Zuidelijke brandnetel
Eerder vonden floristen tussen Overloon en Venray al zuidelijke brandnetels. En in 2008 was deze soort aangetroffen in kuipen van Olijfbomen op het terrein van een importeur van mediterrane planten. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat de plant Nederland heeft bereikt als verstekeling en is meegelift met uit Zuid-Europa ingevoerde kuipplanten. Geholpen door zachte winters heeft de zuidelijke brandnetel mogelijk de eerste stappen naar inburgering gezet.
Import van mediterrane kuipplanten
Het aanbod aan mediterrane planten zoals olijven, palmen, vijgen en citrusvruchten is de laatste decennia’s sterk uitgebreid. Deze planten worden veelal in Spanje en Italië in de volle grond opgekweekt en nadat ze een bepaalde grootte hebben bereikt met wortelkluit en al overgeplant in kuipen en naar West-Europa getransporteerd. Onbedoeld worden er, behalve de gekweekte planten zelf, ook zaden, knolletjes en sporen van planten en ookandere organismen (insecten) geëxporteerd.
Bij een inventarisatie van enkele tientallen Belgische tuincentra werden er in 2008 in totaal meer dan 120 plantensoorten in kuipen aangetroffen, waarvan er 23 nog niet eerder in België waren waargenomen. In Nederland werden er bij een geringer aantal importeurs en tuincentra in het oosten van Noord-Brabant 42 soorten in kuipen aangetroffen. De soortensamenstelling van deze in Nederland en België aangetroffen “mediterrane kuipplantenflora” vertoonde een grote overeenkomst. Eén van de soorten die zowel in België als Nederland voor het eerst bij dergelijke inventarisaties in en rond de kuipen werden aangetroffen is de Zuidelijke brandnetel (Urtica membranacea). In Groot Brittannië was de soort al eerder in 2006 voor het eerst ontdekt.
Herkenning
De zuidelijke brandnetel onderscheidt zich van de grote brandnetel doordat zij zowel éénhuizig als éénjarig is. De grote brandnetel is (meestal) tweehuizig, de plant heeft of alleen mannelijke of alleen vrouwelijke bloeiwijzen. De grote brandnetel is overjarig met lange kruipende wortelstokken. De zuidelijke brandnetel is éénjarig en heeft een penwortel. Ook de kleine brandnetel is zowel éénhuizig als éénjarig.
Een ander verschil is dat de steunblaadjes aan de bladvoet van de tegenoverstaande bladen bij de zuidelijke brandnetel twee aan twee vergroeid zijn, zodat er op elke knoop maar 2 steunblaadjes zijn tegen 4 steunblaadjes bij de kleine brandnetel. Een ander opvallend kenmerk van de zuidelijke brandnetel is dat de kort gesteelde mannelijke bloemetjes alleen op de bovenzijde van de afgeplatte, vliezig gerande bloeiwijzeas zijn ingeplant.
Verspreiding en standplaats
De zuidelijke brandnetel is oorspronkelijk inheems in het gehele Middellandsezeegebied. Verder komt zij voor in de kustgebieden van de Atlantische Oceaan van Portugal tot Bretagne. De plant groeit samen met ander 1-jarigen op droge, stikstofrijke, ruderale plekken. In Frankrijk groeit zij samen met o.a. Fijne kervel, Kleine veldkers en Zandraket; in Spanje o.a. met enkele recent ook hier opgedoken nieuwkomers als Campanula erinus en Galium murale.
Gezien? Melden!
Opmerkelijk is dat de Amsterdamse planten al begin januari in bloei stonden. Voor Frankrijk wordt als bloeitijd opgegeven maart-augustus; voor Spanje en Portugal februari-september. In Engeland zijn er midden april al rijpe vruchten waargenomen. De plant kan mogelijk, ook al omdat ze als windbestuiver voor bestuiving niet afhankelijk is van insekten, een groot deel van het jaar bloeien en zaad zetten. Op de beide bekende Nederlandse groeiplaatsen lijkt de plant zich dan ook uitgezaaid te hebben. Of de Zuidelijke brandnetel zich ook na een aantal strenge winters, ook buiten het stedelijk gebied, weet te handhaven moet echter nog blijken. Alhoewel de soort, voor zover bekend, nergens een reputatie heeft als lastig onkruid, is het toch goed de soort te blijven volgen. Dus blijf alert en geef je waarnemingen door.
bron: zie
http://www.verspreidingsatlas.nl/8003