Boeren komen met ambitieuze toekomstvisie: telen anno 2030 is zonder landbouwgif en duurzaam
07-07-2017
•
leestijd 3 minuten
•
68 keer bekeken
•
In 2030 moeten Nederlandse tuin- en landbouwboeren wereldwijd koploper zijn als het gaat om het gifvrij en duurzaam verbouwen van hun producten. Dat staat in een ambitieuze toekomstvisie die de boerenorganisatie LTO heeft gepresenteerd. De eerste reacties van natuur- en milieuorganisaties zijn razend enthousiast: “Dit kan toch niet waar zijn? Dit moet er gebeuren. Fantastisch!”, zegt Bart van Opzeeland, campagneleider bij Milieudefensie.
Het maatschappelijk draagvlak voor het gebruik van landbouwgif, wordt door discussies over de mogelijk
kankerverwekkende stof glyfosaat
en de voor bijen schadelijke
neonicotinoïden
, steeds kleiner. De boeren zien zelf ook in dat ze tegen de grenzen aan lopen van het huidige teeltsysteem. “Gevoeligere rassen, verschraling van de bodem, minder diversiteit: allemaal elementen die bijdragen aan een hogere druk van ziekten en plagen. De teelt van gezonde planten is voor veel agrariërs een steeds grotere uitdaging”, is te lezen in het LTO-plan.
‘We zijn doorgeschoten’
Herman van Bekkem, campagneleider bij Greenpeace snapt dat de boeren tijd nodig hebben. “Wat ons betreft gaat het nooit snel genoeg, maar we moeten ook realistisch zijn. We zijn heel ver doorgeschoten in het intensiveren. We willen zoveel mogelijk voor zo weinig mogelijk geld. Het duurt wel even voordat het hele systeem is omgegooid.” Van Bekkem hoopt, net als Van Opzeeland van Milieudefensie dat het niet alleen bij een visie blijft, maar dat de boeren concrete stappen zetten.
Een woordvoerder van LTO zegt dat die ambitie er zeker is. “Dit is het begin.” Het LTO-plan is gezamenlijk door de acht sectoren binnen de land- en tuinbouwsector afgesproken. Sectoren als de fruitteelt en bloemkwekerij doen allemaal mee. Iedere sector gaat nu eerst voor zich uitwerken hoe de visie concreet vorm krijgt. Daarnaast is het ook een oproep aan andere partijen in de keten om ook de armen uit de mouwen te steken. “We leggen de lat hoog. Voor onszelf, maar ook voor andere partijen”, legt Joris Baecke uit. Hij is portefeuillehouder Plantgezondheid bij LTO Nederland. “Alleen in samenwerking met partners in keten, maatschappij, overheid en onderzoek kunnen wij de omslag maken naar een land- en tuinbouw die geroemd wordt om haar producten én om de wijze waarop die geteeld zijn.”
Hogere prijs
Van Opzeeland van Milieudefensie onderschrijft dat het essentieel is dat iedereen nu verantwoordelijkheid neemt. “De omslag betekent bijvoorbeeld dat de boer een hogere prijs moet ontvangen voor zijn product. De supermarkten moeten die doorberekenen aan de consument. De boer moet immers investeren. Nu krijgen boeren vaak al minder of te weinig. Het kan niet zo zijn dat wij als maatschappij wensen hebben, maar de boer er geen middelen voor geeft. Zo gaat het nu wel in Nederland.”
Ook Van Bekkem snapt dat het tijd kost om om te schakelen naar duurzaam en gifvrij. Maar dat betekent niet dat de boeren niet nu al de juiste prioriteiten kunnen stellen. “Ze zouden vandaag al kunnen beginnen met het verlagen van de milieudruk en minder schadelijke middelen gebruiken. Er zijn genoeg alternatieven. Maar het is echt goed nieuws dat ze het nu zien als een kans en ik zie dat de bakens worden verzet. Er mag wel wat gas bij.”