Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Reactie op uitspraken minister Kuipers over Zembla-uitzending 'Het transgenderprotocol'

14-12-2023
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
6497 keer bekeken
  •  
KUIPERS

Minister Kuipers van VWS heeft gereageerd op Kamervragen over de Zembla uitzending 'Het transgenderprotocol'. In die uitzending lieten we zien dat het wetenschappelijk bewijs voor het ‘Dutch protocol’, de behandeling van transgender jongeren, volgens een groeiende groep gerenommeerde wetenschappers in binnen- en buitenland tekortschiet. Maar de minister schuift die kritiek in zijn antwoorden aan de Kamer terzijde. 

Hij stelt van ‘veldpartijen’ te hebben gehoord dat Zembla een ‘eenzijdig beeld’ zou hebben geschetst. Daarbij verwijst Kuipers naar het Amsterdam UMC, het ziekenhuis dat het ‘Dutch protocol’ heeft ontwikkeld en juist onder vuur ligt wegens het ontbreken van fatsoenlijk wetenschappelijk bewijs en het achterwege laten van grondig onderzoek naar puberteitsremmers, een cruciaal onderdeel van het behandelprotocol.

Download de reactie op Kamervragen van minister Kuipers:

De minister noemt ook belangenorganisatie Transgender Netwerk Nederland. TNN beschuldigde Zembla, al voor de uitzending gezien te hebben, van het verspreiden van transhaat. Volgens TNN zijn deskundigen die Zembla heeft geïnterviewd transfoob en wordt hun wetenschappelijke kritiek ingegeven door verwerpelijke conservatieve motieven. Een volstrekt ongefundeerde verdachtmaking die door de minister in stand wordt gehouden: ‘Ik kan niet beoordelen of de geïnterviewden als neutraal beschouwd kunnen worden’.

Geen recht aan reikwijdte van kritiek

In zijn reactie gaat de minister voorbij aan de groeiende groep vooraanstaande wetenschappers die fundamentele kritiek leveren op het wetenschappelijk onderzoek naar de behandeling van minderjarige transgender personen. Kuipers stelt dat Zembla ‘een beperkt aantal deskundigen’ heeft gesproken, maar daarmee doet hij geen recht aan de reikwijdte van de kritiek en statuur van de critici. Hij zegt bijvoorbeeld niets over de vier Nederlandse academische methodologen die tegenover Zembla verklaarden dat het wetenschappelijk bewijs voor het Dutch Protocol onvoldoende is om als basis te dienen voor onomkeerbare medische ingrepen.

Patiënten voldoen niet aan criteria

En hij gaat ook niet in op het feit dat de buitenlandse kritiek afkomstig is van hoog aangeschreven academici die zelf actief zijn in de transgenderzorg en van vooraanstaande wetenschappelijke instituten. Zembla sprak bijvoorbeeld met hoogleraar Kaltiala van het academisch ziekenhuis in Tampere, Finland. Zij toonde in 2015 in een ‘peer reviewed’ artikel aan dat de snelgroeiende groep minderjarige patiënten die zich meldt voor een medische behandeling, niet voldoet aan de oorspronkelijke criteria van het Dutch protocol. Het wetenschappelijk bewijs dat in Amsterdam werd verzameld is dus ook niet op die groep van toepassing. Kaltiala’s bevindingen waren voor de Finse gezondheidsautoriteiten reden om het beleid te veranderen.

Zwaarwegende systematische reviews: bewijs zeer zwak

We spraken verder met Zweedse psychiaters die tot dezelfde conclusie kwamen als Kaltiala. Ook zij zagen patiënten die, anders dan de jongeren uit het Amsterdamse onderzoek, pas op latere leeftijd blijk gaven van genderdysforische gevoelens en die kampten met ernstige psychiatrische problemen. Dergelijke patiënten zijn nooit meegenomen in het Amsterdamse onderzoek naar het Dutch protocol. In de uitzending interviewden we de Zweedse hoogleraar psychiatrie Mikael Landén. Hij kreeg van de Zweedse gezondheidsautoriteiten opdracht om al het relevante wetenschappelijke bewijs voor het gebruik van puberteitsremmers op een rij te zetten en te beoordelen in een ‘systematische review’. Een dergelijke review geldt in de wetenschap als zeer zwaarwegend.

Landén schrok van wat hij aantrof. Het bewijs voor de werkzaamheid van de behandeling was ‘buitengewoon zwak’, net als het bewijs voor de veiligheid van de puberteitsremmers. “In geen enkel ander onderzoeksveld zou dit worden geaccepteerd,” aldus Landén. Ook Zweden paste daarop de medische zorg voor transgender jongeren aan. En Landén is niet de enige die een systematische review uitvoerde. Ook het zeer gerenommeerde Britse NICE instituut deed dat. NICE concludeerde in 2021 dat het wetenschappelijk bewijs voor de puberteitsremmers van de allerlaagste betrouwbaarheidscategorie was. Aan beide reviews gaat de minister echter voorbij. Net als aan het invloedrijke ‘Cass report’, geschreven in opdracht van de Britse overheid. Daarin staat dat puberteitsremmers een fuik zouden kunnen zijn, waardoor jongeren misschien nauwelijks meer kunnen ontsnappen aan onomkeerbare hormoonbehandelingen en operaties. Een belangrijk punt van zorg, dat door de minister evenmin wordt genoemd.

Grondig onderzoek naar ‘ontbrekend bewijs’ weldegelijk mogelijk

Kuipers doet net alsof goed wetenschappelijk onderzoek, waarin patiënten die wél medicatie krijgen worden vergeleken met personen die een placebo krijgen, nu eenmaal niet mogelijk is, omdat het onethisch is om een deel van de pubers met genderdysforie in een controlegroep te plaatsen en hen geen medicatie te geven. Maar in de Zembla uitzending wordt dit punt uitgebreid besproken.

Hoogleraar methodologie Gerard van Breukelen legt in de uitzending uit dat er ook andere manieren zijn om controlegroepen te gebruiken. De Amsterdamse psychiater Annelou de Vries zegt in het interview open te staan voor suggesties om haar onderzoek te verstevigen. Inmiddels heeft ze zich bij Van Breukelen gemeld voor advies.

Het Amsterdam UMC geeft toe dat de onderbouwing voor het Dutch protocol nogal mager is. Momenteel doet De Vries onderzoek naar ‘het ontbrekende bewijs’. Zonder dat bewijs kan het protocol niet gebruikt worden voor de nieuwe patiëntengroepen die zich melden, zegt ze in de uitzending.

Bijwerking op hersenen niet goed onderzocht

We toonden ook aan dat de Amsterdamse genderkliniek al in 2006 op de hoogte was van een mogelijk risico op een ernstige bijwerking: puberteitsremmers zou de ontwikkeling van de hersenen kunnen beïnvloeden. De bedenkers van het Dutch protocol kondigden destijds aan dat te gaan onderzoeken. Maar dat is nooit grondig gebeurd, vertelt neurowetenschapper Sarah Burke, die zelf bij de genderkliniek onderzoek heeft gedaan.

De laatste jaren wordt uit dierstudies, uitgevoerd aan buitenlandse universiteiten, duidelijk dat er inderdaad sprake is van een effect van puberteitsremmers op de hersenontwikkeling in een cruciale periode van de ontwikkeling. Ook dit wordt niet door Kuipers genoemd.

De minister stelt dat het belangrijk is dat de genderzorg gebaseerd is op feiten. Maar alle kritiek die aantoont dat een ‘evidence base’ ontbreekt, laat hij in zijn antwoorden links liggen.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.