeerde zonder succes. De commissie constateerde dat Nederland het anti-rassendiscriminatieverdrag had geschonden. (Dit is wat JA21 wil: dat burgers kunnen voorkomen dat er Marokkanen in hun wijk komen wonen.)

In conclusie
Daarnaast wil JA21, net als Baudet, dat men niet langer in staat is om een beroep op mensenrechten bij de rechter te doen. Om aan de wensen van JA21 tegemoet te komen, zou Nederland zich moeten terugtrekken uit het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Europese Unie moeten verlaten. Dit is omdat het lidmaatschap van het EHRM een voorwaarde is om lid te zijn van de EU. Vervolgens moet Nederland veel mensenrechtenverdragen opzeggen, aangezien deze verdragen Nederland verplichten om mensenrechten horizontaal toe te passen.

JA21 en de andere rechts-populisten streven naar de vroegere ordelijke anarchie – nationaal en internationaal – met als grondrecht het recht van de sterkste. Ze streven naar een witte suprematie en Westerse werelddominantie. Ze sleutelen aan een tribale, hiërarchische en sociaal-darwinistische conservatieve utopie. En ze verkopen haar als bevrijding van de islam, wokeness, identiteitspolitiek, de linkse kerk, de politiek-correcte multiculturele elite, de verdorven EU, de onderdrukkende VN en de soevereiniteit beperkende internationale hoven.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor