Je zou het niet snel zeggen, maar ook in eigen land kan je op expeditie gaan. Wist je bijvoorbeeld dat Nederland maar liefst 21 nationale parken kent? De Hoge Veluwe en Wadden behoeven natuurlijk geen uitleg meer, maar ken je deze al?
Nationaal Park de Alde Feanen - Friesland
We beginnen met het jongste nationale park dat Nederland kent: de Friese Alde Feanen. In dit oude veengebied ben je als watersportliefhebber op de goede plek. Ga bijvoorbeeld kajakken of suppen in de kreken, waar je voorbij een rijk begroeide zijlijn met broedende vogels peddelt. Je zou er zomaar stil van kunnen worden met dat kabbelende water op de achtergrond. Nachtdieren onder ons kunnen het nationale park ook varend in een sloep ontdekken. Begeef je je liever op het land? Stippel dan een route uit tussen de molens, uitzichtpunten en vogelkijkhutten waar het park rijk aan is.
Het Zuid-Kennemerland strekt zich tussen de Noordzeekust en Haarlem uit over een gebied van 3800 hectare. Noem het een oase van rust zo tussen de Randstad en het brede Noordzeestrand. Je deelt het natuurgebied niet alleen met andere wandelaars, maar ook met grote grazende Schotse hooglanders. Bij de open plekken zoeken zij naar duinriet om hun magen mee te vullen. Vanaf de hoge duintoppen heb je het beste zicht op de omliggende natuur. Die varieert van woeste duinen en bosachtige stukken tot moerasgebieden en grasvlakten.
Nationaal Park de Groote Peel - Noord-Brabant en Limburg
De kleinste van de rij, maar niet de minste. Nationaal Park de Groote Peel wordt vooral geroemd vanwege zijn weidse, waterrijke en rustige hoogveengebied. Bovendien voelen vele vogelsoorten zich hier thuis. Net zoals de Waddenzee, het IJsselmeergebied en de Biesbosch is de Groote Peel een van de zogenaamde ‘wetlands’ die Nederland telt. Dit zijn waterrijke gebieden zoals moerassen, vennen of plasgebieden die van groot belang zijn voor de natuur en om die reden worden beschermd.
Dat je hier de grootste schaapskudde van Drenthe vindt, is natuurlijk reden genoeg voor een bezoek. Maar daarbovenop is dit ook de plek om hunebedden te zien. Het gebied wordt daarom ook wel een archeologisch rijksmonument genoemd. Sommige hunebedden hebben namelijk maar liefst 13.000 verjaardagen achter de rug. Het park ontleent zijn naam aan de rustig kronkelende beek die zich door het gebied wurmt. De beek zigzagt door heidevelden, zandverstuivingen, hooilanden en meer fotogenieke landschappen. Het voor de hand liggende wandelpad om te nemen is het Pieterpad, maar wie wil afwijken van de middenmoot kiest voor het Drenthepad.
Nationaal Park Weerribben-Wieden – Overrijssel
Het natuurgebied van de Weerribben-Wieden mag misschien ogen als een ongerept gebied, maar is toch echt door mensenhanden gemaakt. Door turfwinning om precies te zijn. Hierdoor veranderde het gebied in een zompig landschap met moerassige natuur. Wie zich graag stort in een labyrint aan plassen, slootjes en meren zal hier in z'n nopjes zijn. Water en land zijn in de Weeribben-Wieden yin en yang, waardoor zich een interessant ecosysteem aan flora en fauna heeft ontwikkeld.
Van een beetje zand tussen je tenen en zilt op je lippen wordt iedereen een vrolijker mens. Helemaal wanneer de wind ook nog je gedachten weet weg te blazen. Het Oosterscheldegebied is een van die gebieden waar je in die ontspanningsmodus kan raken. Ruim 95% van dit natuurpark bestaat uit water. Daarmee is het een van de natste nationale parken van ons land. Het is de wereld van wind, water en getijen en van Zeeuwse mosselen, oesters en kreeften. Onderwater bevindt zich dan ook een kleurrijk ecosysteem dat je niet zo één, twee, drie aan Nederland doet denken. Kortom: een uitstekende duikplek. Of doe 'ns gek en ga een middag oesters rapen, zoals Geraldine in Yerseke deed.
Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen – Noord-Brabant
Een bezoek aan de Saharawoestijn zit er momenteel niet in, maar Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen komt wonderbaarlijk dichtbij. Zandverstuivingen en naaldbossen wisselen elkaar hier af. Je vindt hier bos, heide en vooral heel veel zand. Gezien de wind hier ongehinderd zijn gang kan gaan, is het landschap constant aan verandering onderhevig en door de vele zandheuvels is het park een ideale plek om te mountainbiken. Ook interessant: tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de Duitsers een munitiedepot in dit gebied, waarvan je de sporen nog terug kan zien.