Nog even en dan mag je weer stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Maar waar stem je eigenlijk voor? Wat doen die gemeentebestuurders en welke plannen hebben zij bijvoorbeeld voor de armoedebestrijding? De Nieuws BV vraagt het twee wethouders uit twee verschillende gemeenten.
Weten wat het is om in armoede te leven, dat wilde Esmah Lahlah (GroenLinks), wethouder Bestaanszekerheid in Tilburg, ervaren toen ze besloot een maand van een bijstandsuitkering te leven. Gewoon, om beter te snappen wat het met je doet als mens. ‘Je kunt weten met je verstand en horen wat armoede doet, maar dat is wel anders dan voelen. Daar zeg ik wel meteen dat het voor mij natuurlijk nooit echt was. Voor mij was het een keuze - voor heel veel van onze inwoners is het geen keuze – en ik had een einddatum, dus een perspectief. Dat maakt een groot verschil. Maar ik kan je zeggen dat ik die maand rondkomen met heel weinig geld – het Nibud-criteria "niet veel, maar toereikend" – erachter kwam dat dat niet veel was en ook niet toereikend. Dat was heel zwaar. Ondertussen vragen we heel veel van onze inwoners die een uitkering hebben. De manier waarop we dat doen en de manier waarop de Participatiewet is vormgegeven, daarmee maken we het onze inwoners niet makkelijker en soms helpen we ze juist níet.’
Samenwerken
In Rotterdam wordt armoedeaanpak gebaseerd op ervaringsdeskundigen en wetenschappers. ‘Ervaringsdeskundigen om het echte verhaal boven water te krijgen en wetenschappers om niet lief te zijn maar effectief’, vertelt Michiel Grauss (ChristenUnie-SGP), wethouder Armoedebestrijding in Rotterdam. Wat je dan doet is eropuit gaan. Dan kom je erachter dat armoede met alles te maken heeft: bijvoorbeeld met tandzorg; veel mensen die arm zijn gaan niet naar de tandarts, want dat kost geld en dat geld heb je ergens anders voor nodig.’ Dat heeft op de lange termijn natuurlijk consequenties voor het gebit: ‘Dan krijgen ze kiespijn.’ Daarom heeft Grauss met al zijn collega-wethouders contact om het armoedeprobleem aan te pakken. ‘Dus ik ben met mijn collega van Zorg in gesprek gegaan. Mijn collega Bouwen heb ik nodig voor goede betaalbare woningen en om de woningcorporaties stappen te laten zetten zodat we minder huisuitzettingen hebben. Met alle collega’s, inclusief de burgemeester, spreek ik om te kijken hoe we samen armoede kunnen bestrijden. Dat doe ik ook samen met de organisaties in de stad: met de kerken en de moskeeën. Want de overheid wordt zo ontzettend gewantrouwd. De mensen die ons het hardst nodig hebben, hebben we het meest in de steek gelaten. Ik ben ook de wethouder van de Toeslagenaffaire. Wil ik iets van vertrouwen terugwinnen, wil ik dichterbij komen, dan moet ik samenwerken met die plekken van vertrouwen.’
Bij Lahlah in Tilburg gebeurt dat voor een groot deel op dezelfde manier. ‘Wel hebben wij de naam aangepast van “armoedebestrijding” naar “bestaanszekerheid”, omdat het bij armoede gaat om veel meer dan alleen financiële zorgen. Het is denk ik heel goed als je iemand verantwoordelijk maakt voor dat beleid, maar tegelijkertijd kun je het nooit alleen en moet je echt samenwerken met je collega’s. (…) maar wat nog veel belangrijker is om armoede echt te doorbreken van generatie op generatie, is een goede start voor elk kind. Dat begint in het onderwijs. Als je kinderen een betere toekomst wil bieden en wil voorkomen dat ze in armoede opgroeien, dan kan het niet anders dan dat je ook investeert in de ouders.’
Gevolgen bestrijden
Een te laag minimumloon of een te lage uitkering resulteert bij gemeenten in veel regelingen om de gevolgen van armoede te dempen: ‘Zorgen dat kinderen mee kunnen doen aan sporten of een laptop kunnen aanschaffen via Stichting Leergeld. En dat is belangrijk en nodig, maar willen we echt verschil maken dan moeten we investeren in de relatie met de inwoner vanuit vertrouwen en nabijheid, en via maatwerk kijken wat de volgende stap is.’ Lahlah wil niet langer pleisters plakken: ‘We moeten langdurig investeren in onze kinderen, in onze inwoners en in de ouders, om dat perspectief op de midden termijn, maar ook op de lange termijn te kunnen bieden.’
Ons systeem is verrot. Dat heeft niet eens zoveel met links of rechts te maken, maar met het idee dat je met geld alles kan oplossen. Voor ieder type probleem is er wel een subsidiepotje of toeslag bedacht terwijl het echte probleem niet aangepakt wordt. We hebben het leven zelf vanuit de overheid te duur gemaakt. Vaak zou een inkomen wel toereikend kunnen zijn als je niet werd doodgegooid met de meest uiteenlopende heffingen. De energierekening bestaat bijvoorbeeld al voor het grootste deel uit extraatjes voor de staatskas, de jaarlijkse gemeentebelasting, rioolheffing, hondenbelasting, noem maar op. Je hebt net de ene belasting betaald of de volgende is er weer. Wat moet er gebeuren? Om te beginnen moeten we terug naar een basisprincipe wat ooit door de meeste partijen wel omarmt werd, namelijk dat loonpolitiek via de inkomstenbelasting word geregeld. Geen torenhoge OZB en zo, maar alles via je loonstrook. Geen huurtoeslag of kindertoeslag of noem al die toeslagen maar op, maar beperk het te betalen bedrag door regulering. Voordeel van dit alles in dat de bureaucratie enorm wordt teruggeschroefd. Als er geen inkomensgerelateerde toeslag is hoeft er ook niet gecontroleerd te worden of alles wel klopt. Geen ingewikkelde aanvraagprocedures en dus ook minder ambtenaren nodig. Bedenk ook dat van alle beschikbare potjes slechts pakweg 35% daadwerkelijk benut wordt omdat mensen de potjes vaak niet eens kennen of te trots of te lui zijn om er gebruik van te maken.
Michiel Grauss wethouder in Rotterdam is een aardige benaderbare vent. Maar hij wil de verkeerde dingen. De overheid hoeft niet de vriend van de kwetsbare burger te zijn. De overheid moet een goed functionerende overheid zijn. Grauss is onder andere verantwoordelijk voor de Rotterdamse KredietBank. Die organisatie is een puinbak waarbij vergeleken de Belastingdienst een vriendelijk klantgericht bedrijf is. Als voorbeeld, maar er zijn er honderden: Halverwege vorig jaar werkte de klantenwebsite van de KBR niet. Inloggen was onmogelijk. Daar heeft 3 maanden het bericht gestaan dat men het maar opnieuw moest proberen terwijl de KBR wist dat dit zinloos was. Een dikke middelvinger naar de Rotterdammers in de schuldsanering die afhankelijk zijn van deze website. Van Grauss wordt niet verwacht dat hij vriendelijk is, van hem wordt verwacht dat hij zorgt dat de KBR een soepel werkende organisatie is. En daarvoor zou hij heel onaardig moeten zijn voor de ICT-medewerkers van de Gemeente Rotterdam en voor het managementteam en medewerkers van de KBR. Politici moeten volgens mij niet luisteren naar het volk. Daar zijn verschrikkelijk veel tegengestelde meningen te horen. Politici moeten primair zorgen voor een goed functionerende betrouwbare overheid.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!