De zoutwinning die plaatsvindt in Noordwest-Friesland is helemaal niet zo schadelijk. Dat blijkt uit onderzoek door de Universiteit van Wageningen.
De actiegroep 'Laat het zout maar zitten' ageert al jaren tegen de zoutwinning door Frisia Zout uit Harlingen. De bodemdaling door zoutwinning zou onder meer schade aan huizen en boerderijen veroorzaken. Onderzoeker van Water & Ruimtegebruik L. Stuyt, van het aan de universiteit gelieerde onderzoeksinstituut Alterra, stelde woensdag dat de link tussen de schade en de zoutwinning ,,heel moeilijk te leggen is''.
Het onderzoek door Stuyt en zijn medewerkers is gedaan in opdracht van de Provinciale Staten van Friesland, een van de bestuursorganen die zeggenschap hebben over de zoutwinning. De Statenfractie van de Fryske Nasjonale Partij (FNP) vindt echter dat het onderzoek tekortschiet. ,,De mate van gevolgen voor gebouwen door de zoutwinning is niet duidelijk. Dat is een essentiële tekortkoming. Er moet een nader onderzoek naar de gevolgen komen'', aldus Statenlid D. Bijlsma.
Zegsman D. van Tuinen van zoutfabriek Frisia is blij met het rapport. ,,Dit is een goede basis om een discussie over feiten en niet over sentimenten, zoals soms is gebeurd, te houden'', aldus Van Tuinen.
F. Jukema, woordvoerder van de actiegroep, kent het definitieve onderzoek niet maar wel het eerder gepubliceerde concept. ,,Zoals het nu lijkt, hebben we daar wel vraagtekens bij. Het is niet echt betrouwbaar tot stand gekomen'', aldus de Fries. Hij vindt dat verschillende bronnen die voor het onderzoek zijn geraadpleegd, belang hebben bij het instandhouden van zoutwinning. ,,We gaan dan ook gewoon door met de strijd''.
De actiegroep heeft al vele rechtszaken tegen Frisia en het vergunningverlenende ministerie van Economische Zaken aangespannen, met wisselend resultaat.