© Netflix
In sciencefictionthriller over rivaliserende verspring-zussen met krachtige beenprotheses ontbreekt het bij vlagen aan geloofwaardigheid.
Het is 2035 en in Brazilië zijn de Bionische Games razend populair. Sporters met krachtige protheses, bijvoorbeeld aan hun benen, kunnen een stuk harder lopen en sneller sprinten dan de normale atleet. Gabi (Gabz) is zo’n bionische atleet. Haar been werd in haar jeugd vanwege een tumor geamputeerd, en sinds enige tijd is ze de trotse eigenaresse van een soort unit die bij RoboCop niet had misstaan. Met haar nieuwe lichaamsdeel verbreekt ze ook records, tot ongenoegen van haar grote zus Maria (Jessica Córes), die zich op de ‘normale’ manier, met een normaal lijf, in de kijker probeert te spelen.
Die ontwikkeling van bionische elementen aan of in het lichaam wekt uiteraard ook de interesse van criminelen, die mensen op die manier kunnen inzetten voor roofovervallen en andere akeligheden. Zo weet beroepscrimineel Heitor (Bruno Gagliasso) Maria al snel voor zijn karretje te spannen. Nadat Maria gewond raakt bij een motorongeluk weet hij haar ook te verleiden tot een bionisch been, maar in ruil daarvoor moet zij weer iets voor hem doen. De rest laat zich wel raden. Bionic is deels heistfilm en raakt eveneens opzichtig aan het thema van de broederlijke rivaliteit.
© Alisson Louback / Netflix
Het ontbreekt in de sciencefictionthriller alleen aan geloofwaardigheid. Ja, verspringen is een leuke discipline, maar daar trek je nu geen volle stadions mee. In de toekomst dan wel? Vanwege die bionische innovaties? Daarnaast is het probleem van Bionic dat de actie zo’n prominente rol speelt in de film dat er nauwelijks ruimte is voor verdieping – en een film à la The Running Man (1987) is Bionic ook weer niet. Sciencefiction is in, maar dat betekent spijtig genoeg niet dat er nu wezenlijk meer is om van te genieten. Zoals gewoonlijk overheerst de middelmaat.
Bionic, vanaf woensdag 29 mei 2024 bij Netflix
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief