Al 100 jaar voor een open, rechtvaardig en gelijkwaardig Nederland.

Institutioneel racisme: wat is dat?

  •  
28-10-2025
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
830 keer bekeken
  •  
markus-spiske-QozzJpFZ2lg-unsplash

Institutioneel racisme. Foto ter illustratie.

© Unsplash

Institutioneel racisme komt voor in alle maatschappelijke processen, maar wat is het eigenlijk?

Institutioneel racisme is een subtiele vorm van racisme die in onze samenleving is verweven. Het gaat om (onbewuste) regels, gewoontes en structuren die ervoor zorgen dat sommige groepen systematisch worden uitgesloten.

Wat is (institutioneel) racisme?

Racisme is de overtuiging dat de ene etnische groep superieur is aan de andere. De term ‘racisme’ staat voor een theorie die mensen indeelt in ‘rassen’. Maar er bestaan helemaal geen verschillende rassen mensen, schrijft BNNVARA. Alle mensen op aarde zijn namelijk onderdeel van hetzelfde ras: homo sapiens. Toch worden mensen in groepen gedeeld op basis van hun uiterlijk, afkomst of geloof. Dat leidt tot vooroordelen en stereotypering. Als deze vooroordelen ongelijkheid veroorzaken binnen instituten, organisaties en systemen, dan is er sprake van institutioneel racisme.

‘Eigenlijk gebeurt dat in alle maatschappelijke processen’, zegt hoogleraar criminologie Joanne van der Leun in een video van De Marker. ‘Stereotypen en vooroordelen spelen altijd een rol op plekken waar mensen aan het werk zijn.’ Denk aan de Belastingdienst die duizenden ouders met een migratieachtergrond ten onrechte als fraudeur behandelt: het toeslagenschandaal. Of aan de kansenongelijkheid in het onderwijs, waar kinderen met dezelfde capaciteiten toch een lager schooladvies krijgen. Of etnische profilering door de politie: mensen die vaker worden gecontroleerd, puur vanwege hun huidskleur, religie of afkomst.

Wat zijn de gevolgen van institutioneel racisme?

Negatieve stereotypen en vooroordelen vergroten de stigmatisering van bepaalde bevolkingsgroepen. ‘We hebben geen mannenprobleem in Nederland, we hebben een allochtonen- en islamprobleem in Nederland’, zegt Geert Wilders tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. Hij maakt gebruik van statistieken van het CBS om te onderbouwen dat allochtonen vaker verdachten zijn van seksueel misbruik, mishandeling, bedreiging of stalking. Maar dat klopt niet, volgens De Marker. Het CBS haalt data uit geregistreerde politiecijfers. Deze hebben vaak een bias (als gevolg van etnische profilering), waardoor de cijfers geen volledig beeld schetsen. ‘Uit onderzoek blijkt dat afkomst en religie niet de oorzaak zijn van criminaliteit’, zegt De Marker-presentator Meike Mantel. Wel spelen factoren zoals armoede, opvoeding, werkloosheid en de wijk waarin iemand opgroeit een belangrijke rol. Migranten hebben vaker een achterstand op deze gebieden.

Criminaliteitscijfers hebben vaak een bias. Hoe hoor je politiecijfers te interpreteren?

Het is belangrijk om te beseffen wat een statistiek jou daadwerkelijk vertelt. Zo gaan de criminaliteitscijfers die Wilders aanhaalt niet alleen over asielzoekers, maar over allochtonen. Dat is iemand die zelf in het buitenland geboren is, of waarvan ten minste één ouder in het buitenland geboren is. Daar vallen dus ook westerse migranten en arbeidsmigranten onder. Het inzoomen op een deel van de daders helpt vooral de agenda van Wilders. ‘Het aanwijzen van één specifieke groep vergroot verdeeldheid en gaat de veiligheid van vrouwen juist tegen.’

Daarnaast staan de criminaliteitscijfers niet gelijk aan het aantal misdaden dat wordt gepleegd. De cijfers gaan over verdachten en niet over daders. Dat is een belangrijk verschil, omdat een verdachte nog niet schuldig is bevonden. Het CBS heeft in 2021 besloten om te stoppen met het publiceren van de begrippen ‘westerse’ en ‘niet-westerse allochtonen’ in criminaliteitscijfers. Juist omdat het onderscheid niet goed onderbouwd was en het als stereotyperend werd ervaren. Ze onderzoeken dit wel nog steeds, maar brengen de cijfers niet naar buiten, om misverstanden te voorkomen.

Wat kan er gedaan worden aan institutioneel racisme?

De eerste stap is erkennen dat ons systeem ongelijkheid in stand houdt. Dat Nederlanders discrimineren past niet binnen ons progressieve zelfbeeld. En omdat het zo verweven zit in onze omgangsvormen, wordt het vaak niet herkend. Juist daarom is het belangrijk om het gesprek aan te gaan.

Meer over dit onderwerp?

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!

Gerelateerd

Meer over dit onderwerp

Al 100 jaar voor