Met de regionale aanpak hoopt de GGZ snel
een oplossing te vinden
voor het probleem met de wachtlijsten. Ook vraagt ze aan haar leden om patiënten terug te verwijzen naar de verzekeraar of gemeente als er sprake is van een lange wachttijd. Zo krijgen gemeenten en zorgverzekeraars een beter overzicht van de problemen. Ook overweegt de GGZ per regio een hulplijn in te stellen waar patiënten hun problemen met wachttijden kunnen melden.
Protest ‘Last man Standing’
Afgelopen weekend werd nog geprotesteerd tegen de lange wachtlijsten in de jeugdzorg. Meer dan honderd actievoerders gingen zes uur lang op een paal van 20 bij 20 centimeter staan om te laten zien hoe zwaar het wachten is en dat het anders moet.
Iris Peelen
, ervaringsdeskundige, was een van die actievoerders. Tegen ZEMBLA zei ze: "Wachttijden van een half jaar verbazen me niet meer. Maar ik ken ook iemand die na 29 maanden nog steeds wacht. En helaas ken ik ook verhalen van jongeren die het in die periode niet volhouden en zelfmoord plegen. Ik vind dat heel kwalijk: als iemand een gebroken been heeft, wordt die persoon ook niet naar huis gestuurd met de boodschap dat hij op een wachtlijst moet. Dan is het een ‘acuut probleem’ en is er meteen hulp. Maar psychische problemen zijn soms ook heel acuut en zelfs levensbedreigend. Waarom is er dan niet meteen hulp?”
Wachtlijsten onvermijdelijk
De vraag is of het nieuwe voorstel van GGZ voldoende is om de problemen op de lossen. Uit recent onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) bleek nog dat wachtlijsten in de jeugdzorg onvermijdelijk zijn. Volgens het NJi is het ook niet mogelijk om landelijke en regionale gegevens over wachtlijsten en wachttijden op een rij te zetten omdat er geen betrouwbare landelijke informatie over is. De wachtlijsten die bekend zijn, hebben te maken met capaciteitsproblemen. In Zorgvisie zegt het NJi dat jeugdhulp moet werken aan meer betrokkenheid van cliënten en hun sociale netwerk en dat ze meer integrale hulp moeten ontwikkelen. Maar de vraag is of dat haalbaar is, omdat dit tijd kost en zorgt voor nog meer administratieve lasten. En daardoor blijft er nog minder tijd over om patiënten te behandelen.
'GGZ doelmatig failliet'
Volgens hoogleraar Jim van Os hoofd van de afdeling psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Maastricht, zou de hele GGZ drastisch moeten worden veranderd: "Ik denk dat best gezegd mag worden dat het huidige model van GGZ doelmatig failliet is,' zegt Van Os in de ZEMBLA-uitzending ‘
Martijn wil een huis met een tuintje
’. Van Os pleit samen met vier andere wetenschappers voor een rigoureuze verandering van de GGZ. Volgens hem moeten de bestaande GGZ-instellingen worden afgebouwd. In plaats daarvan zou iedere woonwijk een laagdrempelige GGZ-voorziening moeten krijgen. Daar staan deskundigen dag en nacht klaar om als dat nodig is patiënten thuis, direct psychiatrische zorg te verlenen.
GGZ-systeem op zijn kop
Een van die meer laagdrempelige instellingen is het in 2013 opgerichte BuurtzorgT van psychiater Nico Moleman. Hij werkte jaren bij een GGZ-instelling, maar besloot uiteindelijk op een radicaal andere manier door te gaan,
vertelt hij in een interview met
Zorgvisie
. Moleman richtte BuurtzorgT op, samen met Jos de Blok van Buurtzorg Nederland. Samen hadden ze het er vaak over hoe de GGZ eruit zou zien als er geen administratieve of financieel belemmeringen zouden zijn en als hulpverleners patiënten echt konden helpen in plaats van uren werk te moeten steken in het eindeloos invullen van documenten voor verzekeraars.
Minder administratieve druk
In plaats van het opnemen van mensen met ernstige psychische problemen, behandelt BuurtzorgT ze voornamelijk thuis. BuurtzorgT heeft ook geen contracten met zorgverzekeraars. Hierover zegt Moleman: “In dit stelsel wil de verzekeraar zoveel mogelijk controle uitoefenen over hoeveel en wat voor soort zorg de sector levert. Dat gaat gepaard met zoveel administratieve druk dat wij uiteindelijk besloten hebben dat we liever geen contracten hebben met verzekeraars. Dus alle zorg die we doen, wordt vergoed vanuit het restitutiemodel. Dat betekent dat we gemiddeld maar 75 procent per behandeling vergoed krijgen. De bizarre paradox is dat we voor deze tarieven toch uit de kosten komen doordat we veel minder tijd kwijt zijn aan allerlei extern opgelegde, overbodige administratie.’
‘Ont-ggz’en’
In het interview met Zorgvisie vertelt Moleman uitgebreid over BuurtzorgT en zijn kijk op de geestelijke gezondheidszorg in Nederland. Bij BuurtzorgT doen ze zelfs letterlijk aan ‘ont-ggz’en’. Moleman: “Dat betekent dat we bij elkaar gaan zitten en de nieuwe mensen laten benoemen waar ze tegenaan liepen in hun vorige werk: alle obstakels en regels. Wij proberen vervolgens vast te stellen welke gewoontes, regels en rituelen niet bijdragen aan goede zorg. Daar doen we een strik omheen en laten ze achter in de oude GGZ."