Zomertortel kampeert bij de boer

Sinds de jaren tachtig zijn we 95% van de zomertortels in ons land kwijtgeraakt. In Zeeland onderzoekt Jennifer Vreugdenhil hoe het tij te keren. Vier vogels met zendertjes op hun rug leerden haar een verrassende les.

Naast de jacht in Zuid-Europa en Noord-Afrika, krimpend leefgebied en ook een bacterieziekte ('het geel') lijkt voedselgebrek in de broedgebieden het belangrijkste probleem voor deze duifjes. Daarom kijken de onderzoekers in Zeeland of speciale voedselveldjes de vogels kunnen helpen. Vreugdenhil: 'Zomertortels eten alleen zaden. Op die voedselveldjes van een halve hectare aan de rand van gewone akkers, zaaien we dus speciale kruiden die het hele voorjaar en de hele zomer door veel zaad produceren.'

Door vier zomertortels een vederlicht zendertje om te hangen, checkt Vreugdenhil of de vogels die veldjes ook gebruiken. 'Ik zie de laatste weken dat ze inderdaad af en toe op de veldjes zitten. Ze maken zich daar klaar voor de trek naar het zuiden. Ook op enkele wildcamera's zien we af en toe zomertortels bij de voedselveldjes. Maar veel vaker zien we de vogels op mini-campings. De zomertortels lijken te houden van kamperen bij de boer!'

Vreugdenhil weet dat de zomertortel behalve onkruidzaden en hagen voor beschutting ook kale plekken nodig heeft, om op de bodem te kunnen scharrelen. 'Dat vind je allemaal op die mini-campings.' Vroeger zag je in ons land letterlijk duizenden zomertortels op rommelige erven en in hagen. Nu zijn er nog maar enkele honderden broedparen over. 

De zomertortel en ook de Turkse tortel hoort in ons land tot een aparte duivengroep. Ze vormen een heel andere familie dan bijvoorbeeld de houtduif of de holenduif. De zomertortel herken je vrij eenvoudig aan zijn gestreepte kraagje en de donkere tekening op de vleugels. Waar de Turkse tortel tot drie telt ('roe-KOE-koe') laat de zomertortel een regelmatige, rollende, herhaalde  'koerrrr' horen.

Meer informatie over het Zeeuwse onderzoek staat hier