In de uitzending ‘De Q-koorts epidemie-het vervolg’ toonde ZEMBLA aan dat Ron Grooten in 2009 wekenlang heeft verzwegen dat zijn toenmalige geitenbedrijf besmet was met Q-koorts. Zembla heeft dhr. Grooten herhaaldelijk de kans gegeven om te reageren op de feiten zoals wij die in de uitzending Q koorts – het vervolg presenteren. Daar is hij niet op ingegaan. Voor het eerst vertelt de boer nu zijn kant van het verhaal in De Limburger.
Maandag is
aangifte gedaan
door Jet van der Linden, moeder van een 16-jarige jongen met een verstandelijke beperking die overleed na een bezoek aan de boerderij. Ook Chris Scuric (31) deed aangifte. Hij raakte zelf besmet. Ze willen dat justitie hem vervolgt wegens dood door schuld en zware mishandeling. De
NRC meldt
dat h
et OM al bezig was met een onderzoek naar de feiten. Begin vorige maand blijkt een derde slachtoffer van de besmetting op de geitenhouderij al het Functioneel Parket om een onderzoek te hebben gevraagd.
Tegenover de Limburger besluit de geitenboer het stilzwijgen te verbreken. „Ik word weggezet als moordenaar, dat kan ik niet langer laten gebeuren.”
Hij laat een brief zien van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit: de bevestiging dat zijn boerderij op dinsdag 25 maart 2009 officieel besmet is verklaard. En dat hij zes dagen daarvoor, op woensdag 18 maart, aan zijn dierenarts acht placenta’s meegaf van geiten die in de stal een miskraam hadden gekregen. Om ze te laten onderzoeken bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). Op de 24ste volgde de uitslag: in twee placenta’s was de Q-koorts-bacterie gevonden.
Protocollen
„Dan gaat de boel direct op slot, komen er mensen van de GGD, de GD en de NVWA op je bedrijf en heb je zelf niets meer te zeggen. Ik heb alle protocollen keurig gevolgd.” Zeker, die bacterie zal enkele dagen eerder al wel door de stal hebben gewaaid, erkent Grooten. „Maar op 4 maart 2009 - de datum die in Zembla stellig wordt genoemd als de dag waarop ik medewerkers de besmetting zou hebben opgebiecht met de opdracht erover te zwijgen - was er niets aan de hand. In elk geval niet zichtbaar.”
“Ik wilde geen risico lopen, vooral niet als zorgboerderij. Je hebt je maatschappelijke verantwoordelijkheid richting de verstandelijk gehandicapten.”
Verantwoordelijkheid
Die verantwoordelijkheid heeft Ron Grooten genomen, vertelt hij, nog voordat op die maandag het nieuws over de besmetting kwam. „Op vrijdag al heb ik alle hulpboeren - verstandelijk gehandicapten die via de stichting Radar bij ons werkten - verteld dat er een kans was dat Nuje Caris was getroffen door Q-koorts. We hebben ze tijdelijk overgebracht naar een andere boerderij. Omdat er toen alleen nog maar sprake was van een verdenking, heb ik het personeel gevraagd om er tot de definitieve uitslag verder geen ruchtbaarheid aan te geven.”
Een dag eerder, op donderdag 19 maart, liet de boer wél een klas van de Heerlense Catharinaschool op bezoek komen. De klas van de toen 16-jarige Joep van der Linden. Die raakte besmet, kreeg epileptische Q-koorts en overleed twee jaar later. „Ja, nu achteraf heb ik spijt dat ik die klas niet tóch heb afgebeld. Zeker met de kennis van nu. Ik heb die dagen ook in een waas beleefd. Het is een besluit wat je in het ‘heetst van de strijd’ neemt. Die kinderen kwamen wel vaker, waren dol op de lammetjes.
Natuurlijk vind ik het heel erg voor de ouders van Joep, maar ik kan het niet terugdraaien.” Op het verwijt dat de hulpboeren op 14 april alweer op de boerderij terugkwamen, zegt hij: „Dat heb ik gedaan na goedkeuring van de GGD, die zeiden dat het weer veilig was.”
De boer zegt een mogelijk strafrechtelijk onderzoek door justitie vol vertrouwen tegemoet te zien. „Ik heb helemaal niets te verbergen. De politie mag alles komen inzien hier.”